TIENEN DRAAIT ROND Tienen - Tintelende stad -
Suikerstad -mijn stad -
22-01-2011
Authentiek versus eigentijds
Authentiek versus eigentijds
Vlakbij het station van Lier lieten Ann en Achiel een art-decoarbeiderswoning verbouwen. De authentieke voorgevel en de art-deco-elementen werden intact gelaten. Ze vormen een groot contrast met de strakke, lichte achterbouw. Die tweedeling authentiek versus hedendaags loopt als een rode draad door het huis en de inrichting.
Ze vallen meteen op, de vier gelijkaardige art-decoarbeiderswoningen uit 1936. 'Ze werden gebouwd in opdracht van een bakker, voor zijn vier zonen', zegt bewoonster Ann, die meteen verliefd was op haar huis. 'Mijn man en ik zijn allebei dol op de art-decostijl van de jaren 1930. Dit mag dan een lichte vorm van art deco zijn, het huis was zeer authentiek en origineel. Bovendien was de ligging perfect: in een rustige straat, maar wel op 2minuten van het station en op 10minuten van de Grote Markt.'
Noch Ann, noch Achiel heeft een band met Lier. 'Vóór we aan een grote verbouwing zouden beginnen, wilden we zeker zijn dat we hier toch een aantal jaar zouden wonen. Daarom beperkten we ons in eerste instantie tot het installeren van centrale verwarming en het schilderen van de muren. Pas toen we zeker wisten dat we wilden blijven, zijn we aan het grote werk begonnen. Ik ben daar nog altijd blij om. Want daardoor kenden we het huis door en door, en wisten we precies wat we wilden.'
Vormen en bogen
Ook in de zoektocht naar een architect gingen de bewoners niet over één nacht ijs. 'We zijn in de voorbereidende fase nog van architect veranderd. Vervelend, maar volgens ons buikgevoel zat het niet helemaal juist. Bij Kathy Verbeeck voelden we meteen dat ze goede ideeën had, en dat ze onze liefde voor de authentieke elementen deelde.'
Dat laatste was belangrijk, want Ann en Achiel wilden het voorste deel van het huis zo authentiek mogelijk houden. 'Voor het comfort lieten we thermische isolatieramen in aluminium plaatsen, maar dat is zowat het enige dat we veranderden. De originele planken vloer zat ongeschonden onder het vinyl. Alle art-deco-elementen van het huis werden bewaard: de typische hoge plafonds, de afgeronde vormen en bogen, de marmeren schouw, de originele moulures...' Bijbehorende luchters en meubelen versterken het authentieke gevoel. 'We blijven rommelmarkten en de Antwerpse Kloosterstraat afschuimen op zoek naar originele trouvailles', vertelt de bewoonster. Erfstukken vullen het geheel aan. Zo is Ann erg blij met de eettafel die nog van haar grootvader is geweest. 'Volle eik, en dan die afwerking... kunstenaarswerk zoals ze het vandaag niet meer maken.'
Boven moest er niet zoveel gebeuren. Het originele houtwerk werd hersteld, met behulp van nieuw beukenhout in dezelfde kleur. 'We probeerden alles zoveel mogelijk in de originele staat te herstellen. De hoge plinten bijvoorbeeld zijn net als vroeger, en de deuren werden ook in hun oude glorie hersteld. Die details vonden we belangrijk.'
Maximaal raamwerk
Was 'authenticiteit' het leitmotiv voor het voorste gedeelte van het huis, dan was 'tabula rasa' het sleutelwoord voor de achterbouw. 'Om te beginnen moest de typisch Vlaamse koterij weg', vertelt Ann. 'Je kent dat wel: een klein keukentje, een toiletje erachter, daarachter nog een badkamertje, en daarachter nog een gesloten koertje... (lacht). Er was geen enkel contact meer tussen binnen en buiten. We hebben de achterbouw radicaal opengetrokken, zonder steunmuren en met maximaal raamwerk, van muur tot muur, over de hele breedte van de gevel en een verdieping hoog. Zo trekken we veel licht binnen en genieten we volop van het uitzicht op de tuin, die als een schilderij de leefruimte omkadert.'
'Voor de strakke achterbouw hebben we buiten identiek dezelfde materialen gebruikt als bij de aanpalende, eerder verbouwde woning van de buren: dezelfde zwarte baksteen en zwarte ramen en dezelfde gevelbekleding in padouk, een bijzondere houtsoort die eerst rood van kleur is en daarna stilaan grijs wordt. Beschouw het als een knipoog naar de identieke voorgevel. We wilden geen afbreuk doen aan de eenheid die de huizen vormen.'
