Rond 7u30 horen we kinderstemmen
en het toeslaan van autodeuren.Ja,
natuurlijk, we staan voor een kleuterschooltje.We merken dat we weer in de bewoonde wereld komenmet zijn dagdagelijkse beslommeringen.
We zitten al achter Hamburg en al
vrij dicht bij huis.Maar we hebben geen
haast.
We kijken daarom in de campergids
en beslissen om een aantal plaatsen in de buurt te gaan bekijken.In de toekomst is het toch wel handig om de
plaatsen wat te kennen die rustig gelegen zijn.
Op een van deze plaatsen komt er
een oudere man naar ons toegestapt, hij is er ook met zijn mobilhome.88 ben ik, zegt ie, en mijn vrouw van 82
bestuurt onze camper.Het doet ons toch
wel even over ons hoofd krabben.Zullen
wij er zolang van kunnen profiteren?Hij
vertrekt binnenkort nog naar Portugal om te overwinteren.Kranige oudjes!
Om 20u rijden we onze oprit op
7600 km gereden en 2250 fotos in onze bagage. Toch ook opgelucht dat alles goed is verlopen.
En weer valt ons op hoe groot ons huis is in vergelijking
met Vroem.
2 maanden leven op amper 10m², het vergt wel wat, maar je
krijgt er ongelooflijke reisindrukken voor terug.
Na een verblijf van eenmaand op hetzelfde adres willen wij weer op stap met Vroem.We kiezen voor een wandelweekend in de Duitse
Eifel.
Om geen tijd te verliezen want we kunnen maar twee
nachten wegblijven rijden we naar één van de vier overnachtingsplaatsen uit
de campergids, in Hürtgenwald, aan het Soldatenfriedhof langs de Höhenstrasse. Maar deze Strasse blijkt ook een drukke
verkeersweg te zijn..
Verwend als we zijn rijden we meteen naar de volgende plaats. Parkplatz Burgstrasse in Bergstein.Een ruime lege parking naast een rustige woonwijk die ons ook een
kleurrijkzicht biedt op het verlichte stadje.
We krijgen Vroem niet helemaal horizontaal en dat zien we wel aan het water in
de kookpotten, maar we zullen hier overnachten op de perfecte plaats, denken we
... Tot we merken dat de kerkklok elk
kwartier van zich laat horen. Daar kan René absoluut niet tegen als hij ook nog
wil slapen.
Dus op naar plaats nummer drie bij de Einmünding Kall-Rur in Zerkall.
In de duisternisonderscheiden we
een wandelkaart en een leegstaand gebouw, geen kerkklok, geen verkeer Zullen we hier lekker slapen! ? Toet toet!, groeteen treintje dat voorbij rijdt Maar treinen rijden s nachts toch niet? Dus
wagen we het erop.
Zoals altijd wanneer we onze slaapplek alleen maar in het
donker gezien hebben, kijken we bij het ontwaken nieuwsgierig door het raampje.
We staan vlak langs de spoorlijn! Maar we hadden geluk: de trein heeft
inderdaad vannacht niet gereden. We willen met Vroem naar plaats nummer vier,
maar die is niet rustiger: een verkeersweg ende spoorweg.
We rijden verder naar Obermaubach, vooreen wandeling die we op voorhand hadden
opgezocht. Het wordt meteen een test om onze gsm als kompas en als wandelkaart
te gebruiken. Het resultaat is voor ons een openbaring. De talrijke bospaadjes
en splitsingen staan er allemaal op. Gemakkelijk als je geen tijd wil verliezen
met het zoeken van brochures in een infokantoor.
Op deze zonnige dag komen vele wandelaars en fietsers genieten
van de mooie herfstkleuren en de rust die af en toe wordt onderbroken door het
toeterend treintje. Het lijkt wel overalte rijden. Spoedig merken we dat er heel wat wandelwegen de onbewaakte
spoorweg kruisen. Ha, zo zit dat! We genieten van de vele vergezichten. De wandelpaden zijn volledig in de natuur en er is dus nergens storend verkeer. Als we in Zerkall het spoor oversteken zien we in de verte het kasteel van Nideggen liggen, maar de afstand is te groot, dus laten we dat maar voor een volgende keer. Het zonnetje schijnt heerlijk en we kunnen op een bankje onze boterhammetjes opeten in een complete rust. Dan gaat het stevig bergop. We wandelen langs rotspartijen waar we enkele moedige klimmers als Spiderman tegenop zien klauteren. Leuker om te zien dan om te doen.
