Ik ben Walter Smeekens
Ik ben een man en woon in Rucphen (Nederland) en mijn beroep is Gepensioneerd agoog.
Ik ben geboren op 21/05/1936 en ben nu dus 88 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lezen; verhalen schrijven; foto's maken.
Ik ben gehuwd en heb 4 kinderen en elf kleinkinderen.
Toevluchtsoord van Maria voor allen die in nood verkeren.
In afwachting van de nieuwe Rucphense dorpskern: De jeu des boulesbanen.
De Rucphense wandelroute "Klavere Vrouwke"
Heideven in onze Heemtuin.
Lieve moeder Maria, zegen alle moeders die uw hulp zo hard nodig hebben.
Zomer 2009
Bloemencorso in Zundert Ieder jaar op de eerste zondag in september
De gedachtenisplaats, op de Belgisch-Nederlandse grens, aan het overlijden van een van Neerlandse beruchtste smokkelaars, tijdens de Eerste Wereld Oorlog [1914-1918]: "Klaver vrouwtje".
Rucphen, juweel in de Westhoek
Wat interessant is
02-05-2009
VAN VERLEDEN TOT HEDEN [in vogelvlucht] 4
Het mensdom groeide en zwierf uit over de wereld.
Er ontstonden aparte leefgroepen[volkeren], die totaal van elkaar vervreemden, maar die wel iets gemeenschappelijks behielden: 't Geloof in na-aards leven, dat iedere groep voor zichzelf vorm gaf. Maar bij allen werd 't echter wel een afspiegeling van 't aardse bestaan; met opperhoofden {Oppergoden}, maagden{godinnen}, dienaren{halfgoden} en dienaressen{menselijke bijzitten der goden}. Iedere leefgroep maakte ook in bouwwerken hun afspiegeling van het hiernamaalse duidelijk.
Egyptenaren
Grieken
Hindoestanen
Maya's
Kelten
In de tussen tijd ontstonden er bij de diverse leefgroepen ook bijzondere verhalen. Ergens langs de oevers van de Nijl in 't Oude Egypte - zo ongeveer 3000 jaar voor Chr. - ontstond 't verhaal van 'n kind-koning, die door onbevlekte ontvangenis was geboren. Hij leerde zijn volk de wetenschap over de zon, die men aanbad als de God van de Vruchtbaarheid; deed wonderen en toen hij stierf, zei men, dat hij was opgestegen naar de sterren. Men noemde hem de gevederde slang. In Zuid Amerika, meer precies in Mexico, werd rond 1300 voor Chr. - aldus de overlevering - in 't oerwoud 'n kind-koning geboren, middels een onbevlekte ontvangenis, die zijn volk de wetenschap over de zon leerde en deze aanbad, als de God van de vruchtbaarheid. Hij deed wonderen en toen hij stierf, zei men, dat hij opsteeg naar de sterren. En men noemde hem de gevederde slangengod. In Palestina leerde [in 't jaar 30 na Chr] 'n kind-koning - geboren via een onbevlekte ontvangenis - zijn volk de naaste liefde en noemde God zijn Vader. Bovendien overschaduwde hij z'n volgelingen met de Geest Gods. Hij deed wonderen. En toen hij stierf, zei men, dat hij opsteeg naar de hemel [sterren] en men noemde hem: Jezus zoon van God.
Maar hoe zit 't dan met die goden, halfgoden, engelen en duivels? Hier komen we in 't gebied van de volksverhalen, de overlevering. De eerste mensen zagen dingen rond zich, waarvoor een verklaring moest zijn! Er was een oorzaak en dat had een gevolg. De zon, maan en sterren waren fasinerende zaken. 't Zonlicht dat deed groeien en zorgden voor het ontstaan van de dag en bij afwezigheid voor de nacht. Maar in die nacht vielen roofdieren aan. De nacht werd als kwaad ervaren. Bovendien vermoedde de mens iets van 'n bestaan elders. Het zonlicht kwam en verdween niet uit zichzelf. Er was iets dat die zaak regelde. En omdat er goede en minder goede mensen waren - precies als [tamme] dieren en rovers - zo zou 't in dat andere bestaan ook wel zijn. Men praatte er met elkaar over en net als met de uitleg omtrent de jacht:
tekende de mens ook over dat andere bestaan.
Hierna leerde de mens afbeeldingen in stenen muren beitelen, waarmee bijzondere gebeurtenissen werden vastgelegd.
Het maken van boten en er mee varen.
Aanlegsteigers bouwen in vreemde oorden.
Jachttafrelen vast leggen, waarbij hulpmiddelen als paard en wagen gebruikt werden.
Nog weer later leerde de mens schrifttekens en werden verhalen opgetekend in kleitafels. 't Zijn deze tafels die ons de oudste verhalen hebben overgeleverd. Zoals het Gilgamesj epos met het verhaal van een zondvloed.
Na deze schrijvende mensen, ontstond er een cultuur, waarin de astrologie [= wetenschap over de zon, sterren en planeten] een voorname rol ging spelen. Men bouwden graftomben voor de eeuwigheid en versierden die met beelden EN schrifttekens.