Ook binnen werd de afwerking van het nieuwe gedeelte strak gehouden. De keuken heeft greeploze kasten, het aluminium van de afzuigkap en de toestellen werd bewust zichtbaar gehouden, de technische leidingen werden door de schrijnwerker netjes weggewerkt in een kast. De meubels zijn nagenoeg allemaal wit, op een paar elementen in licht hout na. Zeer blij zijn de bewoners met de strakke inbouwlampen en de lichtstraat die helemaal is doorgetrokken. 'Die maakt echt het verschil. Want we hebben wel grote ramen, maar het licht moet toch vrij diep binnen geraken, anders krijg je een donkere middenplaats.'
Het terras werd op hetzelfde niveau gebracht als de woonkamer. Door dezelfde leisteen te gebruiken voor binnenvloer en terras, krijg je het gevoel dat buiten en binnen visueel perfect in elkaar overvloeien. Van het terras loopt een trapje naar beneden, de 30meter diepe stadstuin in. 'Een voor ons ideale oppervlakte want perfect onderhoudbaar. Bovendien is de tuin goed georiënteerd. We hebben zowat de hele dag zon en 'szomers kijken we uit op het groene bladerdak van de vele bomen. Dat is misschien nog het mooiste aan de hele verbouwing: het uitzicht, het licht, de vogels in de tuin... Dat zeggen we nog wel eens tegen elkaar: dat we dat al die jaren hebben moeten missen, terwijl het er nochtans allemaal wás.'
Tips van de bewoners -
'Een huis eerst bewonen en dan pas verbouwen, is écht een goed idee. Je kent het huis dan zeer goed, waardoor je ook beter weet wat je wilt veranderen.' - Denk goed na over de keuze van je architect, en spreek alles heel goed door met hem of haar. Een architect die in de buurt woont, is in ons geval een groot voordeel gebleken.' - 'Als je niet wil dat je verbouwing uitloopt, zorg dan voor waterdichte contracten met je aannemers, inclusief boeteclausules. Onze verbouwing was klaar in vier maanden, precies volgens het strikte schema. Het engagement van de architect bij de werfopvolging heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld. Het feit dat we hier woonden en de werken dus van dichtbij konden opvolgen, heeft waarschijnlijk ook geholpen.' - Check vooraf met je aannemer of er met onderaannemers zal worden gewerkt. Zo ja, vraag dan ook referenties van die onderaannemers. Anders weet je niet met wie je in zee gaat.'
Ga je graag op chambre d'hôte, maar zie je het niet zitten om met andere gasten de ontbijttafel te delen, dan kan dat perfect in Le Presbytère in het Normandische dorpje Préaux-du-Perche. Le Presbytère (of 'pastorie'), die pas open is, heb je helemaal voor jou alleen.
Gastheer en gastvrouw zijn Jean-Pierre en Ysabel Mavit, een koppel uit Parijs dat de pastorie, vlak naast de kerk, nieuw leven inblies. Het 17de-eeuwse gebouw had 30 jaar leeg gestaan, plafonds waren ingestort en de bomen groeiden door het dak. Maar het resultaat is bijzonder fraai. Met oude materialen werd alles in zijn vroegere glorie hersteld. Ysabel is schilderes en Jean-Pierre maakt kunstwerkjes met lampen. Beiden hebben hun atelier onder hetzelfde dak en zij stellen er ook vaak tentoon. De ommuurde tuin is een unicum midden in het typische dorpje van 500 inwoners.
Prijs: 120 euro per kamer per nacht met ontbijt (110 euro per nacht voor langer verblijf ). Brussel - Préaux-du-Perche 475 km.
Meer info: http://www.entre-voir.com/le-presbytere, http://www.orne-tourisme.com
Hou je van Marrakesh? Ga dan ook naar Fez, die andere Keizerstad van Marokko. Sinds kort vliegt Jetairfly twee maal per week rechtstreeks naar Fez vanuit Charleroi. Onze tips voor de stad van 40.000 steegjes.
Fez, aan de voet van het Atlasgebergte, was al in 808 het middelpunt van het toenmalige koninkrijk. En zelfs tot vandaag is het nog altijd het intellectuele en culturele centrum van Marokko. De stad bestaat uit drie delen met elk een heel eigen identiteit. De moderne stad, of Ville Nouvelle, heeft Europese looks. De Ville Nouvelle gaat terug tot het begin van de 20ste eeuw en werd door de Fransen gesticht. Hier ontdek je de meeste commerciële activiteiten. Het 'nieuwe Fez' (Fez El Djid) op een heuvel in het westen werd al in de 14de eeuw gebouwd als uitbreiding bij de oude stad (Fez El Bali).