Na de lange wandeling (zie kaartje hieronder) laten we ons verwennen in een van de
restaurants. Vroem staat nog heel alleen op de parking van het wandelgebied,
aan de oever van de Rur. Het is rustig en de spoorweg ligt zelfs iets verder.
Hier zullen we goed slapen.
We ontwaken met een buitentemparatuur van 3°. De parking is volledig verlaten. Alle wanderlaars zijn gisterenavond vertrokken en wij bleven alleen achter op deze parkingplaats aan de Rur en haar stuwmeer. Deze plaats wordt onze nummer één uit onze zelfgemaakte
campergids!
We worden weer verwend met stralend mooi weer. Na wat inkopen in een naburige Lidl zoeken we een wandeling op. Dit is in deze buurt helemaal geen probleem. Je vindt heel wat icoontjes langs de weg die wandelingen aangeven. We stoppen ergens langs de baan aan de Ochsenkopf.
In deze bossen blijkt dat er tijdens de WOII heel wat gevochten is. Er staan her en der graven van teruggevonden Amerikaanse en Duitse soldaten (in 1976) na 32 jaar vermist te zijn geweest.
En weer kunnen we op een windstille en zonnige plaats onze boterhammetjes opeten. Tijdens onze terugtocht naar Vroem maken we plannen om nog meer van dit Rurgebied te verkennen.
Fijn dat we na slechts enkele uurtjes rijden van elk vrij weekend een korte vakantie kunnen
maken.
Ons uitstapje is voor herhaling vatbaar en wordt
vervolgd!
De rugzakken worden terug uitgepakt en klaargezet voor onze volgende tocht.
Vroem is helemaal klaar voor onze winterreis, compleet
uitgerust met winterbanden en met de sneeuwkettingen voor alle veiligheid mee in de koffer. We reizen weer zonder een specifiek doel. We zien wel... ons recent geslaagd bezoek aan de Eifel doet ons weer in die richting vertrekken.
We vertrekken laat in de namiddag en het wordt al vroeg donker. Daarom houden we halt in Kelchterhoef aan de Abdijhoeve. Toen we in augustus vorig jaar naar Scandinavië vertrokken hadden we hier ook heel
rustig en goed geslapen. In tegenstelling tot vorige zomerstaan we nu echter heel alleen op deze plaats, maar dat vinden we helemaal niet erg.
We lezen wat, lossen sudokus op en kruipen vervolgens
gezellig onder de wol.
Niet zo best geslapen. We hadden kou, hoewel de
nachttemperatuur boven het vriespunt is gebleven. Maar we hadden vergeten
het isolatiescherm tegen de achterdeur aan te brengen. Dat maakt blijkbaar veel
verschil. De koude komt dan namelijk langs de kofferruimte naar binnen en de verwarming hadden we 's nachts nog niet aangezet.
We rijden langs Aken naar Monschau. Doch, niet lang nadat we Duitsland binnenrijden krijgt Vroem kuren. Voor de zoveelste keer laat hij het achteruitrij-piepje horen,
terwijl de bijbehorende achterlichten blijven branden. Twee keer hadden we dit
al aan de garage gemeld. Maar op dat moment piepte Vroem niet en kon er dus ook
niets ontdekt en hersteld worden. Omdat we twee maanden door Scandinavië reden
zonder problemen, waren we dit ongemak allang vergeten. Trouwens, in het
verleden hield het even onverklaaarbaar op als het begonnen was.
