In een klein klein muizenland langs de waterkant staat een miezerig huisje en in dat miezerige huisje staat een miniem kluisje en in dat minieme kluisje in dat miezerige huisje langs de waterkant in dat kleine muizenland daar wonen monimuis en mamimuis twee minimimi muizen heel charmant
soms is er wat aan de hand in dat minieme kluisje in dat miezerige huisje daar langs de waterkant in minimuizenland dan hoor je wat geruis in dat minieme kluisje in dat miezerige huisje langs de waterkant in dat kleine waterland dan zijn monimuis en mamimuis in dat minieme kluisje in dat miezerige huisje daar langs de waterkant in dat kleine muizenland aan het dansen want de kat is van huis en dan voelen zij zich thuis
het liefst zouden monimuis en mamimuis daar dan in dat miniemekluisje in dat miezerige huisje aan de waterkant in dat minimuizenland even lekker muizenissen.. maar dan moet mamimuis altijd piepen...
Geestverruimende verhalen van altijd.. en overal 1
Moet er nog wat wez'n buurvrouw?
Het was stil en heet in de goedgevulde oude dorpskerk. De familie en kennissen keken wat twijfelend naar de kist voor in de kerk. De organist speelde zachtjes "De Heer is mijn herder" en de ouderen neurieden oma's favoriete psalm instemmend mee. Het wachten was op de kinderen,die in het zaaltje voor zaten om de condolences in ontvangst te nemen. Toen trad Remmelt van Dijk,koster,begravenisbode en ouderling van dienst naar voren. Hij keek nog even de kerk in,alsof hij het ook niet kon helpen,haalde wat hulpeloos de schouders op en draaide de schroeven in het deksel van de kist vast. Het geluid van die vastdraaiende schroeven leek de stilte nog beklemmender te maken. Het was alsof er ook een ongemakkelijk gevoel van leegte over de aanwezigen neerdaalde. Iedereen wist,dat oma 92 jaar was geworden en een goed leven had gehad. Het was,zoals de huisarts ook gezegd had,alsof haar Goede Herder vorige week nadat zij nog een boterham had gegeten,op de stoel bij de grote tafel,het knopje had omgedraaaid en haar had thuis gehaald. Er was dus eigenlijk geen reden tot verdriet. Tegelijk wist iedereen,dat dit niet een moment en plaats was om vrolijk te zijn. Dit maakte de stilte wat onduidelijk.. Toen klonk er het piepende geluid van een langzaam open en dicht gaande deur. Na een kort moment van rust,hoorde iedereen het gekraak van te goedkope schoenen over het tussenpad midden in de kerk. Een paar kleinkinderen keken snel even achterom.. "Het is Koene" siste een van de kleinzonen.. "Koene!" Er klonk wat onduidelijk gemompel uit de banken waar de kleinkinderen bij elkaar zaten. Ach,iedereen kende Koene.Hij was de negenenvijftigjjarige zoon van de buurvrouw van oma en toen buurvrouw vorig jaar was overleden was Koene in haar huis blijven wonen. Hij deed wekelijks wat boodschappen voor oma en alle kleinkinderen hadden wel eens meegemaakt dat Koene langs kwam met een groezelig notitieblokje. "Moet er nog wa wez'n buurvrouw?" Oma zei wat ze nodig had en Koene noteerde de bestellingen. Hierna las het lijstje nog eens voor. Op zich niets bijzonders,maar Koene had een hazenlip en de aanwezige kleinkinderen hadden dan altijd moeite niet in lachen uit te barsten. Oma keek dan dreigend naar haar nageslacht en als Koene weg was mopperde ze nog wat na,maar haar ogen lachten dan altijd.,waardoor zij weer even jong leek. Koene kwam langzaam krakend door het gangpad in het midden van de kerk naar voren. Een van de kleinzonen siste zacht maar duidelijk hoorbaar : "Er hoeft voortaan niks meer te wez'n Koene" Uit de banken klonk nu een onderdrukt gegiechel,geschuivel en geproest... Het leek of de gesloten kist voor in de kerk ook bewoog.................
Gedurende een winter had ik de eer kennis te maken met een deel van een zwervende minderheid de zg dak-en thuislozen in een vrij grote stad als Utrecht.