De medina
Het is vooral in dit laatste, ommuurde deel of de medina, dat je als toerist in een andere wereld terechtkomt. Het is een doolhof van schijnbaar lang vergeten steegjes, vervlochten met ontelbare doorgangen. Er zouden 40.000 van dergelijke steegjes in de medina zijn. De straatjes zijn zo smal dat transport alleen met de muilezel kan. Achter de dikke muren liggen de mooiste riads verscholen. De medina biedt niet alleen de Fassi, de inwoners van Fez, maar zeker ook de avontuurlijke toerist een overdaad aan shoppingplezier. Hier onderhandel je onverdroten over de prijs van spotgoedkope lederwaren, over kelims tot het typische blauw-witte keramiek. Fez is niet voor niets het centrum van het handwerk en elke soek heeft zijn eigen specialiteit.
Een wandeling door de medina moet je doen als je een authentiek beeld wilt krijgen van het sinds eeuwen onveranderde, dagelijkse leven in Fez. Voor zo'n 27 euro huur je een plaatselijke gids bij je hotel en stap je door poort van Bab Boujloud een wirwar van straatjes binnen. Laat je leiden door de talloze geuren en kleuren. Ga zeker eens langs bij de leerlooierijen van Chouwara, waar je de stank overleeft met een bundeltje munttakjes onder de neus. De zware arbeid rond de verfbaden levert een onvergetelijk en fotogeniek schouwspel op. Vergeet ook de bakkerijen en de ettelijke cafeetjes niet. Eten in de Medina zelf kan vaak al voor 1 euro, al remt het uitgestalde vlees in beduimelde etalages wel eens de eetlust.
De Al-Karaouine-moskee (Es-Seffarineplein) werd gebouwd in 857 door verdreven Moorse families uit Kairuan. Het was de eerste universiteit van de westelijke wereld en is ouder dan de Sorbonne of Oxford. Deze moskee heeft een bibliotheek met 30.000 werken waaronder een koran uit de 9de eeuw. Nietmoslims kunnen alleen een glimp opvangen door de eeuwenoude poort of vanop een dakterras in de onmiddellijke buurt. Van hieruit stap je naar het vlakbij gelegen mausoleum van Moulay Idriss II, de stichter van de stad. De houten lat aan de ingang gaf vroeger aan tot waar katholieken, joden en... muilezels mochten komen. Nu kan iedereen door de zware deuren het mooie tegelwerk bewonderen. De enige moskee die niet-moslims wel mogen bezoeken, is die van de 14de-eeuwse Medersa Bou Inania, een koranschool in de Medina. Open van 9 uur tot 17 uur.
Parijs in Noord-Afrika
De Ville Nouvelle zou je met enige verbeelding kunnen omschrijven als een stukje Parijs in Marokko. Je kunt er tussen bomen en langs fonteinen wandelen over de Boulevard Hassan II. In dit moderne stadsgedeelte liggen de meeste hotels, cafés, bars en restaurants.
Wil je een mooi uitzicht over de stad, bestel dan een drankje op het terras van het luxueuze Hôtel Les Mérinides. Je kan ook de vestingmuren van de Borj Nord, nu een wapenmuseum, als uitkijk gebruiken. Ertegenover ligt de Borj Sud. Op deze heuvel ligt de dynastie van de Mérinides begraven, de heersers in het Fez van de 13de tot de 15de eeuw.
Het Dar Batha Museum op de Place du Batha Fez is gevestigd in een 19de-eeuws zomerpaleis met een Arabisch-Andalusische architectuur. Het biedt een uitgebreid overzicht van de kunst en de traditionele objecten van Fez en belicht het historische vakmanschap van de diverse ambachten.
Brood is heilig in Fez. Wie een stukje op de grond vindt, wordt geacht dat op te rapen, te kussen en neer te leggen op een beschut plekje. Daarom zie je in de Medina vaak stukjes brooddeeg weggestopt in de gaatjes en nissen van eeuwenoude muren.
Logeren
Betaalbaar: Riad Boujloud (Derb Ahl Tadlaa) vlak bij de gelijknamige toegangspoort en toch rustig. Smaakvol ingericht. Prijzen vanaf 60 euro voor een kamer. Vier kamers en mogelijkheid om ter plaatse lekker en traditioneel te eten. http://www.riadboujloud.e-monsite.com Luxueus: Riad Maison Bleue (Derb El Mite). Voormalig familiehuis, in 1915 gebouwd door een bekende rechter. Aan de rand van de medina en daardoor ook makkelijker bereikbaar. Opgenomen in de gids The Most Romantic Hotels of The World. Prijs: 175 euro voor een tweepersoonskamer, inclusief ontbijt. Je kan op het dakterras ook stijlvol eten. Een topadres in Fez. http://www.maisonbleue.com
Praktisch Erheen: Jetairfly vliegt elke dinsdag en donderdag naar Fez in drie uur. Tickets vanaf 39,99 euro enkel, all in. http://www.jetairfly.com of de reisagent. De luchthaven ligt op 14 km van de stad. Een taxirit naar Fez kost 11 euro, een busrit (vertrekt om het half uur) kost amper 0,5 euro.