Dus laten we Vroem bekomen op een parking op zo'n kleine km van het centrum van Monschau. We hebben dit plaatsje nog nooit bezocht dus maken we van de gelegenheid gebruik om hier wat rond te kuieren tussen Duitse, Nederlandse, Vlaamse en Franstalige toeristen
( horen we Waals of horen we Frans?) De smalle straatjes en huizen zijn schilderachtig
genoeg om ons fototoestel boven te halen. Talrijke winkeltjes en restaurants vangen gretig de toeloop van toeristen op. Na het stadje doorkruist te hebben keren we terug naar Vroem en begeven ons weer op weg.
Vroemeke, waag het niet om nog lawaai te maken, want dan
sturen we je recht naar huis! Dat heeft hij blijkbaar begrepen, want hij
vertrekt zonder te zeuren.
Op aanraden van enthousiaste ex-camperreizigers begeven
we ons richting Kirmutscheid.
Maar na 10 minuten begint het weer pieieieiep pieieieiep! OK
Vroem, we zijn er bijna, dan kan je eennachtje uitbrommen en morgen zien we wel. Voorbij Blankenheim rijdt een automobilist
ons voorbij en houdt ons dan tegen. Of we onze achterlichten aub willen nakijken? Ja, danke. ..
Het achteruitrij-licht schijnt als een
koplamp en verblindt de auto's achter ons. Verder rijden kan dus niet meer in het donker ! René piekert wat en stapt uit om te kijken hoe het daar
vanachter in elkaar zit. Hij ontdekt de kabeltjes en na wat zoeken slaagt hij
erin de witte achterlichtjes te ontkoppelen. Het pieptoontje nemen we er dan
maar bij, zegt hij, maar we hinderen het verkeer nu niet meer. Maar nu branden
de gewone rode achterlichten en de stoplichten ook niet meer... Dus de kabeltjes maar weer terug verbonden, hetgeen een hele klus is want je kan er nauwelijks bij door de opbouw van de camper. Pech bij onze pech !
Hier staan we dan langs de weg op een zaterdagavond We
bellen met de "Fiat service". Een Nederlander vraagt ons helemaal uit en geeft ons vervolgens een nummer in België.Die vragen ons
opnieuw naar het hele verhaal.Ze zullen
iemand zoeken die Duits kan en beloven ons dat webinnen het uur hulp krijgen. Drie kwartier
later worden we opgebeld door de iemand uit Duitsland. In zijn beste Duits
herhaalt René wat er gebeurd is.Even na
half acht komt een technieker aangereden. Waar zitten die lampjes toch .ik kan
er niet aan! Oh nein, ein Fiat? dass ist =+@?!#....! .
Na veel zoeken en proberen
gelukkig voor hem is de handleiding van de auto in het Duits slaagt hij erin
om de witte lampjes uit de achterverlichting te halen . Hij kan zelfs het piepsignaal uitschakelen.
Hoera! We zijn gered! Mijnheer de technieker heeft al veel autos
gedepannneerd, vertelt hij, maar zoiets heeft hij nog nooit meegemaakt zelfs niet bij Fiat wagens !
We rijden opgelucht terug richting Blankenheim naar een standplaats voor campers. Ook hier staan een 4-tal campers maar er is voldoende plaats en we voegen ons netjes in de rij tussen de anderen.
Het is te laat om nog eten te koken dus bezoeken we maar het stadje Blankenheim. Het lijkt helemaal verlaten. Het enige restaurant dat we kunnen vinden en dat nog open is, is een Thais
restaurant. Maar bij het lekkere eten en enkele verfrissende bitburgers kunnen we snel bekomen van deze dag.
Kirmutscheid staat niet op de kaart, niet in Google Maps
en nog veel minder langs de weg aangegeven. Zoekend rijden we enkele malen
heen en weer over de B 258, telkens voorbij de plaats waar we gisteravond pech
hadden.
Plots ontdekken we in de verte een kerktorentje. Een klein
zijwegje, dat nauwelijks vanop de weg te zien is,gaat over in een zandweg en loopt dood op twee gebouwen
en een kerkje. We kunnen hier inderdaad overnachten, net zoals deze mensen mee
dan dertig jaren geleden hadden gedaan. Voor
één van de gebouwen kan Vroem net horizontaal staan. En rustig is het hier
natuurlijk ook. Maar het kerkklokje klingelt ieder kwartier en René ziet het niet zitten
om daaronder te slapen.