Zoals elke kei een op zichzelf staand nog ongehouwen beeldwerk is is ook elke zwerver een eigen aardig wezen.
Zwervers laten zich niet door deskundigen,ambtenaren en instanties indelen,al zoeken ze in koude dagen graag onderdak.
Het idee,om een groep zwervers gedurende een winter een warm onderkomen te geven kwam eigenlijk van de wethouder van de sociale dienst. Er stond daar een periode een ruime pastorie leeg bij een kerk. De kerk was al gerenoveerd en er waren nu daar vrij dure flats. De pastorie had een tijd dienst gedaan als sociaal pension van het Leger des Heils,maar omdat die bewoners waren verhuisd naar een ander gebouw,stond de pastorie nu leeg en het was de bedoeling,dat er na de winter woonruimte voor studenten zou komen. Het leek de wethouder een goed idee om,die ruimte gedurende de koude maanden zinvol te gebruiken. Door ze zo die tijd van straat te halen zorgden ze ook voor minder overlast en diefstal etc gedurende de gezellige winkelweken. Het was natuurlijk ook wel en mooie gedachte zo tegen de kerst,de "hulpbehoevenden wat warmte en licht te geven". De gemeente zorgde voor de woonruimte en financieerde het en het Leger des Heils leverde personeel dat voor eten zorgde en begeleiding. Het beleid wilde de entree zo laagdrempelig mogelijk houden en daarom hoefden de bewoners niets te betalen voor inwoning en levensonderhoud. Het gevolg was wel dat het een interesante groep werd van mensen,die in andere opvang geweigerd waren of geen geld/zin hadden daar gebruik van te maken.
Laat ik eerst enkele gasten voorstellen. Zij zullen ook hun eigen ontwikkeling door de tijd doormaken
Gerard,
Gerard was een stoere Fries met een grote wilde vrijgegroeide baard en zachte melancholieke ogen. Hij was het kind van de rekening van een onduidelijke opvoeding geweest. Na die moeilijk te begrijpen jeugd kwam hij bij de marine terecht,waar het wilde karakter wel deels getemd werd,maar nooit uitgeroeid. Hij kwam bij de politie in Arnhem en trouwde toen ook maar met zijn tweede liefde. Hij beweerde zelf later dat hij best even gelukkig was geweest. Naast de orde bewaken wilde hij vooral ook mensen met problemen ter plekke helpen. Hij ging bij ruzies altijd direkt op de herrieschoppers af,zowel in cafe's als bij mensen thuis en hij dwong hierdoor respekt af. In zijn vrije tijd was Gerard ook niet vies van een borrel en was een graag geziene gast in de plaatselijke kroegen. Misschien zocht hij daar wel de warmte en waardering die hij thuis niet vond? Zijn echtgenote had ook duidelijk andere interesses,die zij zocht bij het Leger des Heils en dan vooral bij de majoor daar. Zij groeiden steeds meer uit elkaar en na een scheiding van tafel en bed,verliet zij hem uiteindelijk om haar heil elders te zoeken. Gerben zocht zijn heil steeds meer in de alcohol.Hij kreeg door dat drinken problemen met zijn werk en ging meer drinken en kreeg steeds meer problemen,werd vaker en langer ziek uiteindelijk overspannen en uiteindelijk afgekeurd,nadat hij vlgs eigen verhaal zichzelf na een drinkgelag had opgepakt en opgesloten in een politiecel.Hij was ook voor en deel schizofreen geworden en had naast alcohol ook dagelijks medicijnen nodig.
Henri ette (Hetje) Hij/zij was geboren als Henri maar noemde zich sinds enige tijd Henri ette en kleedde zich ook zo. In het zwerverswereldje werd Hetje beter geaccepteerd dan in de normale wereld. Hetje had toen hij volwassen dacht te zijn besloten dat hij eigenlijk vrouw was en alcoholiste. Hetje vond dat ook dat de maatschappij dit maar moest accepteren. Hetje had al gauw een vast plekje in de gang bij de deur gevonden.
