Aan de rechterkant kan je het Egidiuslied lezen van Jan Moritoen. Jan overleed te Brugge eind l416 of begin 1417 als lid van de gilde van de bontverwerkende lamwerkers. Hij was zelfs een bepaald moment schepen van de stad Brugge. In het Egidiuslied spreekt hij zijn overleden vriend en rivaal in de liefde lyrisch toe. Egidius en Jan Moritoen waren beiden verliefd op Mergriete. Na Egidius' dood trad zij in het klooster en liet de liefde van Jan Moritoen onbeantwoord.
P.S. Egidius was een gewaardeerd zanger en musicus. Egidius is het latijn voor Gillis.
Zoeken in blog
Zoeken met Google
Op de foto (1) zien we hoe Jan de tekens van een witchdoctor in Z.-Afrika intving. Op de 2de foto Jan en zijn vriend Norbert in Venetië
Bij bovenstaande foto: waar is de tijd ? Rustpauze tijdens de blok van 1959...Op de achtergrond het kerkje van " 't Vewt"...!
Bij de start van de tekst over het boek van Dirk Musschoot staat een foto van het dorp waar Jan woont, Nkodusweni...
Na de strijd door Pieter Nicolas Van Eyck
't Abrupt geratel zwijgt in 't duin Vreemd-stil is 't. Luwte en vogelzang; En 't kalm gedruis uit gindse tuin Van maaien, heel de middag lang.- De strijd beslecht, ligt alles neer. Maar toch, dit diepe hunkren weer:
Of 't hart,o, éénmaal voelen kon De milde, lieflijke zoen Van alle strijd in avondzon Door ceder-, roos- en berkengroen, En wolken, drijvend als een vlucht Van witte vogels door de lucht.
Loon door Hélène Swarth
Ik zong en zie! de beek gaf mij een dronk tot loning, De wijnstok, wijn, het koren, brood, Geen struik die mij geen bloem, geen bloem die mij geen honing, Geen boom die mij geen schaduw bood.
De zon gaf mij haar goud, de morgen haar juwelen En de avond, al zijn hemelrood. Maar wie mij had beloofd, zijn ziel met mij te delen, Gaf haar voor liefde en steen voor brood.
Jacqemijne Bolats werd te Leuven begraven in 1520 naast haar man en haar kind. Ze had bei met dezelfde liefde bemind, al haar dagen.
Ik heb haar zerksteen gevonden, op een regennoen, onder wat mos en veel gele blaren. Kinderen spelen er rond, en bij zomernacht paren geliefden hier hun bevenden mond.
Zij werd in Antwerpen geboren, - o mijn sterke stad, - wie voerde haar de Brabantse heuvelen over? Daar vond zij een man en won zij een kind, en de rust, onder mos en wat herfstig lover.
Want, toen God zag hoe volmaakt deze drie stonden in 't licht van rustig geluk, het jubelende kind,en dees vredige beiden, toen was hij als David, die wenend zijn zoon overwint. Hij kon deze kalme zielen niet scheiden en brak alle drie hun hulzen stuk.
Zie, zo lange tijd is aan elk mens gegeven, dat zijn woord rijpe tot lied voor Gods aangezicht. Hoe vaak het hernomen , geaarzeld, getracht, tot duidlijk en klaar klinke het rhytme dat door elk leven vleit; God luistert en wacht, de zanger verdwijnt, maar het zingen ruist uit in Gods wezenheid.
De morgenlucht is een bezoedeld kleed een bladzij met een ezelsoor een vlek
de stad een half ontverfde vrouw
maar schokkend steigert zij den hemel in als een blauw paard van Marc in 't luchtgareel
Berlijn
de zon is geel
Vader door Michel van der Plas
Vader, wat zou ik ervoor willen geven als je er af en toe nog eens kon zijn en een zondag kwam zitten in mijn leven bij mijn werk en mijn boeken en mijn wijn.
Soms zie ik mannen van vijfentachtig (je weet wel waar) met een gezicht vol zon en zin, en dan denk ik godallemachtig als ik hem zo nog eens meenemen kon.