Er staan wel wat wandelingen aangeduid in de buurt van het kerkje en we wandelen naar Pomster, een wandeling die begint aan de overkant van de b258. Als we naar het groepje huizen lopen waar de wandeling begint komen we het
bord Kirmutscheid tegen. Maar buiten een aantal dorpshuisjes is hier echter niets te zien. Geen winkels,noch restaurants en geen toeristen, zelfs geen kat op straat. De tijd lijkt hier stil te staan.
We lopen verder door de slapende bossen en velden. De
donkere regenwolken schuiven beleefd opzij om ons door te laten. We komen droog terug bij Vroem.
Na de wandeling rijden we verder langs Nürnburg naaar Mayen. Hier vinden we een plaats voor Vroem. Er zijn 6 staanplaatsen, netjes afgebakend met voorzieningen voor water, doch geen electriciteit. Het centrum ligt op 2km afstand.
Het is nog maar kwart voor zes, dus hebben we nog een zee van tijd om Mayen bij feestverlichting te ontdekken.Een aanrader! Kijk maar eens hoe prachtig
verlicht de straten en gebouwen zijn. De talrijke winkels zijn gesloten en geven het stadje een verlaten indruk. Cafeetjes en restaurants lijken zich voor te bereiden op de lange nacht die nog komen moet op oudejaar... of zouden ze dat hier niet vieren?
Onze standplaats grenst aan drie warenhuizen. Aldi, Lidl en Rewe. Keuze
genoeg dus om onze oudejaars-inkopen te doen.We kopen veel maar
krijgen toch alles nog net in onze grote frigo gepropt.
In Ettringen trotseren we een snijdende vochtige wind
voor een rondwandeling die naar een uitzichttoren leidt. Daar wacht ons een
180° panorama over Vulkaanland. (zie panoramafoto aan het begin van deze reis)
Nieuwjaarsnacht willen we ver van het stadslawaai
blijven. De camperplaats in Nettersheim, een rustig dorpje midden in de natuur,
biedt plaats vaan een tiental campers.Maar ze zijn allemaal volzet. Het feest is zelfs al begonnen bij kampvuurtjes en barbecues.
Dus rijden we maar weer terug naar Blankenheim, dat
kennen we. En wie weet, de nacht zou wel eens lang kunnen duren en onze huishoudbatterij is door de korte afstand niet volledig opgeladen. Geen nood, hier is er stroomvoorziening. Maar ook dat gaat niet zomaar zonder problemen, het derde contactpunt lukt. 5 om te overnachten en 1 voor 6u stroom... spotgoedkoop, vinden wij.
We vieren ons eerste oudejaar in Vroem ( vorig jaar in
Ierland waren we te moe) en genieten, na het feestgeknal, van een rustige
nacht.
Op de eerste dag van 2013 worden we overspoeld met bakken
regen. We bestuderen de documentatie die we hebben meegenomen uit een Infokantoor in Monschau.
In een brochure over Schleiden lezen we dat daar een mooi park is. Bij slecht
weer valt het in de stad dan toch ook minder tegen dan in een open veld? We verkennen het stadje maar vinden dat
"Sturmiuspark" niet.We kiezen dan toch
maar uit de vele wandelingen die
aangegeven staan. De tocht naar een
uitzichtplaats dat deKuckucksley heet halen we nog wel als we voor het donker terug willen
zijn.
Spijtig dat het net iets te hard regent om ons
fototoestel boven te halen. In het bos
lukt dat wel. We vinden een mooi en rustig plaatsje op de parking aan het Freibad. Uiteraard is het open bzwembadad bvandaag gesloten, dus staan we helemaal alleen op de grote parking langs het Olef beekje.
We moeten weer zuinig zijn op onze verlichting want we hebben
vandaag niet veel gereden. Dus toveren we Vroem om tot bioscoopzaal en genieten
van een meegebrachte dvd.
