De Orde van de Ridders van Sint Jan, de Johannieters, was ontstaan uit vriendschappelijke broederschap in Jeruzalem door kooplieden uit Amalfi in Italië, die hun permanente woonplaats in de Heilige Stad hadden. Later, en speciaal na 1099, toen de kruisvaarders Jeruzalem in beslag namen, verwierf de Orde meer macht en werd meer een militaire organisatie onder gezag van de kerk.
Na de verovering van Jeruzalem door Saladin in 1187 verlegden de ridders hun hoofdkwartier naar Akkon in Noord-Palestina. Maar de uiteindelijke totale mislukking van de kruisvaarders dreef hen allen tezamen uit de omgeving en bracht hen als vluchtelingen naar Cyprus, waar Koning Henry II hen Limassol toebedeelde. Ze bleven maar 18 jaar op Cyprus en kwamen toen naar Rhodos.
De jaren dat de ridders op Rhodos verbleven was de mooiste tijd uit hun geschiedenis. Meteen na de oprichting van hun heerschap over het eiland veroverden de Johannieters van Jeruzalem, die toen Ridders van Rhodos genoemd werden, de omliggende eilanden en voor een tijdje ook Smyrna. De kruisridders lieten diepe sporen op Rhodos achter en geven het eiland een karakter wat we ook vandaag nog in de muren, torens, kerken en ziekenhuizen, herbergen en paleizen kunnen herkennen. Ze bleven 213 jaar op Rhodos, tot 1522, toen op 29 December, de laatste Groot-meester, Villiers de l Isle Adam, gedwongen werd de stad over te geven aan Sultan Suleiman de Grote. De overgave was een gevolg van een zes maanden durende belegering bij welke de kruisridders met ondersteuning van de Griekse eilandbewoners tegenstand hadden geboden.
|