Guy was de broer met wie ik het nauwste contact had. Wij woonden op amper 150 meter van elkaar. Ik was peter van zijn derde kind, hij van Josh. Dertig jaar geleden ging hij mee alles opstellen voor De Kreuners. Je kon altijd op hem rekenen. Toen hij stierf, was ik heel kwaad. Hij was pas 47 - veel te jong. Ik vond het onrechtvaardig dat men hem is komen halen en niet anderen. Uiteindelijk heb ik mezelf daarbij neergelegd. Hoe ik dat heb verwerkt? Door te doen wat ik altijd heb gedaan en er niet te lang bij stil te staan. Dat zou hij ook hebben gedaan.
Eind jaren 70 zijn er ook een paar vrienden weggevallen: zelfmoorden en drugsdoden. Een kliekje romantici, dichtertjes in spe, die op een paar weken tijd uit het leven stapten. Er waren een drietal homos bij die naar katholieke scholen gingen waar ze niet werden aanvaard. Het was bijna een hysterie.
Sindsdien relativeer ik veel meer. Mijn broer Alain zegt dat ik dat teveel deed, dat ik soms de dingen overrelativeerde. Met De Kreuners zou je veel verder hebben gestaan als je dat niet had gedaan, zei hij. Dan dacht ik: Waar heeft hij het in godsnaam over? Eigenlijk behoort hij tot een andere generatie: Alain is tien jaar jonger dan ik.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van november/december 2007.