We bezoeken Linnébygden in Råshult-Älmhult. Hier staat het geboortehuis van de wetenschapper Carl von Linné. Van zijn vader erfde hij de kennis en de liefde voor planten.
Von Linné bestudeerde de planten en bracht ze naargelang hun eigenschappen onder in groepen. Zijn geboortehuis en de tuinen rondom zijn bewaard gebleven in hun oorspronkelijke staat. Je vindt hier 800 verschillende soorten bloemen, ecologische gekweekt. We herkennen kruiden van bij ons, zoals goudsbloem, kaasjeskruid, hyssop, slaapmutsje, wilde anjer, enz Ze staan neen, ze stralen in groepjes en laten duidelijk zien met hoeveel zorg en passie ze geteeld zijn.
De tuin omvat weilanden en een uitgestrekt loofbos. Het gras wordt met de zeis gemaaid en het maaisel dient als voedsel voor de bodem. Al het onderhoudswerk gebeurt in functie van het ecologisch evenwicht.
Het geboortehuis van Von Linné werd ingericht met attributen uit die tijd. De andere gebouwen op het erf werden omgedoopt tot musea. In een koffiehuisje kan je iets drinken en een lekker stukje taart of koeken eten. Heel het aanbod is van biologische oorsprong en zelf gebakken.
We rijden verder richting Jönköping. Aan een tankstation bij Ljungby is een plaatsje met een opschrift: vatten(water). Er staan emmers met borstels voor de autoruiten, en een gieter. Er is ook een kraantje. Een dame komt water nemen voor haar hond. Dus kunnen wij toch ook water nemen voor onze Vroem? Enkele 5 liter-kannen later is zijn dorst gelest.
Het is 18 uur en we zijn blij dat we niet nog helemaal naar Eksjö moeten, de dichtstbijzijnde camperplaats waar we water kunnen innemen.
We rijden tot even voorbij Vittaryt en nestelen ons in Kåre Hamn, bij het eiland Bolmsö. Hier is een klein jachthaventje. Ons vuil water moeten we nu nog kwijt en onze vuile was hoopt zich op. Een wassalon is hier niet te vinden. We zullen dus toch eens naar een camping moeten Dat stellen we steeds maar uit, want vrij kamperen is toch zo leuk.
Na wat sukkelen met de GPS vinden we een idyllisch plekje in Gustavfors, enkele kilometers voorbij Oshult.
We wandelen rond een meer, omzoomd door bloemen, de waterlelies schitteren in het zonlicht. Op sommige plaatsen lijkt de natuur wel een park dat werd aangelegd.
Langs de paadje staan frambozenstruiken. Hun rijpe vruchten hangen uitnodigend aan de takken. Hmmm lekker!
Wanneer we bij onze terugkomst Vroems luifel kunnen opentrekken, kan onze dag niet meer stuk. We genieten van het zonnetje van het terrasje Chez Vroem. Wie durft er nog beweren dat Zweden een koud land is?
Voor het eerst kunnen we buiten eten ?
De zon wordt zwakker en de schaduwen langer. Het is muggen-uur! Vlug naar binnen en het gaas voor de ramen naar beneden. Eén beestje is nonchalant mee naar binnen gekomen. Maar die kunnen we nog wel de baas.
In mei 2009 maakten we een rondreis door Zweden en Noorwegen. We verkenden de Höge Kusten, vandaar ging het naar Västeras, Umea, Arvidsjaur, ArjeplogJockmock, Kvikkjokk, Gallivare.
Nadat we even een omwegje maakten naar het ijshotel in Kukkasjärvi trokken we
naar Kiruna, Kebnekaise en Abisko. In Ritzgränsen staken we de Noorse grens
over voor een bezoek aan Vesteralen en Lofoten. De Noorse fjorden haalden we
niet meer want we moesten na vijf weken onze gehuurde camper terugbrengen. Het
was een prachtige reis maar we hadden de enorme afstanden toch schromelijk
onderschat.
