"Ik heb wel veel bijgeleerd van Ann Petersen. Ik herinner mij nog de allereerste keer dat ik haar ontmoette. Ik had gehoord dat zij Florentine Bomans zou spelen, mijn schoonmoeder. Op de eerste repetitie zei ik: Dag mevrouw Petersen. Waarop ze direct zei: Zeg maar Ann. Dat viel mee, want ik keek enorm naar haar op. Achteraf bleek dat voor niks nodig te zijn, want ze was een aangename collega. Je moest wel een beetje weten hoe ze in mekaar zat en hoe je haar moest aanpakken. Als je dat wist, was het een prettige samenwerking. Geregeld wees ze me op dingen die ik fout deed. Van haar aanvaardde ik dat. Ze had een leven lang niets anders dan televisie en theater gemaakt. Ze kende dus het klappen van de zweep.
Mijn dochter heeft nooit haar grootouders gekend, daarom was Ann Petersen zo een beetje haar oma. Toen Ann stierf, dacht ik: hoe moet ik dat aan mijn dochter vertellen? Ik moest iéts zeggen, want de volgende dag stond het bericht op de voorpagina van alle kranten. Toen mijn dochter haar foto zag, zei ze: Ha, ons moeke! Ja, antwoordde ik, Ons moeke is gestorven. Maar weet je, als we in Frankrijk op vakantie zijn, pinkt daar soms een sterretje aan de hemel. Wel, dat is ons moeke. Deze zomer zien we haar weer. Sindsdien is het vaste prik dat we naar de sterrenhemel gaan kijken als we in de Provence zijn."
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van maart-mei 2008.