Beste periode: ook in de winter nog zachte temperaturen: 15-20 graden. Info: http://www.visitmorocco.com of tel. 02/646 63 20.
HOEGAARDEN - Twee foto's van de sloping van de Grand Pont, wekten de interesse bij auteurs en bewoners.
'Ingenieur Vande Putte zoekt foto's van suikerfabrieken', schreven we op 7 januari. Daarop reageert Pedjko Wasily dat hijzelf en Maurice Dodion, bij de Heemkundige Kring Hoegaarden werken aan een geschiedenis van de suikerfabriek van Hoegaarden. Ze beschikken over archieven, prentkaarten en een boek over het 75-jarig bestaan van de Grand Pont (de fabriek in Altenaken).
Ook een bewoner van de Grote Molen (Gete, Ourystraat) betoont interesse. De molen was eigendom van de Grand Pont (en eerder van La Ghète, de fabriek aan de Ourystraat?). De huidige bewoners vragen naar meer achtergrondgegevens over deze oude molen, ooit verbonden aan de abdij van Park (Heverlee). Wie kan hen helpen?
Hierbij nog enkele foto's van de sloping van de Grand Pont in 1985. Let wel: het merk 'Grand Pont' is blijven bestaan. Als u kristalsuiker tegenkomlt met die naam dan verwijst die naar de fabriek van Hoegaarden. Grand Pont is overgenomen door Tiense Suiker. (R. Billen)
Steeds meer mensen vragen een ambulance voor futiliteiten.'Wat als er gelijktijdig een zwaar verkeersongeval gebeurt?', vraagt de Tiense brandweercommandant Stefaan Van Broeck zich
De hulpdiensten in Tienen trekken aan de alarmbel. Ze worden steeds vaker opgetrommeld door patiënten die eigenlijk geen ziekenwagen nodig hebben. 'Mensen bellen zelfs als ze keelpijn hebben. Onze ziekenwagen is geen taxi naar het ziekenhuis hé.'
De brandweer moet steeds vaker de ziekenwagen van stal halen voor futiliteiten: hoofdpijn, keelpijn, een pijnlijke elleboog... 'Mensen beschouwen onze ambulance als een taxi. Wat als er zich gelijktijdig een écht noodgeval aandient?', foetert commandant Stefaan Van Broeck.
Het fenomeen is niet nieuw. Ook de brandweer van Antwerpen maakte vorig jaar z'n beklag. Daar becijferde het korps dat tijdens de weekends liefst zestig procent van de werktijd opgeslorpt wordt door nutteloze oproepen. In Tienen kunnen ze dat alleen maar beamen.
'We worden voor de meest onnozele dingen opgeroepen', zegt commandant Van Broeck. 'Mensen met een kriebel in de keel durven tegenwoordig ook het noodnummer draaien. Eigenlijk beschouwen ze een ambulance gewoon als een snelle en makkelijke verplaatsing naar het ziekenhuis, zonder dat ze hun eigen wagen moeten gebruiken.'
'Probleem is dat we geen oproepen mogen weigeren', zegt Van Broeck. 'Dus als wij op pad zijn om iemand met keelpijn naar het ziekenhuis te brengen en er gebeurt gelijktijdig een ernstig verkeersongeval met zwaargewonden, dan is er een probleem. Onze ziekenwagen is bezet, wat betekent dat de ziekenwagen uit Diest, Landen of Leuven moet komen. Telkens een rit van zo'n twintig kilometer. Op die manier gaat kostbare tijd verloren.'
Naar de 2.500 ritten
Nochtans was het niet altijd zo. Tot 1995 mochten oproepen naar de dienst100 enkel voor ongevallen op openbaar domein. Op privéterrein mocht een ziekenwagen niet opereren. 'Sinds dat veranderd is, is het aantal nutteloze oproepen in steile lijn toegenomen', zegt Van Broeck. 'Om je een idee te geven: in 1995 hadden we gemiddeld negenhonderd ambulanceritten per jaar. In 2010 waren dat er 2.500.'
Tijdens zijn toespraak op de nieuwjaarsreceptie van de brandweer kaartte ook de Tiense burgemeester Marcel Logist (SP.A) het probleem aan. 'De dringende medische hulpverlening is eigenlijk slachtoffer van z'n eigen succes. Patiënten, artsen en magistraten gebruiken het systeem om mensen op een snelle en verzekerde manier in het ziekenhuis te krijgen. Maar daarbij doen ze de 'D' van dringend wel geweld aan. Ten koste van andere, wel dringende interventies.'
Toch drukte Logist zijn korps op het hart om zich te blijven inzetten, ook tijdens minder dringende interventies. 'Ook wij voelen aan dat de ziekenwagen steeds vaker als taxi gebruikt wordt. Maar, dat mag geen sein zijn om de taak van hulpverlener minder nauwgezet uit te oefenen.'