Deze keer willen we niet alleen reizen, maar ook genieten. Zolang het ergens mooi en goed is willen we in
dezelfde omgeving blijven.
Vandaag verlaten we Skåne en
rijden richting Växjö, dat ten zuiden van Jönköping ligt. Onderweg zoeken we
een plaats waar we water kunnen nemen. Zulke plaatsen met faciliteiten voor de
camper vind je overvloedig in Frankrijk en ook in Spanje en Portugal. Maar in
dit camperland bij uitstek is geen enkele dergelijke plaats te bespeuren.
Spijtig, want het is gemakkelijker om onderweg even bij te tanken dan helemaal
naar een camping of camperplaats te moeten rijden.
We overnachten in Oshult, bij
Pjätteryd, even ten noorden van Älmhult. We staan op een goed onderhouden weide
bij een meertje. Er is een toilet en een vuilnisbak. Er hangt een soort
brievenbus met een kaartje waarop vriendelijk gevraagd wordt om 50 kronen in
het busje te stoppen. Dergelijke plaatsen kennen we nog van onze vorige
Scandinaviëreis.
De muggen dansen vrolijk rond
de camper. Maar we slagen erin om ze buiten te houden. We genieten van een
frisse, rustige nacht.
Wat hebben we weer goed
geslapen! Het lijkt wel alsof we op reis veel beter slapen dan thuis.
Terwijl Vroem de wacht houdt
aan de rand van Vittemölla Strandbackers Naturreservat, wandelen wij naar
Höga Stenar, een aantal menhirs die boven op een heuvel in een kring staan. Eerst even schuilen voor een
regenbui, maar dan sijpelt de zon door bomen en struikgewas en alles ruikt
heerlijk opgefrist. Onderweg zien we konijntjes.
Na wat zoeken vinden we, midden
op een hoge vlakte, een groep stenen. We twijfelen of ze dezelfde zijn als die
op de foto van de folder, want het paadje er naartoe was onherbergzaam en we
zijn niemand tegengekomen. We keren terug langs het
prachtige strand, dat er zo rustig bij ligt. Ook in Portugal, in Nederland en met
wat geluk in Spanje zijn de stranden nog puur. Wat is er toch met onze
Belgische kust gebeurd
René geeft toe aan een
onweerstaanbare drang om in de zee te gaan. Fototoestel klaar houden, denkt Nelly, zo dadelijk wordt hij door een golf overspoeld en wordt dat tafereel meteen vastgelegd voor de blog.
Dat gebeurt
niet, want de zee is zo kalm, hoewel het boven op de heuvel zo hard waaide. Op de parking aan het
natuurgebied vertrekken de wandelaars één voor één met hun autos. dan staat
Vroem er nog alleen. Of toch niet? Een uur later krijgen we gezelschap van
koeien. we kijken uit over een golvend
landschap.
In de verte schittert de zee in de zon, aan de andere kant zijn
bossen. Een dikke regenwolk komt dreigen, maar besluit op de valreep om de
andere kant op te gaan. In de schemering bedenken we
dat deze dag alweer in een flits voorbijgevlogen is.
We bezoeken Ales Stenar in Kåseberga. Astronomen vergelijken deze menhirs met die van Stonehenge. Daar vormen
de stenen een cirkel en hier vormen ze de vorm van een schip.
Niet ver hier vandaan, in Backåkra, ligt een meditatieplaats. We wandelen er naartoe, achtereenvolgens
door Sandhammarens en Hagestads Naturreservat. Het natuurgebied doet denken aan
de Kalmthoutse Heide.
