Littekens op een stierenhuid Net zoals de Vlamingen streven de Basken naar onafhankelijkheid. Hier is een deel van hun verhaal.
14-05-2009
Het groene, Baskische hout!
14 mei 2004
Een jaar geleden (2003) viel de politie binnen op de campus van de Baskische Universiteit in Leiola (Bizkaia) toen er een protestmeeting tegen een wijziging van de onderwijswet gaande was. Maar liefst103 studenten werden opgepakt en door het Hooggerechtshof beschuldigd van "indirecte integratie in ETA"! Het Spaanse staatswoordenboek kent veel synoniemen: direct, indirect, vermoedelijk, waarschijnlijk, en ga zo maar door.
Gisteren, 13 mei 2004 kwamen ze (onder een nieuw rectoraat) opnieuw samen op de "plaats van de misdaad". Opvallend was dat ze ditmaal niet met 284 waren, maar met liefst 4.223 die allemaal zichzelf beschuldigden! (Ditmaal niet als gevolg van mishandelingen!) Het groene, Baskische hout!
Moet een partij in een "democratie" zijn mensen optrommelen om propaganda te mogen voeren?
Moet men in een democratie schrik hebben dat een partij kort vóór de verkiezingen nog verboden wordt? Ja! In de Spaanse democratie althans!
Gisteren stapten door Bilbao vele radicale Basken op om te protesteren tegen een eventuele "illegalisering". Bij drie achtereenvolgende verkiezingen moeten ze voor de derde keer op een andere partij stemmen omdat de vorige er niet meer is (verboden). Ditmaal werd opgeroepen om voor de oude partij EAE-ANV te stemmen, maar tevens werd gewaarschuwd dat een (nieuwe) illegalisering niet kan!
Tussen de betogers liepen Batasuna-kopstukken Pernando Barrena en Joseba Permach. Ook de Secretaris- Generaal van de radicale vakbond, Rafa Díez Usabiaga en de partijleiders van ANV, Antxon Gómez en Kepa Bereziartua waren erbij.
De helikopter van de "Baskische" politie zorgde voor typische geluiden uit de Vietnamfilms, maar daar kijkt niemand nog van op.
Gisteren was het precies vijfentwintig jaar geleden dat Jon Agirre Agiriano, na 10 dagen door de Guardia Civil gefolterd te zijn, werd opgesloten in de gevangenis omdat hij zichzelf beschuldigd had van alles wat ze wilden. Al die tijd zat Agirre in een eerstegraads gevangenissysteem, waarvan de eerste 10 jaar in isolement gedurende eenentwintig uur per dag en in een kleine cel. Ten gevolge hiervan kreeg hij te maken met allerlei fysieke problemen met de rugwervels, met beide heupen, hoge bloeddruk en diabetes,
Hoewel hij in 1996, driekwart van zijn straf achter de rug had, werd hij niet voorlopig vrij gelaten omdat hij geen spijt betuigde. Twee jaar later begon Agirre te klagen over helse pijnen. In plaats van hem naar een hospitaal te brengen, werd hij versleept van de gevangenis van Huelva naar Malaga. In de infirmerie van deze gevangenis kon hij gedurende vier maanden het bed niet verlaten, maar er werden geen medische tests gedaan en zelfs eenvoudige dingen als krukken werden geweigerd. In februari van 2005 werd hij dichterbij gebracht (gevangenis van Logroño). Na zes jaar met helse pijn, werd hij uiteindelijk geopereerd in Donostia.
Recent weigerde het Hooggerechtshof nog de toepassing van artikel 91 (vrijlating wegens ernstige ziekte). Op dit ogenblik ligt hij in de ziekenafdeling van de Baskische gevangenis van Langraiz (Nanclares de la Oca).
In het Parlement van Navarra werd een motie goedgekeurd die het postuum verlenen van een medaille aan folteraar Melitón Manzanas bekritiseert. De regerende UPN (De PP uit Navarra) was niet akkoord. Bijzonder scherp was Pernando Barrena (Batasuna): Melitón leeft nog altijd in de kazernes en commissariaten, verwijzend naar de systematische foltering en hij haalde daarbij de behandeling van een arrestant in Bera aan. De Melitóns van nu krijgen ruggesteun van de UPN en de PSN. Na deze uitspraak werd Pernando Barrena het woord ontnomen.
Op 9 mei 2004 werd op de legendarische berg Bizkargi in Bizkaia de Bizkargi Eguna (de dag van Bizkargi) gevierd, een herdenking van "alle gudaris (strijders) van vroeger en nu die hun leven gaven voor de vrijheid van het Baskische Volk". Het begon met een tocht van een tweehonderdtal personen vanuit Larrabetzu naar de top van de berg. Eveneens werd de gevangenenbehandeling in Frankrijk en in Spanje aangeklaagd. De radicale, nationalistische krant Gara zegt niet wie er het woord voerde namens de Pro-amnestiebeweging. De reden hiervoor is tweeërlei: Wie opkomt voor de politieke gevangenen wordt in Spanje beschouwd als zijnde zélf "van ETA"! En wie "strijders van vroeger en nu" eert "verheerlijkt het terrorisme" omdat strijders van nu "van ETA" zijn.