'Vroegboekbelg' niet zo tuk op exotischer vakantieland
Klassieke vakantietoppers als Spanje en Turkije krijgen concurrentie vanuit alle hoeken van de wereld: van Sri Lanka tot Kenia en Chicago. Hoewel: de vroegboekende Belg is er nog niet voor gewonnen, zo blijkt uit een rondvraag die de Concentragroep deed bij de reisorganisaties.
Door de vroegboekkortingen hebben velen in november al hun vakantieadres gereserveerd. "Klassiekers als Turkije en Spanje blijven de populairste vliegvakanties", zegt Hans Vanhaelemeesch, woordvoerder van Jetair. Ook volgens Thomas Cook en Neckermann behoren Turkije, Spanje en de Dominicaanse Republiek nog altijd tot de favorieten. Bij Connections is New York dé topbestemming voor 2011.
In de zomer bloedheet, maar tot diep in het najaar nog aangenaam en zacht: Sicilië. Sinds kort kan je ook naar het noordwesten van het Italiaanse eiland vliegen. Hier vind je nog het pure Sicilië, ver weg van de drommen toeristen die naar Taormina of de Etna trekken.
De nieuwe vluchten landen op Trapani. Vandaaruit is het makkelijk om naar de Egadische eilanden te varen per ferry. Deze eilanden zijn niet meer dan stipjes op de kaart te midden van de Tyrreense zee. Favignana is het grootste van de drie bewoonde eilanden, maar met een maximale lengte van 9 km is het in feite nog piepklein. Het heeft op de kaart het uitzicht van een vlinder, waaraan het eiland zijn bijnaam La Farfalla dankt. Niets doet overigens vermoeden dat zich elk jaar op dit vreedzame eiland een echt drama afspeelt, wanneer in het voorjaar la mattanza plaatsvindt. De plaatselijke vissers drijven dan de tonijn samen tot in La Camera della Morte (de Kamer des Doods) in de haven. Daar richten ze vervolgens een waar bloedbad aan.
Gezellige sfeer De vis is het symbool van de eilanden en natuurlijk overheerst ook vis alle menukaarten. Aan de haven van Favignana is het een komen en gaan van vissers- en plezierbootjes. Net achter de haven liggen twee piazza's die onderling verbonden zijn door de Via Vittorio Emanuele. Vooral 's avonds is het in dat kleine verkeersvrije centrum gezellig druk en levendig. Dan zetten ook alle restaurants - en dat zijn er behoorlijk veel voor zo'n klein eiland - hun tafels buiten. Aanbevolen is zeker La Lampara op de gezellige Piazza Madrice. De avond uitwuiven kan je bijvoorbeeld in de bar Camarillo Brillo, aan de via Vittorio Emanuele, voor goede muziek en heerlijke cocktails.
In volle zomer zwermen vooral de Italiaanse eilandbewoners uit naar de talrijke zand- of rotsstrandjes. De grillige kust zorgt bovendien constant voor verrassingen. Zo zit je soms tussen picknickende families om luttele ogenblikken later moederziel alleen in een rustig hoekje te belanden. Er is keuze genoeg. Het water is hier nog glashelder en azuurblauw. Een interessant uitstapje is een boottochtje naar de Grotta delle Uccerte. Gepensioneerde vissers brengen je er graag naartoe.
Levanzo Nauwelijks tien minuten varen en je staat op Levanzo, een eiland van nog geen 6 km2 waar in de winter maar een vijftal mensen permanent wonen. Wil je rust, dan moet je daar zijn. De logies- en horecamogelijkheden zijn er echter beperkt.
Aanbevolen is een wandeling naar de westelijke uithoek van het eiland, door het pijnboombos naar Cala Minnella, een klein en rustig strand. Er is schaduw en wat koele zeewind en die zijn er 's zomers meer dan welkom. Bewonder hier ook in de Grotta del Genovese de prehistorische tekeningen op de wanden.
Nog meer rust biedt het puurste van de drie eilanden, Marretimo. Hotels moet je hier helemaal niet zoeken, je kunt er enkel met wat geluk een kamertje huren bij een visser. Levanzo en Marettimo zijn vooral wandelparadijzen, ze zijn klein genoeg om alles te voet te doen.
Op het vasteland van noordwest-Sicilië zullen vooral liefhebbers van de oude geschiedenis aan hun trekken komen. De streek is bezaaid met archeologische vindplaatsen en verstilde dorpjes die niet worden overspoeld door toeristen. Erice is zo'n prachtig ommuurd stadje, dat al in de 8ste eeuw voor Christus werd gebouwd op een heuvel. Het middeleeuwse centrum met zijn smalle kronkelende geplaveide straatjes telt alleen al enkele tientallen kerken. Goede stapschoenen zijn onontbeerlijk, vooral wie hier wil genieten van fabelachtige uitzichten op zee, de omringende natuur en havenstad Trapani. Proef in Erice van de dolce di mandorla, de ambachtelijk gemaakte koekjes.