Backåkra ligt midden in een
eentonig golvend landschap. Als je met je gezicht naar het zuiden zit, zie je
op de achtergrond de zee. Het enige geluid dat je hoort is het monotoon gedruis
van de golven. Als je hier niet kan mediteren, dan kun je het nergens. Hier woonde Dag Hammarskjölds,
de eerste secretaris van de Verenigde Naties. In zijn testament schonk hij zijn
woning en landgoed aan de gemeenschap, op voorwaarde dat de omgeving in zijn
oorspronkelijke staat bewaard zou blijven. In het midden van de cirkel ligt een dikke steen waarop PAX staat geschreven. Met wat er allemaal gebeurt in de wereld denk ik dat Dag zich omdraait in zijn graf. Goed bedoeld, maar hij is vermoedelijk de handleiding vergeten om die vrede te bewerkstelligen. Er was ook niemand te zien op deze plaats...".PAX" eenzaam gebeiteld op een dikke steen...in het midden van een desolaat landschap. Wij mediteren ...
We overnachten in de volmaakte
stilte van Sandhammarens Natuurreservat.
Waarom willen wij perse dit
kleine, doodgewone stadje zien?? Rinkelt er geen belletje als je de naam leest?
Jazeker, Kurt Wallander uit de bekende detectiveserie woont hier!
Terwijl Vroem uitkijkt over het
strand gaan wij op zoek naar de Wallanderroute, die ons langs de bekende
plekjes uit de serie leidt.
Maar we vinden hoogstens de naam van de
politiecommissaris vermeld in één van de brochures over de stad.
Langs de kade ligt een oud zeilschip dat vrij te bezichtigen is. We stappen nieuwsgierig aan boord. René probeert het roer uit, Nelly verkent het schip... echter geen kat te bespeuren... konden we er maar mee weg varen...!
We bevoorraden ons met andere,
veelbelovende folders over de omgeving en verkorten onze terugtocht naar Vroem.
We hadden in dit zomerse weer nietsvermoedend onze regenjas thuis gelaten en
nu worden we getrakteerd op de eerste Zweedse regenbui, die haar naam eer
aandoet. De meegebrachte stafkaarten en brochures, en ons blogwerk, houden ons
de hele avond zoet. Wat je leest is slechts een
eerste versie. We gaan alles geleidelijk verfraaien en vooral meer fotos
plaatsen. Kom dus later nog maar eens terug
naar deze bladzijden!
Onze boodschappen brachten
genoeg munten op om Vroem een ganse dag achter te laten en het zonovergoten
Malmö te bezoeken.
Er is overal veel volk op deze zomerse warme dag. De
mensen liggen en zitten in de parkjes en langs het strand, of ze wandelen en
doen een terrasje.
Het lijkt wel of de Zweden absoluut van deze schaarse zon willen genieten. Het valt ons bovendien op hoe rustig iedereen hier is. Er is veel
verkeer en toch voelt de stad niet hectisch, want er wordt rustig en zeer
hoffelijk gereden. Wat een verschil met Spanje! Zet hier half zoveel
Spanjaarden bijeen en je kan de geluidsoverlast niet aan.
En plaats in
gedachten deze stad in België, en je durft de straat niet meer oversteken
Terwijl we rijden over de brug,
die Denemarken met Zweden verbindt, krijgen we nog meer het gevoel dat we
de gewone wereld verlaten richting "vakantieland. De grens tussen Denemarken en Zweden ligt in het midden van de Oresund brug. Hier zien we het bord "Sverige" staan.
We willen Malmö bezoeken om een stick voor internetgebruik aan te schaffen. We vinden een parkeerplaatsje in het centrum van de stad. Overal staan parkeermeters, dat kan toch geen probleem zijn denken we... we hebben toch een creditcard en voldoende biljetten op zak...
Helaas, we hebben nog geen munten voor
de parkeerautomaat, die bovendien onze mastercard noch bankkaart wil aanvaarden. We stappen een winkeltje binnen om raad en eventueel om geld te
wisselen. Sorry , zegt de uitbater, het is vrijdagavond (let wel : 15h hè !) en dan kan je
nergens meer munten bekomen. Ja, de automaat neemt enkel Zweedse mastercards
aan, ongemakkelijk voor buitenlanders. Maar probeer het eens in dat ijssalon om
de hoek. Daar lukt het misschien nog wel.