Het is opgehouden met regenen. De zon piept zelfs af en
toe door de wolken. Wat is dat lang geleden.
We rijden naar Bergstein, voor een wandeling die start
aan het kerkje. We trekken door de modderige veldwegen waar we genieten van
ruimte en vergezichten. We komen ook aan een uitkijktoren met een wondermooi zicht op de hele omgeving. Jammer dat de zon niet schijnt anders zouden we mooie foto's kunnen maken. Een reden dus om hier nog eens terug te komen.
Ook het bos is
zoveel mooier als het zonlichttussen de sparren schijnt. En heel af en toe piept er een wazig zonnetje...
Plots zien we geen wegwijzers meer. Met wat moeite en heen en weer geloop vinden
we hetwandelpad teurg.Onze conditie kan er maar wel bij varen
Toevallig, tijdens onze wandeling vinden we een overnachtingsplaatsje midden in
de natuur. Hier komen we overnachten!
Vroeg gaan slapen is ook een
mogelijkheid om niet teveel stroom te verbruiken. We zijn toch moe genoeg en hier zullen we door
geen enkel omgevingsgeluid gestoord worden.
De wind heeft vannacht dan maar voor het omgevingsgeluid
gezorgd. Ze raasde en floot door het
dakvenster dat op een kier stond. Echt
herfstweer.
Waar blijft de winter? De sneeuwstokken wachten geduldig langs de
wegen. Hier en daar rijden we voorbij
een verlaten skipiste.
Tussen Gemünd en Dreiborn ligt Vogelsang, een voormalig militair domein dat opgengesteld
werd voor wandelaars . De toegang tot
het terrein is afgesloten met een hefboom. We zien een automobilist die er met
een pasje zonder problemen doorrijdt. Maar
Parkplatz Walberhof ligt slechts een paar honderd meter verder en daar is plaats
zat voor Vroem.Van daaruit kunnen we
makkelijk te voet naar Vogelsang. Even
wachten want het regent zo hard dat we niet door de ramen naar buiten kunnen
kijken.
Wanneer het min of meer ophoudt met regenen is het al 16
uur. Te laat om nog weg te gaan want omstreeks 17 uur is het donker.
Onze meegebrachte boeken die al zo lang wachten om
gelezen te worden zijn er blij mee.
We bezoeken het
oud militair domein Vogelsang, dat momenteel nog gerenoveerd wordt, maar vanaf
2014 zal worden opengesteld als museum
en cultuurdomein.
Hier verbleven Britse (1945-1950) enlater Belgische soldaten (1950-2004). Maar oorspronkelijk was dit een van de
opleidingskampen van de SS uit de jaren 30.
Het totale kamp beslaat zon 110 vierkante kilometer met
heel wat bewegwijzerde wandelingen en fietspaden.En hiervoor moet je niet wachten tot
2014.
We kiezen er eentje uit dat ons leidt via de
Victor-Neels-Brücke overen langs de
Urft richting Gemünd.
Voor we aan de Neels-brug komen zien we nog een
indrukwekkend mooi standbeeld De fakkeldrager. De beeldhouwer copieerde het ontwerp van de
Olympische Spelen in 1934. Maar de boodschap die eraan verbonden werd laat een
wrange sfeer na: De lichtdrager draagt het licht en brengt het over aan
iedereen. Moge iedereen het licht verder dragen tot heil van het ras. De witte stenen op het monument zijn later geplaatst en maken delen van de tekst onleesbaar, vermoedelijk is dit gewild... !?
Het volgende brugje over de Urft dat ons halverwege terug naar
Vroem moet leiden en dat wel netjes op
de kaart vermeld staat is echter nergens te bespeuren.De lange bosweg langs de rivier mondt uiteinendelijk
uit in Gemünd.
Daar hangt een kaart uit, mét brugje, maar onder dat
brugje staat vermeld: geplannt.Volgens ons karig Duits betekent dit dat deze brug nog gebouwd moet
worden?