Windmolens Maar dé grootste verrassing van de streek is ongetwijfeld Selinunte, dat qua omvang het veel bekendere en meer toeristische Syracuse in het niets doet verdwijnen. Selinunte is met zijn 284 hectare de allergrootste archeologische schatkamer van het hele Middellandse Zeegebied. Verschillende opgravingen legden niet minder dan acht Griekse tempels met Dorische zuilen bloot, met als absolute blikvanger de Akropolis op een steile rotswand pal aan de zee. Heel wat van Selinunte moet trouwens in de toekomst nog blootgelegd worden.
Dat is ook het geval in Segesta, met het amfitheater als pronkstuk. De toeschouwers hadden niet alleen een schitterend beeld op de scène, maar eveneens op een adembenemend landschap. Ook de zoutpannen langs de oostkust gaan al terug tot de Oudheid. De Via del Sale, de weg tussen de zoutwinningsgebieden langs de kust, loopt van Trapani naar wijnstad Marsala. De zoutproductie is niet zo belangrijk meer, maar vele van de witte molens zijn gerestaureerd en dragen bij tot het typische gezicht van het andere Sicilië.
De echte strandliefhebbers moeten naar het wat mondainere San Vito lo Capo, een charmante badplaats tussen Trapani en Palermo, met een groot strand, restaurants en hotels. Voor de kust steekt een enorme rots uit de zee.
Logeertips Garziain Selinunte heeft uitzicht op zee en de archeologische vindplaatsen. Er zijn 37 eenvoudige kamers. Vanaf 45 euro per nacht met ontbijt, hele jaar door open. http://www.hotelgarzia.com
Vittoria in Trapani ligt in de oude stad met zicht op zee. Het hotel biedt een goede service. Er zijn 65 moderne, maar sobere kamers. Vanaf 84 euro per nacht met ontbijt, hele jaar open. http://www.hotelvittoriatrapani.it
Praktisch Erheen: Ryanair vliegt rechtstreeks vanuit Charleroi naar Trapani (http://www.ryanair.com). Aan de luchthaven vertrekken bussen naar de ferryhaven en met Ustica Lines sta je met een snelboot in minder dan een halfuur op de Egadische eilanden. Brussels Airlines vliegt van Brussel naar Palermo (http://www.brusselsairlines.com). Palermo-Trapani 100 km.
Beste periode: Van de vroege lente tot half november is het aangenaam, ook het zeewater. Augustus is bloedheet.
'Star Wars'-maker George Lucas gelooft dat wereld in 2012 vergaat
George Lucas is ervan overtuigd dat we volgend jaar quasi allemaal de pijp uitgaan. De 66-jarige maker van onder meer de 'Star Wars'-films, openbaarde zijn apocalypstheorie aan acteur Seth Rogen.
"George Lucas gaat neerzitten en betoogt een halfuur in volle ernst dat hij denkt dat de wereld in 2012 vergaat. Echt! Hij meent het", aldus Rogen in de krant Toronto Sun. Naast Rogen was ook Steven Spielberg getuige van Lucas' uiteenzetting, maar Spielberg is nog geen bunker aan het bouwen.
Ruimteschip klaar?
"Lucas gaat maar door over de tectonische platen en de hele tijd zit Spielberg met zijn ogen te rollen, met een uitdrukking van 'mijn maffe vriend wil zijn mond maar niet houden, sorry daarvoor'. Aanvankelijk dacht ik dat George een grapje maakte, maar hij was doodserieus en ik dacht:
'Als jij George Lucas bent en je denkt echt dat de wereld volgend jaar vergaat, dan heb je vast al een ruimteschip gebouwd'. Dus vroeg ik hem of hij een zitje voor mij wil vrijhouden. Maar hij zei dat hij geen ruimteschip heeft, maar dat hij wel zeker weet dat er ergens een Millennium Falcon in een garage staat met een piloot die klaarstaat om te vertrekken."
Het boek De Facebookmoorden van Bart Debbaut, afkomstig van Landen en wonende in Zoutleeuw, is door de bezoekers van een Nederlandse website uitgeroepen tot beste Nederlandstalige thriller van 2010.
www.Thrillerboek.nl is een Nederlandse website waarop thrillers worden voorgesteld en gerecenseerd. Ik ben vanzelfsprekend bijzonder trots op het feit dat mijn boek op die site werd uitgeroepen tot beste thriller van 2010, aldus Bart Debbaut. Het is een zoveelste bevestiging van het feit dat pers en publiek De Facebookmoorden beslist de moeite vinden.