Aan het ijs kunnen we niet
weerstaan. Hadden we genoeg munten gehad dan zouden we die lekkernij gemist
hebben Aan de kassa vragen we om nog
meer munten maar ook daar krijgen we hetzelfde antwoord.
Wat nu?
Dan maar de stad in, op goed geluk...en maar hopen dat de controles op de buitenlanders minder streng zijn dan in ons landje.
Wat verder in de stad vinden we
een bank. Maar die is op vrijdag al om 15 uur gesloten en het is ondertussen al
16 uur.
We verkennen een beetje ongerust de
binnenstad, want hier en daar zien we de politie vlijtig gegevens noteren van autos
die verkeerd geparkeerd staan, oei oei!
In het toeristisch bureau aan het centraal station vertellen we over ons muntjesprobleem. Zij sturen ons naar een wisselkantoor in de buurt. In het wisselkantoor krijgen we slechts 5 munten, en dus niet meer dan 5... maar we hebben er 8 nodig voor een dagtarief! In een warenhuis kopen we aardbeien en wat groenten en ja... het levert ons net genoeg munten op voor de parkeermeter.
Probleem opgelost! Flink van ons hè! Nu vlug naar de parkeerplaats. Onze Vroem staat er nog
steeds, dus niet weggesleept en geen boetepapiertje tussen zijn
ruitenwisser.
Oef !
Jawel, het lukt ons om tegen half vijf in de vooravond in
Nyborg, Denemarken, aan te komen.
De enorme parking ligt midden in het groen en
is voorzien van banken, een restaurantje
en een leuk speeltuintje. Het lawaai van de autosnelweg die via de brug naar
het volgend Deens eiland leidt, vormt het enige, maar dan ook
allesoverheersende nadeel in deze omgeving.
Nu hebben we nog genoeg tijd om de
benen te strekken en daar maken we gebruik van. We hadden nog wat deense kronen over van een vorige reis en daarom tracteren we ons op een lekkere maatlijk op een terrasje bij het water, terwijl
de meeuwen duidelijk aangeven dat zij ook honger hebben, maar ja, eigen buik eerst he...
Het is aangenaam warm, 25
graden. s Avonds spelen we Rummicub. René wint (alweer) glansrijk.
Bijgevolg heeft Nelly (alweer) geluk in de liefde. Voor elk wat wils!
We ontwaken onder een stralende hemel en in een droge
camper.
Vroegere reiservaringen leerden
ons dat we best al in de late namiddag een overnachtingsplaats zoeken, zodat we
dan nog genoeg tijd over hebben om verder te rijden als de omgeving tegenvalt.
Maar de ellenlange file richting Hamburg als gevolg van wegwerkzaamheden steekt
daar een flinke stok voor.
Een recreatievijver in Rothenburg biedt plaats voor
drie campers. Er staan er vijf. Maar er is nog wat plaats om ons erbij te
proppen als we dat willen. We kiezen om verder te rijden want het vijvertje
ligt langs een drukke lawaaierige verkeersweg. 34 Kilometer verder, in
Selsingen, ligt een ruim terrein in het groen. De foto ziet er goed uit, maar
schijn bedriegt. Hier zijn we volledig omringd door drukke wegen. Maar het is
half negen en we zijn het rijden beu.
Gelukkig is onze kant-en-klaar
diepvriesmaaltijd in een oogwenk klaar, zodat we nog tijdig naar bed kunnen.
Vanaf morgen doen we het beter, beloven we elkaar.
Wat een gezellig weekend was dat! Veel te vlug voorbij! Maar dit was wel een goed begin om jaarlijks te herhalen. Wanneer we onze spullen in Vroem brengen merken we een natte plek tussen het bed en de koelkast. Heel de inhoud van de koffer vliegt eruit gelukkig regent het niet en elk plekje krijgt een grondige inspectiebeurt. We vinden niets. We vegen het vocht op en leggen een droge dweil op de natte plaats.