Want op de een of de andere manier leeft ik toch ook nog steeds voor lou: louw ogen wil ik, met hun aandacht, pret en mededogen bij mijn geploeter, mijn huis en mijn hier: en ik zag ze zo graag en keer genieten van al wat ze vol tranen achterlieten
Gij wast aan mij gelijk de winde... door Karel van de Woestijne
Gij wast aan mij gelijk de winde die wentelt om een koren-aar; dra zal ik aan mijn wang bevinden de zomer streling van uw haar.
Dra zult gij 't glanzend voorhoofd beuren tot waar mijn slapen komm'rend staan: zo ziet men, wild, een winde geuren naast 't wegend rijpen van het graan.
o, 'k Ben geen sterke: moe-gedragen, verzwaart vaak de angst mijn levens-last; maar 't is mij waar 'k uw wasdom schrage, of blijde een échte steun me omwast
Zo reikt de liefde, o mijn beminde, verrijkt me uw liefde in vreze en vaar, - gelijk een geur'ge wentel-winde die sterkt en loont heur koren-aar.
Paradise Regained door Hendrik Marsman
De zon en de zee springen fonteinen bliksemend open: waaiers van vuur en zij; langs blauwe bergen van den morgen scheert de wind als een antilope voorbij
zwervende tussen fonteinen van licht en langs de stralende pleinen van 't water, voer ik een blonde vrouw aan mijn zij, die zorgeloos zingt langs het eeuwige water
een held're, verruk'lijke wijs:
'het schip van den wind ligt gereed voor de reis, de zon en de maan zijn sneeuwwitte rozen, de morgen en nacht twee blauwe matrozen - wij gaan terug naar 't Paradijs'
Ida Gerhardt (1905-1997)
De gestorvene door Ida Gerhardt
Zeven maal om de aarde gaan, als het zou moeten op handen en voeten; zeven maal, om die éne te groeten die daar lachend te wachten zou staan. Zeven maal om de aarde te gaan.
Zeven maal over de zeeën te gaan, schraal in de kleren, wat zou het mij deren, kon uit de dood ik die éne doen keren. Zeven maal over de zeeën te gaan -- zeven maal, om met zijn tweeën te staan.
De Zwerver door Jan van Nijlen
Ik ben vermoeid. Toch ben ik nog gestegen Tot op de heuveltop in het late licht, en voor mij kronkelen de duistere wegen Van 't avonddorp, dat daar verlaten ligt.
Is nu de wereld zoveel eeuwen ouder? Alles lijkt mij zo vreemd en toch bekend. Ik mis alleen een vriendelijken schouder, Een lichaam, dat mijn lust voelt en herkent.
Ik ben alleen voor gans mijn verder leven, Er is niets meer dat me aan deze aarde bindt. En toch, ik voel mijn hart onstuimig beven: Dààr staat een boom, dààr speelde ik als kind.
Jan van Nijlen (1908-1975)
De klok ( zie boven rechts) tikt gestaag verder...Mijn teller staat reeds op 72...!
Om alle teksten op het BLOG te lezen klik je onderaan de laatste tekst op de naar links gerichte pijl...
De Axa-man met twee gezichten en dit na meer dan 50 jaar, toen hadden we de Krüger-man...! Wat goed is blijft dus goed...
Haiku
De zon brandde fel
op het wit berijmde gras.
Ver is de lente... (WVO)
Dropbox
Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.
