Overal ter wereld is water een bron van leven, van genezing, van zegening. Dat is zo bij de Ganges in India, bij de Grot van Lourdes in Frankrijk, of hier, bij Montezuma Well in Arizona. Een bordje herinnert eraan dat dit een heilige plaats is: "Take time to see the sky / Find shapes in the clouds / Hear the murmur of the wind / And touch the cool water. / Walk softly - / We are the intruders / Tolerated briefly / In an infinite universe." (Neem tijd om de lucht te bekijken, vind vormen in de wolken, hoor het murmelen van de wind en raak het koele water aan. Loop zachtjes, want wij zijn de indringers die even worden getolereerd in een oneindig universum.)
Op een rots onder een plataan zit ranger Jack bij de bron van Montezuma, keurig in uniform. Eigenaardig dat zo'n heilige plaats niet wordt bewaakt door een wijze indiaan, maar door een ranger met zilveren haren. "Een paar dagen geleden was hier een Hopi-indiaan, vertelt hij. Hij nam vier kannetjes water mee en bleef een poosje bidden. Ik stelde geen vragen. Hun religie is heel persoonlijk."
En dan, peinzend: "Mijn vrouw stierf toen ze 80 was. Ze was leraar. Ze leerde me een heleboel dingen, zoals zingen." Duidelijk geëmotioneerd, maar toonvast, zet hij in: "I'll be seeing you, in all those old familiar places, that this heart of mine embraces, all day through." Een onverbloemde ode aan de liefde. Het is muisstil geworden.
Als zijn liedje gedaan is, applaudisseert niemand van de toehoorders, maar hier en daar hoor je iemand zijn neus snuiten. "Hoe laat is het? Tien na vijf? Tja, het steekt niet zo nauw wanneer ik thuis kom. Ik ben 91," zegt hij opgewekt. Dan pakt hij zijn wandelstok en stapt met geheven hoofd naar zijn auto. Traag, maar zeker.