Gelukkig vinden we in Gemünd een andere brug. Na veelzoeken en nog veel meer omwegen is het al
flink aan het schemeren.Het valt niet
mee om steeds sneller te moeten lopen, bergop, bergaf, in een poging om voor het
donker thuis te zijn.
Om tienover vijf
komen we uit de donkere bossen tevoorschijn en zien we Vroem in de verte.
Oost west, Vroem best.
Wat is het fijn
om weer in Vroem te zijn
Moraal van het verhaal: neem als je gaat wandelen altijd
een pillamp mee, want je weet wel om hoelaat je vertrekt, maar nooit om hoelaat
je terug bent!
"Spanje? Daar regent het!" Famielileden en vrienden overspoelen ons bezorgd met wilde verhalen over een ware zondvloed met bijbehorende modder en overstromingen. "En volgende week wordt het hier ook mooi weer hoor! Het wordt dan ineens volop lente!" Bij het horen van dit laatste woord voelt René de nieskriebels al. Wij rijden naar het Zuiden voor het goede doel: op de vlucht voor de berkenpollen die hier gaan losbarsten. Vroem staat te popelen om aan onze lentereis te beginnen. Platte band en achteruit-piepje hersteld, probleem van het waarschuwingslampje opgelost. Het witte dekentje waarmee koning winter hem tot in maart zo graag toedekte, heeft het eindelijk begeven.
Met een week vertraging en langs een onverwachte omweg voor een bezoek bij de tandarts bereiken we in de avondschemering Herbeumont.
Vroem is nauwelijks zichtbaar tussen de reuzen... kijk maar.
De rijm op het gras schittert in de ochtendzon, die vrolijk door de raampjes naar binnen schijnt. De omgeving is mooi en aanlokkelijk voor wandelingen. We onthouden dit voor een ander seizoen.
We schieten goed op. Zonder vrachtwagens liggen de Franse wegen er rustig bij. Af en toe merken we een moedige pelgrim, op weg naar Compostella. Enkele Nederlanders slepen dapper hun caravan voort.
Onze vorige GPS zag het niet meer zitten en heeft de geest gegeven. Maar geen nood, we hebben nog een erfstuk. We noemen hem Markske. Markske werd geboren in 2008 en is verknocht aan nostalgie. Alle wegen en rotondes die na dat jaar werden aangelegd, daar was Markske niet mee akkoord, en dus... Op iedere nieuwe snelweg beveelt hij bijvoorbeeld: "Na 250 m neem scherpe bocht naar rechts, dan rotonde oprijden, neem 2de afslag...". Markske rammelt er soms mee. "Sla rechtsaf" betekent (soms ! ): deze straat niet inrijden maar wel de volgende. "Rechts aanhouden" betekent (soms !): rechts afslaan. Soms horen we bij het naderen van een ( nieuwe) rotonde " Rechtdoor rijden!".
Voorbij Parijs wenkt de lente ons. De parkjes in dorpjes en stadjes zijn versierd met een kleurrijke mengeling van narcissen, tulpen en hyacinten.
Na wat zoeken - Markske kent dat dorp niet en de schaal van onze wegenkaart is te klein - bereiken we Javerdat. Daar hebben we een parkje, 4 camperplaatsen en een sanitair blok met 5 wastafels en 5 toiletten voor ons alleen. We zijn moe na een ganse dag niets anders dan rijden. Maar we rijden dan ook voor 't goede doel...
Na het eten kruipen we meteen onder de wol en vallen direct in slaap.
Het maandagochtendverkeer maakt een einde aan een rustige nacht. Af en toe druppelt het. Naarmate we vorderen, richting Bordeaux, gaat de nattigheid over in stortbuien, regen en stortregen.
Op de snelwegen die wij volgen mag je 110 km per uur rijden. Vroem is zwaar geladen en dat merk je vooral op hellingen. Als we ons richten op ongeveer 95 km per uur, overschrijden we nooit de snelheidslimiet. Maar de vrachtwagens mogen hier maar 80 rijden en dat is heel vervelend. Vroem is geen vinnig autootje dat even snel kan inhalen.