We rijden naar Sint Truiden voor een bezoek aan Oma, die we de volgende twee maanden niet meer zullen zien en laten Vroem achter tussen andere campers op de Veemarkt. Wanneer we terugkomen is de dweil nat. Nu wordt het bed afgebroken om de watertank na te kijken. Daar voelt René nattigheid, knap toch dat hij dat vindt?! . Hij vermoedt dat hij de watertank te vol heeft gedaan en dat die door het rijden wat overgelopen is. Dus zetten we de kraan open en laten een deel van ons zo kostbaar water weglopen. Nu maar hopen dat dit de oplossing is van ons probleem.
Ondertussen is het 19u en we hebben honger. Zullen we dan maar ineens hier overnachten? Niet zon goed idee, beweert onze camper-buurman, Morgenochtend vóór zes uur komt het vee hier al aan voor de veemarkt. En het gaat er beslist lawaaierig aan toe.
Dus rijden we verder tot Houthalen-Kelchterhoef, waar we genieten van ons eerste avondmaal in een rustige bosrijke omgeving. We ontdekken nattigheid onder de tafel. De zetel wordt opengeklapt en leeggehaald. We vinden niets.
Einde van onze eerst Vroem-dag. Avontuur verzekerd. Wordt vervolgd
We bezoeken een schapenboerderij in Acremont, bij Bertrix. Peter en zijn vrouw Barbara, Een Vlaams koppel uit Brabant, verwerken zelf de schapenmelk tot yoghurt, kaas en heerlijk ambachtelijk ijs. Ze zijn zo fier op hun kudde die gegroeid is van 8 naar meer dan 200 schapen.
Hun werk is hun passie en dat stralen ze uit. Je voelt het respect en de liefde voor hun dieren en ze gaan prat op de zuiverheid van hun verwerkte producten.
Er valt nog zo veel meer te vertellen over deze mensen en dat lees je op hun website: www.bergerie-acremont.be.
Voormiddag maken we met zn allen een wandeling in het
bos. Namiddag nemen we een kijkje in het dorp. We hadden affiches opgemerkt
over een kermis en daardoor ook feest in het dorp. Drie molentjes en een
dranktentje, dat is het dan. Het is hier wel rustiger dan in het hectische Vlaanderen
maar feesten kunnen wij toch beter.
Vroem is helemaal klaar voor onze reis naar Scandinavië.
We zijn voorzien op alle mogelijke seizoenen, want in het Noorden kan het weer
plots helemaal omslaan, een les die we leerden tijdens onze vroegere
tent-reizen.
Maar voor we onze grote trek beginnen maken we een omweg
naar de Ardennen voor een vakantieweekend met de hele familie, een geschenk van
onze kinderen ter gelegenheid van onze 35ste huwelijksverjaardag.
Terwijl Vroem nog even rust tussen de andere autos
instaleren wij ons het huisje dat voor deze gelegenheid gehuurd werd. s Avonds
spelen we allen uitgelaten de spelletjes die we hebben meegebracht. We plagen
elkaar en schateren om elkaars domme zetten. Dat is leuker dan het spelletje op
zich.
Na onze Spanje-Portugalreis werd hij uitgemest en grondig schoongemaakt. Was me
dat een klus! Om dicht genoeg bij al zijn hoekjes en kantjes te geraken moesten
we ons in de moeilijkste bochten wringen.
Maar nu glimt Vroem als nieuw. Hij rust uit van de vele afgelegde kilometers en
laadt zich langzaam op voor de volgende paar duizend.
Oef, terug thuis. 61 dagen weg en ruim 8000 km gereden... 175 uren in de camper al rijdend doorgebracht. Minimum t° 3 graden, maximum 37° en beladen met zo'n 1.584 foto's.
En wat hebben we geleerd?