Een pekineesje uit een sjieke wijk in Londen werd door zijn baasje op dieeet gezonden ze verdwaalde en kwam in China Town terecht daar was haar leven voor even niet slecht tot zij als hotdog op het menu werd gevonden
Een herdershond uit Berlijn vond de Deutsche punklichkeit niet zo fijn hij wilde meer Franse swier van o la la la en reisde de kat van ome Willem achterna nu zijn ze in Parijs altijd gelukkig aan de wijn
Een stoere zeebonk uit Nijverdal verdronk zijn eenzaamheid tijdens het carnaval Hij verloos zijn geld en zijn baan. Nu zie je hem dagelijks staan als beste stuurman aan lager wal
Een overtuigd heiden uit Rome kon uren over die fijne katholieken bome tot ie op een dag door bliksem werd geraakt het leek of hij door hemels vuur was ontwaakt nu loopt hij schijnheilig als Paus te dagdrome
Een oppasser uit Artis in Amsterdam dronk zich elke avond lam bij blonde Mien van de Wallen dat was een vrouw met ballen ! zij luisterde tenminste naar zijn dierlijk dronken gezwam
Een adelijke deerne uit Utreg zich noemende barones Belle van Zuilen tot Overveg was een van die vrijgevochten dolle vrouwen waar echt slechte mannen graag van willen houwen zo kwam de hoge adel in lager wal tereg
Een onduidelijk travestiet uit Gent was 's nachts een wilde vrouw en overdag een nette vent een persoon,tegelijk een paar en ook nog verliefd op elkaar, ach alles went
Een brandweerman uit de Haarlemmerhout was met een vuurvreetster getrouwd om binnenbrandjes tijdig te blussen moest hij haar vochtig kussen maar dan kreeg zij een burn out
Een rijpere dame uit Zell am See had een oogje op de plaatselijke jonge dominee o met hem zou ze dolgraag eens zondigen maar hij stond Het Woord te verkondigen en had geen idee o jee
Een bovenbeen uit Sloten had zich aan een wit voetje gestoten heimelijk hielden ze van elkaar een gek paar,best raar eigenlijk twee poten
Een gordelroos van de Drentse heide was verliefd op een kaaps viooltje uit een Alpenweide. Ze blies amoreuze pluisjes door de lucht maar constateerde uiteindelijk met een diepe zucht: "Zwitserse bloemen zijn niet te verleide".
Een vrijdenkend psychiater uit Hindelopen was naar zijn patienten heel open maar tot zijn gefrusteerd verdriet begrepen ze zijn verlangens niet nu telt hij in een cel Freudiaanse knopen.
een jodelmeisje uit Tirol moest naar de Weense hogeschool voor de de paarden en de wals dat was lang niet mals toch vond zij het ganz toll ? (ich glaube dass etwas nicht stimt... was? nou dass..... ach was..)
Een zwartekousenspinster uit Lier ging met een schuinmarcheerder aan de swier dat was echt So dom waarom ? ze eindigde in het huis van Jan Plezier.
Een minitieuze klokkenmaker uit Leiden verlangde heimelijk naar betere tijden hij wilde ooit nog eens een grote klokkenluider zijn zo'n Big Ben opwinden,dat was pas fijn daar wilde hij best een overuurtje aan wijden.
Ik ken een aardig wicht ze woont in een gesticht in maastricht niet een groot licht maar icht een lief gezicht ondanks haar jicht plicht st getrouw, waar ik van hou daarom dit gedicht voor die nicht ze is opricht een echte nicht ... niet zo'n valse..
klein niemandallig ,maar hoopvol sprookje van de drie rovers en de kip
Het was nacht,een donkere nacht. Zo donker dat de bomen in het grote bos elkaar niet meer konden zien. De wind gierde storm machtig door de donkerte,tussen de verstomd staande bomen. Achter,in het grote bos zaten drie rovers bijeen bij het vuur. "Don Pedro" zei de een,"vertel ons nog eens van die nacht in het grote bos" Don Pedro stond op en sprak met verheffing van stem: "Het was nacht,een donkere nacht. Zo donker dat de verstomde bomen,niet durfden slapen...en de wind bang voor zichzelf gierde. Toen,die nacht..werd achter in dat grote bos ......een kip geboren" Don Pedro ging zitten, terwijl de bomen en de storm waren gaan liggen....
Terwijl de bijen in rijen vrij en blij en mussen russen kussen beminnen russinnen met liefde haaievinnen soep en de mieren plezieren en versieren bronstige rendieren gewei de vrij er rij