Wie zichzelf onderwijst heeft een dwaas als leermeester! (B. Franklin)
De scholieren deden van zich spreken, want ze kwamen op straat om de politici op hun plichten te wijzen...Maar politici zijn zo maar niet voor één gat te vangen en inderdaad de dames en heren (...) verkozenen hebben weer op hun specifieke manier geanticipeerd...Ze geven de scholieren meer dan gelijk, ze prijzen hen de hemel in, zorgen voor (te) veel media-aandacht...en laten het allemaal verder sudderen en ze hopen ( of zijn bijna zeker) dat het allemaal zal koelen zonder blazen...en ze zullen alweer over gaan tot de orde van de dag...Of zijn ze al niet bezig, want Elio di Rupo vond dat zijn partij belangrijker is dan al de rest en dus kunnen de heren De Wever, Beke en madame Rutten niet achterblijven. Dus daar gaan we. Nu schijnt wat die twee Antwerpse meisjesscholieren deden fantastisch, maar we kijken eens terug in "ons" verleden...en dat mocht er ook zijn en daarop steunen we ons om aan te tonen dat het allemaal boter aan de galg (was) is...!
We schreven 1955...en ene Leo Collard ( toen PSB, nu PS) was minister van onderwijs en zou het onderwijs eens aanpakken, maar de Heilge Roomse Katholieke Kerk vreesde de macht te verliezen...en de rangen werden gesloten...de ziel van het kind diende gered, de vereniging School en Gezin werd opgericht, betogingen werden opgericht met als toppunt: de nationale betoging in Brussel. Op alle preekstoelen werd gedirigeerd dat we naar Brussel moesten, op alle lessenaars en katheders getimmerd...dus het land zou verhuizen en Brussel werd een belegerde en bezette stad. De toenmalige Piet Vermeylen ( BSP) minister van Binnenlandse zaken maakte het toen zo bond met zijn berichtgeving dat ie de naam "Piet de Leugenaar" kreeg...We zaten op kostschool in ons laatste jaar humaniora, de Retorika, en geregeld kwamen CVP-bonzen , toespraken houden, directeurs, leerkachten en schoolhoofden zwoeren ons dat de ziel van het kind in gevaar was...al hadden we dat nooit gevoeld...Dus, we besloten naar Brussel te gaan om te betogen, daar we geen toelating zouden krijgen, besloten we stiekem te vertrekken. We hadden op die vrijdag in maart ( de betoging was zaterdag) een koffertje gemaakt en vluchtten via de grote tuin van de school de grote weg op om autostop naar Brugge te doen...Geluk is voor de durvers, want meteen stopte er een wagen, die uitgerust was om reclame te maken voor allerlei keukengerei, we stapten in en dus we konden van buiten niet gezien worden. Gelukkig , want de subregent had al meteen onraad geroken en de achtervolging ingezet...maar zag ons dus niet. De brave chauffeur zetten ons af te Brugge aan het stationsplein...en daar stond een schoolbediende, die ons meteen informeerde dat de subregent de perrons was gaan controleren...Dus wij stapten op een stadsbus naar de Gentse steenweg om daar alweer autostop te doen. Een niet te voorziene reis: met een open vrachtwagen naar Aalst, daar met de buurttram A naar Koekelberg om onderdak te vinden in het H.Hartcollege aldaar. We liepen in de betoging , overnachtten weer in het college om de zondag( die dag werd de Ronde van Vlaanderen gereden) terug te keren naar de kostschool, maar toen begon het...De niet-inwonende leerlingen kwamen niet naar school, uit solidariteit. Mon oeil, solidariteit...ze konden lekker drie dagen blokken, want de paasproefwerken stonden voor de deur. Een paar inwonenden waren om die reden ook naar huis getogen. Solidariteit! Die beide solidatiteitsmannen werden met rust gelaten, maar wij mochtn de school niet meer binnen of toch alleen met onze ouders. Wat dan ook gebeurde, maar we kregen strafregime: niet meer praten met mekaar, geen ontspanning, strafschrijven in die vrijetijd, rookverbod en alle proefwerken zouden mondeling afgenomen worden...We hebben het geweten, want gelukkig was de derde trimester zeer kort zodat we ons jaar nog konden redden...We denken er nu pas op dat we toen reeds 19 jaar waren...De grootste klap kregen we toen we in Leuven naar een spreekbeurt gingen van een Nederlandse professor geschienis die zei dat Collard eigenlijk gelijk had en het onderwijs goed hervormde en het vooral goed was voor de leraars, want voorheen betaalde de staat een bepaalde som aan de school en die betaalde dan de leerkrachten en de directie betaalde uit naar godsvrucht en vermogen. We hoorden zelfs dat er, nadat de staat de betaling had overgenomen, er in bepaalde leraarskamers hevige discussies ontstonden...om niet meer te zeggen. Wat ons nog het meest raakte: al die schreeuwers om de ziel van het kind te redden stuurden braafjes de kinderen naar Gent, een rijksuniversiteit, de verdervers van de ziel van het kind. Brave ouders uit dorpen onder de knoet van de pastoor, stuurden uit angst en dreigementen de kinderen naar Leuven. Het zijn de eersten die nu de plak zwaaien in de politiek en ook degenen die later op school waar we les gaven de plak zwaaiden om de postjes te verdelen, de lessenrooster samen te stellen...We deden ooit eens een boutade: vakantiespreiding ja, maar je moet wel de lessenrooster helpen samenstellen. Als je daarop iets zei, was je gefrusteerd...We hebben geen spijt, want Leuven was de MOOISTE tijd van ons leven!!!!
