Ik vind het geweldig als ik in een café in Leuven gasten van een jaar of achttien ontmoet die zeggen: Kunnen we morgen geen lift krijgen, want we gaan naar Steve Harley & Cockney Rebel kijken. Dat vind ík oudezakkenmuziek! En wat horen jullie nog zoal graag? vraag ik dan. Bob Dylan. Daarin kan ik ze volgen. Veel jongeren herkennen zich in zijn scherpe, aantrekkelijke look anno 1966.
En dan trekt een van die jonge gasten de ritssluiting van zijn lederen vestje open en toont een T-shirt van Mark Knopfler: Dat is de beste van allemaal. Niet Jimi Hendrix, niet Jimmy Page van Led Zepelin, maar Mark Knopfler van Dire Straits! Dat is muziek voor mensen van vijftig, die ze rustig op hun heel dure Marantz-installatie spelen. Maar die jongeman denkt niet in die categorieën. Hij vindt Mark Knopfler de beste gitarist ter wereld. Het is de generatie tussen de veertig en de vijftig die met veel meer vooroordelen zit dan jonge mensen. Die hebben die muziek van vroeger leren kennen via hun ouders of via het Internet, maar ze nemen ze voor wat ze waard is. Dat is heel verfrissend.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van december 2007/maart 2008.