We rijden bijna de hele dag op snelwegen die recent zijn aangelegd, met bijbehorend gezeur van Markske. "Sla linksaf", " Na 1 km, 2 km doorrijden en dan omkeren"... Dus leggen we Markske het zwijgen op.
Op 100 km van San Sebastian verlaten we de snelweg. Waarom zouden we tol betalen als de Franse wegen er zo deftig bijliggen? Maar dààr krijgen we spijt van! In volle avondspits schuiven we anderhalf uur lang in Bayon en Biaritz van licht naar licht, naar rotonde, tussen zenuwachtige Fransen die om ter eerst van hun werk willen thuis geraken. Wat hadden we graag die paar euro's gegeven!
Tegen 19 uur steken we de Frans-Spaanse grens over en ongeveer10 minuten later bereiken we San Sebastian. Markske loodst ons flink door de drukke grootstad, richting camperplaats waar we vorig jaar op onze terugreis halt hielden. Van coördinaten wil hij niet weten maar het adres herkent hij. Na vele " rotonde dit en dat", " rechtsaf", "afslag links", "keer om", horen we eindelijk " bestemming". Maar waar is die camperplaats? Nergens te bespeuren! Gelukkig hebben we René nog. Hij herkent de laan waarlangs we vorig jaar naar het strand wandelden en rijdt feilloos naar de camperplaats.
Het zou ideaal zijn om in het restaurantje van vorig jaar te klinken op Spanje, gevolgd door een lekkere paella. Maar 't is hier volop lente, 15 graden om 20 uur. De bomen zijn frisgroen en de berk is uit zijn winterslaap ontwaakt.
Dus klinken en eten we in Vroem, voor 't goede doel...
De regen tikt ijverig tegen de raampjes. We rijden richting Avila op een splinternieuwe snelweg. Markske is niet akkoord en we laten hem zeuren, hij draait wel bij... Op een heuvel, enkele kilometer van Pesquera de Duero, staat een oud kerkje, omringd door wijngaarden, volgens de campergids een geschikte plaats om te overnachten.
Markske brengt ons eerst naar een verlaten erf en vervolgens tot op de parallelweg. We zien het kerkje nog steeds liggen. "Keer om waar mogelijk"... Ja jongen, daar waren wij ook achter. We proberen elk smal kronkelwegje, richting kerkje, tot onze inspanningen beloond worden.
Een stevige bries en enkele vogels zijn de enigen die hier voor geluid zorgen. Ideale plaats om na een lange reis tot rust te komen.
De zonsondergang kleurt rood tussen de dreigende wolken, maar het blijft droog. Tien graden voelt al "warm" als je recht uit het winterse België komt.
We worden gewekt door kwetterende vogels die druk door elkaar vliegen. De wind is gaan liggen. De ochtendzon schuift uitnodigend het wolkendek opzij. Maar niet voor lang.
Rond 10 uur steekt de wind weer op en we halen niet meer dan 10 graden. We rijden naar Penafiel om er het kasteel te bezoeken, dat we van ver boven op een heuvel zien liggen.
Vroem mag wachten op een enorme driedelige parking, waar hij heel alleen staat.Een zeer steile weg kronkelt omhoog naar het kasteel.
De weg ziet er luxueus uit met twee ruime baanvakken. Aan de ene kant een steile afgrond en aan de andere kant een greppel. Maar het voetpad zijn ze vergeten! Dus gaan we Vroem maar halen en maken we - op zijn Japans - boven enkele foto's. Het kasteel werd omgebouwd tot wijnmuseum. Voor 10 euro kan je het bezoeken vanaf 16u30. Het is 14 uur, dus hebben ze pech.
In het stadje ontdekken we een ooievaarspaar boven op een toren.Vorig jaar hebben we ooievaars gezien en enkele maanden later werd ons eerste kleinkind geboren. Zou die logica dit jaar ook opgaan?