Mijn derde thriller kan op die manier stilaan beschouwd worden als een doorbraak in thrillerland. Daar ben ik erg blij mee, straalt Debbaut. Het moedigt me aan om ijverig verder te schrijven. Intussen ben ik overigens hard aan het werk aan een nieuw boek rond de Leuvense speurders Leyssens en Van Cattendyck.
Het nieuwe Vlaamse tijdschrift, Misdaad.COM, een uitgave van Linkeroever Uitgevers, waarvan het tweede nummer zopas in de boekhandel ligt, besteedt ook aandacht aan De Facebookmoorden
Steeds meer mensen vragen een ambulance voor futiliteiten.'Wat als er gelijktijdig een zwaar verkeersongeval gebeurt?', vraagt de Tiense brandweercommandant Stefaan Van Broeck zich
De hulpdiensten in Tienen trekken aan de alarmbel. Ze worden steeds vaker opgetrommeld door patiënten die eigenlijk geen ziekenwagen nodig hebben. 'Mensen bellen zelfs als ze keelpijn hebben. Onze ziekenwagen is geen taxi naar het ziekenhuis hé.'
De brandweer moet steeds vaker de ziekenwagen van stal halen voor futiliteiten: hoofdpijn, keelpijn, een pijnlijke elleboog... 'Mensen beschouwen onze ambulance als een taxi. Wat als er zich gelijktijdig een écht noodgeval aandient?', foetert commandant Stefaan Van Broeck.
Het fenomeen is niet nieuw. Ook de brandweer van Antwerpen maakte vorig jaar z'n beklag. Daar becijferde het korps dat tijdens de weekends liefst zestig procent van de werktijd opgeslorpt wordt door nutteloze oproepen. In Tienen kunnen ze dat alleen maar beamen.
'We worden voor de meest onnozele dingen opgeroepen', zegt commandant Van Broeck. 'Mensen met een kriebel in de keel durven tegenwoordig ook het noodnummer draaien. Eigenlijk beschouwen ze een ambulance gewoon als een snelle en makkelijke verplaatsing naar het ziekenhuis, zonder dat ze hun eigen wagen moeten gebruiken.'
'Probleem is dat we geen oproepen mogen weigeren', zegt Van Broeck. 'Dus als wij op pad zijn om iemand met keelpijn naar het ziekenhuis te brengen en er gebeurt gelijktijdig een ernstig verkeersongeval met zwaargewonden, dan is er een probleem. Onze ziekenwagen is bezet, wat betekent dat de ziekenwagen uit Diest, Landen of Leuven moet komen. Telkens een rit van zo'n twintig kilometer. Op die manier gaat kostbare tijd verloren.'
Naar de 2.500 ritten
Nochtans was het niet altijd zo. Tot 1995 mochten oproepen naar de dienst100 enkel voor ongevallen op openbaar domein. Op privéterrein mocht een ziekenwagen niet opereren. 'Sinds dat veranderd is, is het aantal nutteloze oproepen in steile lijn toegenomen', zegt Van Broeck. 'Om je een idee te geven: in 1995 hadden we gemiddeld negenhonderd ambulanceritten per jaar. In 2010 waren dat er 2.500.'
Tijdens zijn toespraak op de nieuwjaarsreceptie van de brandweer kaartte ook de Tiense burgemeester Marcel Logist (SP.A) het probleem aan. 'De dringende medische hulpverlening is eigenlijk slachtoffer van z'n eigen succes. Patiënten, artsen en magistraten gebruiken het systeem om mensen op een snelle en verzekerde manier in het ziekenhuis te krijgen. Maar daarbij doen ze de 'D' van dringend wel geweld aan. Ten koste van andere, wel dringende interventies.'
Toch drukte Logist zijn korps op het hart om zich te blijven inzetten, ook tijdens minder dringende interventies. 'Ook wij voelen aan dat de ziekenwagen steeds vaker als taxi gebruikt wordt. Maar, dat mag geen sein zijn om de taak van hulpverlener minder nauwgezet uit te oefenen.'
Rijke Duitse deelstaten willen niet meer geven aan de armere Länder
Drie rijke Duitse deelstaten willen af van de financiële steun die ze verplicht zijn aan de armere Länder. Ze overwegen zelfs een klacht bij het Grondwettelijk Hof.
Net als in Vlaanderen, wordt in Duitsland volop gedebatteerd over financiële transfers. Alleen loopt de geldstroom er in de andere richting: van het zuiden naar het noorden.
De Beierse minister van Financiën Georg Fahrenschon (CSU) bond de kat de bel aan met zijn melding dat hij samen met Baden-Württemberg en Hessen een klacht wil indienen tegen het Duitse systeem van onderlinge steun. In de Duitse grondwet is vastgelegd dat in het hele land 'gelijkwaardigheid van levensomstandigheden' moet bestaan en daarom moeten rijke deelstaten geld afdragen aan armere Länder.