- Dat je op 2 maanden niet Spanje en Portugal volledig kan gezien hebben. - Dat Portugal betere faciliteiten heeft voor campers. - Dat het leven nog wel degelijk goedkoop is in Spanje zowel als in Portugal. - Dat er overal wel plaatsen zijn om rustig te overnachten met een camper. - Dat de mensen warm en vriendelijk zijn. - Dat de campings tussen Madrid en Motril zeer dun gezaaid zijn. - Dat de Algarven ons de mooiste indruk hebben nagelaten. - Dat de originele Spaanse en Portugese keuken, in veel restaurants, het heeft moeten afleggen tegenover toeristisch aangepaste menus. - Dat het in april ook koud kan zijn en ook kan regenen in Spanje. - Dat de Spanjaarden een uitbundig en extravert volk zijn, en dat de Portugesen rustiger zijn. - Dat je in Portugal ook Spaans kunt praten, maar als ze in het Portugees antwoorden je de draad verliest. - Dat hooikoortslijders met allergie voor berkenpollen idealiter onder Madrid moeten blijven in april en mei. - Dat Vroem niet van verkeersdrempels houdt: zijn opstapje heeft drie keer een drempel geraakt. - Dat we volgende keer onze fietsen thuis laten, tenzij we op voorhand weten dat er veilige fietspaden zijn.
De wegen zijn druk en de vrachtwagens gehaast. We zijn blij dat we kunnen stoppen in Mareuil Sur Ay, aan de oever van het kanaal dat evenwijdig loopt met de Marne. Enkele jachtbootjes dobberen aan de kant. Mensen parkeren hun auto en zitten in vouwstoeltjes in het gras langs de wandel-fietsweg. De vogels proberen elkaar te overtroeven. Op deze plaats kunnen we later voor een weekend komen fietsen en hier in Vroem verblijven.
Wanneer we terugkomen van onze wandeling zijn de tien staanplaatsen allemaal bezet. We zien ons Vroemmetje bijna niet meer staan tussen al die reuzen! Net als vele anderen genieten we op een bank naast het kanaal van de laatste zonnestralen.
Dan sturen de muggen ons naar binnen. Vroem staat onder de bomen, dus de temperatuur valt hier nu wel mee.
We nemen uitgebreid afscheid van de Belgen en voegen meteen Griekenland toe aan ons reislijstje. We krijgen ook nog goede campertips mee en een aantal plaatsen die de moeite waard zijn om te bezoeken, moesten we ooit daar in de buurt zijn.
In de late namiddag belanden we in Chaon, een piepklein dorpje midden in het groen. Op een zorgvuldig onderhouden terrein staat een soort ecologisch gebouw. Rondom zijn weiden met bomen en een sportveld. Er is plaats voor tien campers en we staan hier met drie. Raar dat sommige plaatsen overbezet zijn, terwijl enkele kilometers verderop bijna niemand verblijft. We kunnen hier onze luifel openzetten en zo lijken we onder ons pergolaatje in ons tuintje te zitten.
We wandelen door het dorpje. Het is bloedheet. Een terrasje in de zon is te warm. Bij gebrek aan schaduw gaan we dan maar binnen iets drinken, in het enige café van het dorp. Dit cafeetje is tegelijkertijd een bakkerswinkel, een krantenkiosk en een tabakswinkel. Enkele mannen die brood komen halen blijven zitten keuvelen achter een wijntje. Het dorpje telt 350 inwoners en iedereen kent hier iedereen. Maar hoe rustig! Geen TV-gekwetter, geen muziek, zo kan het dus ook!
De zon schuift achter Vroem en een licht briesje maakt het zacht en aangenaam om onder onze luifel te eten. Dan komen de muggen. We doen geen moeite meer om ons aan te kleden maar stappen meteen naar binnen, snel-snel schuifdeur open en dicht Een goede oefening voor onze toekomstige Scandinavië-reis, want de zomermaanden zijn voor de Scandinavische muggen een feestperiode.