We bezoeken het historisch museum: een zanderig plein midden in de stad waar ooit stierengevechten werden gehouden. De huizen zijn in hun oorspronkelijke staat bewaard gebleven. We zien heel smalle portaaltjes en voordeuren die letterlijk gebarricadeerd zijn, zodat wel een mens maar geen stier erdoor kan. Op een gevel preikt een gedenkplaat. In de late jaren 1800 werd een jongeman van 21 gedood door een stier. Zijn dood is niet voor niets geweest. Het plein werd omgebouwd tot ruimte voor de wekelijkse markt en festiviteiten. Parkeren is hier niet verboden. Auto's geven het openluchtmuseum wel een vreemd uitzicht.
We kunnen hier op de parking aan de voet van het kasteel overnachten. Maar, verwend als we zijn, verkiezen we onze slaapplaats van vorige nacht. Pesquera de Duero ligt trouwens amper op 6 km van Penafiel.
Door een vergissing worden het er 46: 20 heen en 20 terug tot Penafiel, dan 6 km in de juiste richting. "Sla linksaf", we draaien naar rechts. "keer om waar mogelijk"... Neen Markske, dat doen wij niet. Ga maar slapen, 't is genoeg geweest voor vandaag.
Zodra we de provincie Segovia binnenrijden verandert het landschap plots van wijnvelden naar verlaten vlakten. De dorpjes waar we doorheen rijden zijn zo goed als onbewoond. Aan de rand van de steden staan huizen en woonwijken met eengezinswoningen zo goed als leeg. Raar zicht! Op elke kerktoren en hoog gebouw wemelt het echter van ooievaarsnesten. Zullen die het geboortecijfer hier wat opkrikken? Ze doen in elk geval erg hun best. Op één piramidevormige toren preiken zelfs 3 nesten aan iedere zijde.
In Turegano bezoeken we de ruïnes van een kasteel uit de 16de eeuw, dat boven op een heuvel over het dorp uitkijkt. Het werd gebouwd door de Arabieren en later tijdens de inquisitie als gevangenis gebruikt. In de 16de eeuw werd een deel omgebouwd tot kathedraal. We kunnen het kasteel bezoeken, maar niet tijdens de uitgebreide Spaanse middagpauze.
Vroem vervolgt rustig zijn weg door de bergen naar het besneeuwde Puerto de Navacerada. Het is er koud en mistig. Enkele skiërs trotseren de stromende regen.
We willen in Avila even enkele boodschappen doen. Zodra we echter de indrukwekkende stadswallen zien, veranderen we ons plan. Dat willen we wel van dichtbij bekijken. Bij avondlicht ziet de stad er alvast uitnodigend uit.
Ook hier prijken ooievarsnesten op alles wat maar hoogte heeft. Avila is de hoogst gelegen stad in Spanje. De zon straalt, al voelt het nog wat fris in de wind en in de schaduw.
Avila is ook een bedevaartsoord, gewijd aan de heilige Theresa.
"Wonen werd hier te duur", vertelt een zeventiger, "ik woon nu in een dorp op 7 km van hier. Crisis? De "jongeren" weten niet meer wat armoede is. Ze zijn teveel verwend. Ik ben nog opgegroeid onder het regime van Franco. Toen hebben we honger geleden." Toch vindt hij het de moeite om met de auto tot hier te rijden voor de vrijdagmarkt. Volgens Belgische normen is het hier dan ook zo goed als gratis.
We stappen nog vlug het postkantoorbinnen vóór de middagsluiting. " Sorry", zegt de loketbediende, " ik heb geen zegels". "Euh... hoe moeten we dan onze kaartjes opsturen?". " Estanteria,Tabacos", antwoordt de man en met een hoop gebaren wijst hij ons de weg. En inderdaad, Tabacos verkoopt zegels.
Namiddag wordt het echt warm in de zon, ongeveer 19° in de schaduw. We stappen terug naar Vroem om onze regenjas en trui binnen te gooien. We aarzelen om onze short boven te halen. Maar dat zou geen zicht zijn, tussen al die Spanjaarden die stevig ingeduffeld in hun winterjas ( sommigen nog met sjaal en laarzen!) erbij lopen.
We klinken op ons eerste terrasje in de zon ( 19 uur en warm!). Wat doet dat deugd na een lange Belgische winter en een koele natte reis!