benodigdheden : 2 bollen dunne wol, en haaknaald 2,5
Begin ùet 22 lossen ten sluiten tot ring.
1e toer : 4 stokjes in 1 losse en herhaal dit voor de gehele toer<;
2e toer : 1 st, 1 losse, "1st 1 v overslaan. In de volgende vaste 1 st , 1 losse , 1 st haken " en dit herhalen " over de gehele toer.
3e toer : 2 lossen om elk boogje van 1 losse van de vorige toer, steeds 2 st , 1 losse, 2 st haken. Dit herhaal je steeds tot het rokje 14 toeren lang is (derde toer herhalen).
Draad afbreken.
bovenstukje : 22 steken van het rokje weeral opnemen en hierop 11 toeren vasten haken , dan draad afbreken.
Mouwtjes : Haak op het voormand en achterpand 6 vasten, zet 6 lossen op voo de schouder. 1e toer : 1 st , 1 l , 1 st in iedere v.
Dan verder haken zoals bij het rokje beschreven.
6e toer: voor het minderen : Door 3 volgende vasten elk 1 lus halen en in eenmaal doorhalen. Draad afbreken.
Hoedje: een ketting van 4 lossen haken en ring sluiten.
1e toer 8 v in ring.
2e toer 2 vasten in elke vaste
3e toer als 2e toer.
4e tot 7e toer : 1 v op elke v
De rand van de hoed wordt omhaakt op de wijze als bij de mouwkes beschreven.
Je draait nu nog een koordje van 4 draden (+ 10 cm lang) en je rijgt deze door de laatste toer, vervolgens strik je hem dicht.
|