Hemel en aarde; goed en kwaad; scheppingsverhaal uit de bijbel; evolutietheorie van Darwin; waren de goden astronauten? van von Denicken; UFO's en goden en half goden uit de oudheid. Hoe zit het allemaal? Misschien is de volgende denkwijze min of meer 'n verklaring voor een en ander. Laten we uitgaan van: "In 't begin was er niets, alleen God [= de scheppende kracht; energie]" Volgens Einsteins theorie kan energie omgezet worden in massa. {E = mc2} Als nu 'n deeltje van God {= energie} omgezet is in massa, zou dat de verklaring kunnen zijn voor de "big bang"[= de oerknal] {Volgens de Bijbel: [Gen.I, 1] 'In het begin schiep God de hemel en de aarde.'}
De oerknal
De energie werd massa en het tastbare [=fysieke] heelal begon. Een deeltje van deze uiteengespatte massa koelde langzaam af en er vormde zich een gaslaag [= de atmosfeer] rond dat deel. Vanuit 't binnenste van dit afkoelende brok massa brak - bij tijd en wijle - 't inwendige vurige deel nog naar buiten. Met dit alles was ook het fenomeen "tijd" ontstaan. Er gebeurde iets, nadat iets anders had plaats gehad. En gedurende de verstrijkende tijd ontstond er land en water. In 't water ontlook leven, dat in 'n later stadium aan land kroop en er vervolgens evolueerde tot mens. In de massa was immers ook energie besloten. De scheppende kracht in de kosmos [= God, aldus Teilhard de Chardin] was z'n werk begonnen.
Zittend op mijn bankje in de heemtuin met uitzicht op:
het heide ven, kun je soms zowel eens wegdromen. Waar komt al dat moois toch eigenlijk vandaan? Als je de bijbel moet geloven, heeft God dit alles in zeven dagen geschapen. Maar Darwin zette daar grote vraagtekens bij. Volgens hem is alles een kwestie van evolutie. Maar hoe is die dan begonnen? Terugvallend op het evangelie van Johannes lees je daar: "In den beginne was het woord en het woord was God." Men zou dan kunnen stellen: in het begin was er helmaal niets dan God. [= de scheppende kracht in de Kosmos, aldus Teilhard de Chardin] En die kracht ontwikkelde 'betaan' {= leven} De hemel met de engelen, bijvoorbeeld. Want oude volksverhalen en overleveringen uit allerhande vroegere culturen, hebben allemaal iets over individuen, die meer hebben dan de mens.
Neem de Griekse beschaving. Die kende een Olympus vol met goden en half goden en lieten ons de mooiste verhalen [Ilias; de Giganten] en bouwwerken na, die aan dat geloof gewijd waren.
De Egyptische cultuur, die de Griekse vooraf ging, kende ook zijn Goden en heilige dieren en bouwden zelfs graftombes voor de eeuwigheid. Want er was een leven na de aardse dood.
De Chinese cultuur - aan het andere eind van Europa - kende zijn Boedha en het geloof in het uiteindelijke heiligste, na vele wedergeboorten te bereiken.
En wat te denken van de Mayacultuur in Zuid Amerika? Zij bouwden voor hun goden de prachtigste tempels, die we slechts sinds enkele jaren aan het oerwoud onttrokken hebben.
Maar ook in Ethiopiƫ staan kerkgebouwen uit lang vervlogen tijden, die fresco's bezitten over engelen en heiligen en gewijd zijn aan de opstanding van Jezus uit de dode.
Kortom, er moet dus iets meer zijn dan ons aardbolletje met alles erop en eraan. Want als zovele generaties mensen, door alle tijden heen, er mee bezig zijn geweest en er majestueuze bouwwerken voor hebben opgericht, dan moet er buiten dit aardse leven nog iets anders bestaan. Maar wat heeft het een met het ander van doen? Vondel schreef er het drama: "Lucifer" over, in 1654, en gaf daarbij als uitgangspunt aan: '" Hoovaerdy is een liefde tot zijn eigen grootsheit, maar de Nydigheit een haetster van eens anders geluk." Of met andere woorden: de hoogmoedige benijdt zijn gelijke, omdat deze hem gelijk is en benijdt zijn mindere, omdat hij vreest dat deze hem gelijk wordt en zijn meerdere omdat die boven hem staat. Ergo: aards bestaan en het hiernamaals hebben kennelijk iets van doen met goed en kwaad. Maar hoe verbindt je dan de evolutieleer met dit na-aards bestaan? Wat hebben hemel en aarde met elkaar vandoen?
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Gemeentehuis Rucphen
Ik weet niet hoe ik moet bidden; Ik weet niet wat te zeggen; Ik heb niet veel tijd. Wat dan?
Het lichtje dat ik offer is: 'n beetje van mijn bezit, 'n beetje van mijn tijd, 'n beetje van mijzelf, dat ik achterlaat voor Maria.
Dat stralende lichtje stelt mijn gebed voor, dat ik voortzet terwijl ik wegga. -.-.-.-.-.-.- Muurgebedje uit Mariakapel Horendonk
Ginds ver aan de einder, Daagt ' t Mariaoord, St. Willebrord; Met in zijn schaduw De Vlegter & de Kim.
Een restantje Paradijs. [om 't nooit te vergeten!]
Mijn lief sprak en zei tot mij: "Sta op, liefste, mijn schoonheid, En kom naar mij. Want voor jou is de winter voorbij, De regen is opgehouden en verdwenen De bloemen ontluiken uit de aarde De tijd dat de vogels zingen is gekomen. Dus ... Sta op mijn liefste en kom naar mij."
Dit nooit meer. Dodenherdenking 4 mei 2009
Zij gaven hun leven voor onze vrijheid. Vloeiweide Rijsbergen