In Flanders fields the poppies blow Between the crosses, row on row. That mark our place; and in the sky The larks, still bravely singing, fly Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago We lived, felt dawn, saw sunset glow, Loved and were loved, and now we lie In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe: To you from failing hands we throw The torch; be Yours to hold it high. If ye break faith with us who die We shall not sleep, though poppies grow In Flanders fields. Op de velden van Vlaanderen, blazen de papavers tussen de kruisen, rij op rij. Dat teken is onze plaats; en in de hemel vliegen de leeuweriken die, nog mooi zingen,, Schaars gehoord terwijl de hieronder kanonnen zingen. Wij zijn de Doden. Korte tijdgeleden toen wij leefden, , voelden we dageraad, zagen we het behouden de zonsondergangsrood, en werden er gehouden van, en nu liggen wij in de velden van Vlaanderen. Neem onze ruzie met de vijand op: Aan u van ontbrekende handen hebben wij geworpen De toorts die wij; van u om het hoog te houden. Als jij met je onderbrekingsgeloof met ons die gaan sterven ,Wij zullen niet slapen, hoewel de papavers op de velden van Vlaanderen groeien
|