Ik ben Dini
Ik ben een vrouw en woon in Diemen (Holland) en mijn beroep is Homemanager.
Ik ben geboren op 08/04/1951 en ben nu dus 73 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Mijn websites en blogs,powerpoints en psp maken,lezen,.
Ik ben getrouwd met Jan.Samen hebben wij een dochter en schoonzoon en een schat van een kleinzoon Benjamin.
Wens u een aangenaam verblijf op mijn blogje.
Helaas is na een gelukkig huwelijk van 40 jaar tot mijn grote verdriet Jan op
06-08-2015 overl
De bengaalis een relatief nieuw kattenrasdat zo gefokt is dat het het uiterlijk heeft van een wilde katen het gedrag van een huiskat.
Dit ras is ontstaan in Verenigde Statenin de jaren 1950 na het kruisen van de wilde Bengaalsetijgerkatmet huiskatten en raskatten. Er ontstonden katten met een bijzonder vlekkenpatroon. In 1983 werd bij Ticahet ras geregistreerd. In 1999 werd dit ras erkend door de FIFé. De kruising van een huiskat met een bengaalse tijgerkat wordt de F1-generatie genoemd. Katers van deze generatie zijn altijd onvruchtbaar. Daarom heeft een F2-generatie altijd een huiskat als vader. Bij de F2-generatie is een kater vrijwel altijd onvruchtbaar, wat vaak ook bij de F3-generatie het geval is.
De bengaal heeft een geel/oranje kleur met daarbij bruine of zwarte vlekken/strepen. Hun vacht is dik, glad en voelt zacht aan. De kop is in verhouding met de rest van het lichaam klein. De ogen zijn groot en amandelvormig. Rond de ogen zit een zwarte kring. De oren zijn klein en naar voren gericht. De staart is van gemiddelde lengte en heeft aan het einde zwarte ringen. Het lichaam is over het algemeen vrij lang en gespierd. De achterpoten zijn iets langer dan de voorpoten en alle poten hebben zwarte voetzolen.
Er zijn twee vachtpatronen; de gemarmerde en de gevlekte tabby variëteit. Die hebben allebei ook weer twee hoofdkleuren, zwart en lichter van tint wanneer het dier partiële albinofactoren toont. Bij de gevlekte bengaal kan er sprake zijn van rozetvorming in het vachtpatroon. Rozetten zijn vlekken waarvan een gedeelte van die vlek een warmere kleur heeft. Er zijn doughnutrozetten en schaduwrozetten. Bij de doughnutrozetten bevindt het warmer gekleurde gedeelte zich in het midden van de vlek. Bij schaduwrozetten zit de warmere kleur aan de zijkant van de vlek. De gemarmerde bengaal heeft een vachtpatroon bestaand uit brede horizontale strepen. Sommige Bengalen hebben witte vlekken (medaillons) of verticale strepen wat als een kleurfout wordt gezien. Een sneeuwbengaal is in drie soorten te verdelen: seal mink, seal sepia en de seal linx. De seal mink heeft een van de twee vachtpatronen op een witte ondergrond. De ogen zijn blauw of groen. Deze kat heeft één gen voor burmeesen een voor siamees. De seal sepia heeft een van de twee vachtpatronen op een witte ondergrond. De ogen zijn goudkleurig. Deze kat heeft twee genen voor burmees. De seal linx heeft een van de twee vachtpatronen op een witte ondergrond. De ogen zijn blauw. Deze kat heeft twee genen voor siamees. Dan bestaan er nog twee andere kleurslagen bengalen die niet erkend zijn binnen Europa; de zilveren bengaal waarbij het patroon ligt op een ontkleurde zilverwitte ondergrond door de pigmentremmer I en de blauwe bengaal waarbij het patroon door een recessief gen voor "verdunning", d, verbleekt tot leigrijs.
De bengaal is een actieve, wat op zichzelf levende kat die echter wel aandacht vraagt aan mensen die hij vertrouwt. Hij kan zichzelf goed bezighouden. De meeste bengalen zijn geen schootkatten, kopjes geven en spelen is genoeg. Ze zitten graag op hoge plekken omdat ze een sterk ontwikkeld territoriuminstinct hebben en het overzicht willen bewaren. Dit karakter wordt ook ervaren als druk en moet passen bij het karakter van de eigenaar.
De bengaal heeft niet veel verzorging nodig, alleen aandacht en voldoende voedsel. Vachtverzorging is niet noodzakelijk en wordt zelfs afgeraden aangezien de dieren zichzelf goed schoonhouden.
Lieve blogmaatjes,vandaag vieren wij weer koningsdag en het wordt net zoals vorig jaar weer een geweldig feest.Wens dus iederéén al vast een heel fijn weekend,
Het lijkt rechtstreeks afkomstig te zijn uit Midden-aarde, maar dit pluizige dier is eigenlijk een mot. Met zijn uitpuilende ogen en wattenachtige vacht lijkt het dier bijna niet echt.
Geloof het of niet, het vreemde wezen bestaat echt en werd in Venezuela door taxonoom Dr. Arthur Anker vastgelegd op camera.