We zijn nog eens gaan betogen: in 1956! Rusland viel Hongarije binnen en daartegen zouden we betogen. Eigelijk ging het zo: we wisten van niets, maar we hadden gemiddagmaald in de Lion d'Or en kwamen op de oude markt. Daar stonden rijen bussen en de verbondswachters porden ons aan om gratis mee te rijden naar Brussel. Waarom niet, want we wisten van niets. Toen we in Brussel kwamen vonden we het veel te druk en zijn naar de biosakoop geweest,een wildwestfilm met John Wayne en dan weer met de bus naar Leuven om te eindigen in de Bacchus, Parijsstraat bij René en zijn Poolse madame. Besluit: de ziel van het kind werd niet gered, Rusland bleef (te) lang in Hongarije, dus de natuur zal verder kapotgaan...Leve de scholieren!De wereld draait door
Egidius, waer bestu bleven? Mi lanct na di, gheselle mijn. Du coors die doot, du liets mi tleven.
Dat was gheselescap goet ende fijn, Het sceen teen moeste ghestorven sijn. Nu bestu in den troon verheven Claerre dan der zonnen scijn, Alle vruecht es di ghegheven.
Egidius, waer bestu bleven? Mi lanct na di, gheselle mijn. Du coors de doot, du liets mi tleven.
Nu bidt voor mi: ic moet nog sneven Ende in de weerelt liden pijn. Verware mijn stede di beneven: Ic moet noch zinghen een liedekijn . Nochtan moet emmer ghestorven sijn.
Egidius, waer bestu bleven? Mi lanct na di, gheselle mijn. Du coors die doot, du liets mi tleven.
Op de foto mijn familie: vader , moeder, mijn zussen Camilla en Maria, mijn broer Joris (+) en mezelf. Foto genomen tijdens de oorlog in 1943. Daaronder het gemeentehuis van Oedelem, mijn geboortedorp, Dr. Wyns noemde het één van de mooiste gemeentehuizen van Vlaanderen...
De vierde latijnse van het Sint-Rembertscollege in 1953 met klastitularis Jozef 'Basiel' Verstraete ( achterste rij...) op schoolreis in Brussel. Gehurkt helemaal rechts zit ikzelf.
In december 1958 speelden enkele Oedelemse jongeren het toneelstuk "Smidje Smee". De "acteurs" werden uiteraard voor het nageslacht op foto vastgelegd...Bovenste rij: (v.l.n.r.) Willy Beernaerts (souffleur), Antoine Dhaese(+), Antoine Depestel, kapelaan Demuynck, René Dewulf, Roger Vanhullebusch, (zittend v.l.n.r.): Roger Vandeweghe, Edward Gilliaert en Marcel Denaeghel
Mijn oude Roldersklacht (mei 1958) aan de Zoete Waters in Heverlee...Eern triest moment!
