'k Ben vandaag op kroegentocht geweest, t.t.z. drie cafeetjes die broederlijk bijeen stonden onder de kerktoren. Het boeide me om te zien wat er allemaal veranderd was sinds de invoering van coronamaatregelen voor de horeca.
Zoals verwacht werd ik bij de ingang al verwelkomd door handgel, busjes met ontsmettingsmiddel, een rol keukenpapier en nog wat prullaria die je aan ziektes doen denken. Café's met ziekenhuis-allures. Tegen de muren hingen hier en daar papiertjes met richtlijnen die je moest opvolgen om niet besmet te raken met het vreselijke virus. Tot in de toiletruimte sloegen ze je rond de oren met allerlei instructies.
Dienstertjes speelden voor gendarm en obers waanden zich politieagenten. Ze waren gemondmaskerd, en eentje droeg een zwaar brilmontuur en dat maakte hem helemaal onherkenbaar. Op die manier smaakt een pintje thuis toch veel lekkerder.
De kale interieurs maakten een steriele indruk. Koel en Kil. Maagdelijk-lege tafels zonder menu- en drankenkaarten, zonder bloemetje of kaarsje, zonder peper- en zoutvaatjes... die tafels nodigden niet uit om gezellig aan te gaan zitten.
Aan één tafeltje zaten drie mannen zomaar wat te kletsen. Ze gedroegen zich onwennig aan dat ene kleine tafeltje. Vóór corona hingen ze aan de toog waar ze vlotter hun verzuchtingen kwijt konden. Barkrukken mochten nooit afgeschaft worden want aan de toog zou de coronacrisis allang opgelost geweest zijn, en een regering zouden we dan ook al gehad hebben. Virologen hebben de kracht van den toog grondig onderschat.
De drie mannen aan het saaie tafeltje hesen hun glas in de lucht terwijl ze heftig hun mening gaven over het coronabeleid. Ik kon niet goed luistervinken omdat hun dialect moeilijk verstaanbaar was. Maar ik begreep al gauw dat ze het hadden over "Coronashit" en "Lockdowngezeik".
Het komt nooit meer goed met de horeca!
|