Lieve blogmaatjes,wil iederéén bedanken voor de lieve verjaardagswensen en steun.Ja het gemis blijft hé.Maar ik ga weer door,nog een fijne nieuwe week gewenst,
Dag blogmaatjes,ik moet weer even rustig aan doen.Gelukkig ga ik een lang weekend met mijn dochter naar Maastricht(voor mijn verjaardag zondag)dus kan ik even bijkomen.Af en toe heb ik het weer moeilijk met het verlies van mijn man.Maar ik blijf positief.Bedankt voor uw begrip. En een heel fijn weekend gewenst, lieve groetjes Dini
De quetzal is een vogeluit Midden-Amerika, die behoort tot de familie van de trogons(prachtige kleuren) Het is de nationale vogel van het Midden-Amerikaanse land Guatemala.
De quetzal is volgens velen de mooiste soort uit de familie van de trogons. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben een metaalglanzende groene kop, rug en vleugels, een helderrode borst en witte onderstaartveren. Bij de wijfjes zijn de kleuren overigens wel wat minder uitbundig dan bij de mannetjes en vaak is het metaalgroen vervangen door bruine veren. Bij mannetjes groeien in de paartijd vier staartdekveren uit tot erg lange, sierlijke groene slierten die buitenboord hangen als ze in het nesthol zitten. De poten van de quetzal zijn grijs en hebben vier tenen aan iedere voet. Twee tenen zijn naar voren, de andere twee zijn naar achteren gericht. De snavel van de quetzal is kort, maar wel erg sterk. Mannelijke vogels hebben een gele bek, wijfjes een zwarte.
De quetzal voedt zich voornamelijk met vruchten en dan vooral wilde avocado’s. Die worden geheel ingeslikt, waarna het vruchtvlees in de maag wordt verteerd. De grote pit wordt weer uitgespuugd, waardoor de quetzal bijdraagt aan de verspreiding van avocado-bomen. Quetzals eten daarnaast insecten, spinnen, kleine boomkikkersen gekko’s.
Deze vogels houden zich vooral op in de boomkruinen. De mannelijke quetzal claimt iedere dag opnieuw zijn territorium met zijn kenmerkende roep, die vooral bij zonsopgang, midden op de morgen en bij zonsondergang te horen is.
Het broedseizoen loopt van maart tot juni. De quetzal nestelt vaak in boomholtendie door spechtenverlaten zijn. Er worden twee tot vier lichtblauw gekleurde eieren gelegd, waarop de ouders om beurten broeden. De jongen komen na ongeveer achttien dagen uit het ei en worden door beide ouders opgevoed. Ze hebben nog niet de prachtige kleuren van hun ouders en de jongen worden voornamelijk gevoed met kleine insecten. Na een maand vliegen de kleine quetzals uit, hoewel ze een tijd nog vaak met hun ouders optrekken.
In het zuiden en oosten van ons land kent men nog steeds het gebruik met Pasen een groot vuur te ontsteken. Het moet eertijds zeer algemeen geweest zijn in Nederland, maar doordat men het in sommige streken ongepast vond om op Zondagavond (Eerste Paasdag) vuurtje te gaan stoken is dit gebruik sterk afgenomen. Dit vuur werd op een speciaal voor dat doel bestemde Paaswei aangelegd. Die Paaswei was zo gelegen dat het vuur geen gevaar opleverde voor de vele rieten daken. De „paasbult" of „paasstapel" wordt veelal door kinderen opgebouwd die zingend allerlei brandbare materialen langs de deuren ophaalden. „He''j ook òlle wannen Die we poasken brannen? He''j ook ''n bossien stro of riet? Aans he''w'' poasken-moandag niet"
Het grootste paasvuur dat ooit in Nederland is opgeknetterd was dat van Almelo in 1927. Daar sleepte men 70 voeren (boerenwagens) hout bijeen. De stapel werd 15 meter in doorsnee en 12 meter hoog. Rond de vlammen stond dan een grote mensenmenigte met luider stem de bekende Paasliederen te zingen.
De oorsprong van de paasvuren wordt wel eens gezocht in het verbranden van Jezus'' doornenkroon. Er zat echter ook nog iets anders achter. Men verkeerde in de mening dat de neerslaande rook en het verkoolde hout vruchtbaarheid aan de velden schonk. Meisjes maakten zelfs hun gezicht met de as zwart.
In tegenstelling tot de meeste andere paasgebruiken is het aantal paasvuren de laatste jaren weer groeiende. Ze worden door de officiële instanties georganiseerd en bereiken steeds grotere hoogten. Het is opvallend dat van alle vuren (onder meer met Sint Maarten, met mei. Luilak, Nieuwjaar en Vastenavond) alleen die van Pasen zijn overgebleven. Toch is dat geen teken van vernieuwde godsdienstzin, noch van een vernieuwd paasgevoel, maar van een nieuwe vorm van vrijetijdsbesteding. Dat is Pasen toch voor steeds meer mensen: vrije tijd.