Maar de drie grootste 'gevers' (zie kaartje) willen dat daar verandering in komt. 'Over twee weken plannen we een gemeenschappelijke kabinetszitting. Als er geen onderhandelde oplossing mogelijk is met de ontvangende deelstaten, kunnen we niet anders dan een klacht indienen bij het Grondwettelijk Hof in Karslruhe', aldus Fahrenschon. Maar de kans dat er een onderhandelde oplossing komt, is zo goed als onbestaande. Integendeel, de ontvangende Länder dreigen al met een tegenklacht.
Ook de argumentatie van Fahrenschon klinkt bekend in de oren. 'Het huidige systeem van Finanzausgleich werkt als een strafbelasting voor deelstaten die het economisch goed doen. Voor de ontvangende deelstaten ontbreekt elke motivatie om hun economie om te vormen en succesvoller te maken.'
Over bijzonder veel geld gaat het op het eerste gezicht niet. In 2009 werd 6,9 miljard euro versast. 'Maar voor de grootste gever, Beieren, mag je die transfer niet onderschatten', zegt Dirk Rochtus, docent Duitse cultuurgeschiedenis aan Lessius Antwerpen. 'Beieren geeft 3,3 miljard of 10 procent van wat het aan personenbelasting heft. Het valt voor Beierse politici ook moeilijk uit te leggen dat ze studiegeld moeten vragen aan de studenten, terwijl sommige ontvangende Länder dat niet doen.'
GULLEGEM - Fotograaf Tom Linster heeft een unieke manier bedacht om mensen met hun neus op de schoonheid van de natuur te drukken: een tentoonstelling van precies één mijl of 1.609 meter lang. Voor 50euro haalt u een meter van die fotoreeks in huis. Tegen eind dit jaar wil Linster zijn 'Green Mile' af hebben.
'Ik ben natuurfotograaf en zie dus dagelijks de schoonheid van de biodiversiteit. Gewoon eens in de tuin kijken en de weelde van de natuur ontploft op je netvlies', zegt Tom Linster uit Gullegem. 'Maar hoe slaag je erin mensen te doen kijken? Nog maar eens een tentoonstelling met mooie natuurfoto's? Dat slaat niet aan.'
Vorige zomer kreeg Linster het gouden idee. Eén lange tentoonstelling met allemaal foto's van hetzelfde formaat (8 bij 12 centimeter) na elkaar, verspreid over Vlaamse instellingen, organisaties, huizen, wachtzalen, stations,... met als rode draad: de kleur groen. Linster had net voordien de film The green mile gezien. 'In de film is dat de afstand die een ter dood veroordeelde moet wandelen tussen zijn cel en de executieplaats: één mijl of 1.609 meter. Maar het leek me ook de perfecte naam voor het project en voor de totale lengte ervan.'
Op picknicktafels
The Green Mile begon deze zomer op het kunstproject Knoflook Heule. Linster presenteerde toen meteen 22 meter natuurfoto's. 'Mensen bleken het te begrijpen. Na Knoflook kwamen de eerste opdrachten binnen. Een aantal daarvan is uitgevoerd, andere zitten nog in de besprekingsfase.'
Zo praat Linster met een industrieel die zijn natuurfoto's op een heel specifieke plaats wil: op de picknicktafels waar zijn personeel eet in de zomer. Een andere opdrachtgever wil dat de fotoreeks op de grond begint en schijnbaar tot in het oneindige naar boven doorloopt.
'Alles samen heb ik voor een paar honderd meter projecten binnen. Sommige zal ik uitvoeren met foto's uit mijn archief, voor andere zal ik natuurfoto's maken in de buurt van de opdrachtgever', zegt Linster. 'Als ik mijn gesponsorde meters klaarheb, ga ik ze bij de klant zelf ophangen.'
Wachtzaal
Afgelopen weekend ging Tom Linster 18,5 meter foto's ophangen in de wachtkamer van een tandarts in West-Vlaanderen. 'Wij waren meteen weg van dit originele idee. En we waren al lang op zoek naar een passende decoratie voor onze wachtzaal', vertelt de man. 'Echt duur is het niet, 50 euro per meter, al loopt het wel op wanneer je zoals wij meteen bijna 20 meter koopt.'
'Het werk hangt hier nu enkele dagen en ik vind het heel gevarieerd: van macro's tot landschappen. Ons zoontje van drie raakt er niet op uitgekeken. Hij wil dat we bij elke foto een verhaaltje vertellen. We zijn dus nog een tijdje zoet maar wat mij betreft hebben we alle tijd, want ons stukje Green Mile mag hier eeuwig blijven hangen.'