We zijn de 47de week van 2024
Herfstavond door Albert Verwey
Op 't donkre buiten Boomkruinen ruisen; Stormwolken drijven: In 't lamplicht huis en Voor donkre ruiten, Zit 'n dromend beeld Woorden te schrijven, En 't kruinenruisen, En 't wolkendrijven Staat, een geluid,in Schrift gepenseeld.
De Waterlelie door Frederik van Eeden
Ik heb de witte waterlelie lief, daar die zo blank is en zo stil haar kroon uitplooit in 't licht
Rijzend uit donker koelen vijvergrond, heeft zij het licht gevonden en ontsloot toen blij het gouden hart.
Nu rust zij peinzend op het watervlak en wenst niet meer...
Een vrucht die valt door Karel van de Woestijne
Een vrucht, die valt... -- waar 'k wijle in 't onontwijde zwijgen,
buigt statiglijk de nacht zijn boog om mijn gestalt. De tijd is dood, omhoog, omlaag. Geen sterren rijgen haar paarlen aan 't stramien der roereloze twijgen. En geen gerucht, dan deze vrucht die valt
Een vrucht. -- En waar ik sta, ten zatten levens-zome, vol als de nacht maar even stil; blind als de lucht hoe rijk ook aan 't verholen van mijne dromen, voel 'k -- lomer dan in 't loof der luideloeze bomen een vrucht die valt, -- mijn hart, gelijk een vrucht die valt...
'k Hore tuitend' hoornen.... door Guido Gezelle
'k Hore tuitend' hoornen en de navond is nabij voor mij: kinderen, blij en blonde kom, de navond is nabij, kom bij: zegene u de Allerhoogste, want de navond is nabij, kom bij: 'k hore tuitend hoornen en de navond is nabij, voor mij!
blinde non waanzin spon zacht geflonker in de ogen
donker
pracht
Nacht door Hermen Gorter
Het gras heeft den nacht al begonnen, de tuin is stil bezonnen. De hemel is onbezonnen, licht nog zo ongeschonden.
Bomen wit als boekweit hangen neer stil in schoonheid, maar de losse kastanjebladen zijn schichtig en overladen van wind...
In memoriam amici J. Campert door Louis de Bourbon
In de open dromen van den wreden dag heb ik jouw pijn gevoeld, jouw brandend leed, soms hoor ik in den nacht jouw stervenskreet en ik zie een blik die breekt, jouw laatste oogopslag.
Ik hef het glas. Ik zie den roden gloed van 't heulsap dat ons beiden heeft verheugd in vroegere nachten luid en licht van jeugd, maar sinds jouw dood smaakt alle wijn naar bloed.
En sinds jouw dood is alle licht te schel, elk vuur te heet, alle genot doet pijn en ik hoor in ieder lied dit bittere refrein: o, hart, jouw hart, o bloedrode rebel.
Louis de Bourbon (1908-1975)
Klik op de pijl onderaan laatste tekst om het archief op te roepen...
Haiku
Het jaar is gestart
en we beloven weer veel,
want we zijn zo dom!
(WVO)
Haiku
Het ouder worden
is zeker geen sinecuur
en je doet 't alleen...
(WVO)
Haiku
De vorst is weer weg,
bakken regen stromen neer,
helaas, godgeklaagd...
(WVO)
Haiku
De minister spreekt:
het zijn zeer droeve tijden,
de riem dient gesnoerd... (WVO)
Over mijzelf
Ik ben Willy Beernaerts, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Wim van Oostveld .
Ik ben een man en woon in Mariakerke-Oostende (Vlaanderen ) en mijn beroep is leraar Nederlands - geschiedenis aan het VTI in Oostende en freelance journalist bij de Zeewacht .
Ik ben geboren op 26/04/1936 en ben nu dus 88 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lezen en schrijven.
Schreef een roman " Het zwarte Schaap" die spijtig genoeg al uitverkocht is. Het vervolg staat op mijn Blog " De Tocht terug" Nu schrijf ik voor het Jaarboek " Bos en Beverveld" van de heemkundige kring van Beernem-Oedelem-St.-Joris .