Er zitten daarom ook meer dan 700 Baskische activisten in Spaanse en Franse cellen die allemaal "van ETA" zijn
De aartsbisschop van Iruñea-Pamplona, Fernando Sebastián, bezong eerder al de liefde voor de Guardia Civil, en hij kreeg daarvoor als dank een exemplaar van het merkwaardige hoofddeksel van de "verdienstelijken", een "tricornio", ten geschenke. Nu doet de nationaal-katholieke aartsbisschop weer stof opwaaien. In een kerkelijk document: "Actuele toestand van de Kerk, enkele praktische oriëntaties", bevestigt hij dat extreemrechtse politieke groupuscules het waard zijn in overweging genomen te worden en het waard zijn op hen te stemmen. "Hun getuigenis omvat grote waarden, zodat stemmen op hen gerechtvaardigd is". Hij heeft het hier o.a. wel over de Falange Española, de partij die aanstichter was van de gruwelijke Spaanse Burgeroorlog.
Gisteren verklaarde Bisschop Sebastián dat hij verkeerd geïnterpreteerd was. Hij vergat echter ook maar één woord terug te trekken. "Nooit heb ik een partij gesteund die niet oprecht democratisch is." Hangt er van af wat er onder democratie verstaan wordt.
De Spaanse monarchen sluiten zich, op het balkon van het stadhuis in Jerez de la Frontera, voor het eerst openlijk aan bij een manifestatie tegen het ETA-geweld.
De journaliste Carmen Torres, weduwe van journalist, J.M. Portell, zegt dat de enige oplossing van het probleem in de dialoog tussen de verschillende partijen ligt. Portell trad ooit op als tussenpersoon in ETA-aangelegenheden. In februari 1977 kwam Portell samen met een historische ETA-leider, Juan Jose Etxabe Oronbegoa Haundixe, om de volgende onderhandelingen voor te bereiden. Het objectief van de regering was: vrede, maar boven alles een geweldloze verkiezingsstrijd (verkiezingen 15 juni ) zonder aanslagen. In ruil was ze bereid te negotiëren over de Baskische politieke gevangenen. Maar toen hij daarbij even te ver ging, werd hij omgebracht door ETA. Hij is auteur van het boek "Los Hombres de ETA".
Anderhalve maand nadat José Maria Aznar een smadelijke nederlaag leed bij de nationale verkiezingen verschenen reeds zijn memoires: "Acht jaar regerend. Een persoonlijk visie over Spanje". Hij vertelt erin over zijn "verlicht despotisme". Zoals in juli 1999, toen de rechtbank van Grondwettelijk Recht "de ongelukkige maatregel" nam de leiding van de partij Herri Batasuna vrij te laten. In deze periode had ETA nochtans een unilateraal bestand aangeboden!In"een persoonlijk impuls" besloot hij toen een initiatief te nemen dat zou leiden tot de "Partijenwet" (waardoor Batasuna en alle aanverwante partijen bij wet verboden werden.) "Er was geen enkele twijfel dat er leden van Batasuna bij het ETA-terrorisme betrokken waren." (Maar er was niemand van de leiding veroordeeld!) Verder staat het boek vol met ideeën die regelrecht uit de mond van een dictator konden gekomen zijn.
Op de eerste zondag van mei komen de aanhangers van de Carlistische Partij voor hun jaarlijkse bijeenkomst samen op de Jurramendi (Montejurra) in Lizarra (Navarra) in de buurt van het klooster van Irache. In 1976 werden tijdens deze tocht nog 2 aanhangers doodgeschoten door fascisten die metnaamen toenaam (en ééntje zelfs op foto-mét-revolver) gekend zijn. Het heeft echter tot dit jaar geduurd eer de twee slachtoffers door het Hooggerechtshof erkend werden als "slachtoffers van het terrorisme". Deze "slachtoffers" werden indertijd opgevoerd om het ETA-terrorisme aan te klagen en zeker niet het terrorisme dat aan de basis lag van alle problemen in Baskenland, namelijk het staatsterrorisme.
De grote leider van de Carlisten Carlos Hugo de Borbón Parma, ooit echtgenoot van de Nederlandse prinses Irene, komt zélf al jaren niet meer opdagen.
Het Carlisme leefde in Zuid-Baskenland gedurende de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw. De Carlisten verdedigden anti-liberalisme, sociale hulp, vooral aan de landelijke wereld en aan de minsten dermijnen
Bij de dood van de Spaanse koning Fernando VII in 1833 kwam het tot een opvolgingsprobleem dat uitmondde in twee "Carlistische Oorlogen" (1833-1839) en 1872-1876). Karl Marx schreef na de Eerste Carlistische Oorlog: "De Carlisten verdedigen de beste juridische Spaanse tradities, die van de Fueros. Het is een vrije en populaire beweging, ter verdediging van de meest liberale en regionale tradities in tegenstelling tot het officiële liberalismedat de Franse Revolutie wil kopiëren."
Na de val van Estella, op 27 februari 1876, koos troonpretendent Carlos voor de vlucht, richting Noord-Baskenland. 15.000 aanhangers volgden hem. Velen zochten een nieuw bestaan in Zuid-Amerika.
Op 4 mei 2004 bracht de Spaanse Koning Juan Carlos de Borbón y Borbón een bezoek van twee uren aan de Spaanse luchtmachtbasis in Araka, bij Vitoria-Gasteiz. Hij was vergezeld van de nieuwe minister van Landsverdediging, José Bono. Wie er niet bij was dat was de Baskische president Ibarretxe. Er werd door de koning in de eerste plaats geklonken op de trouw aan Spanje en als schaamlapje op de genegenheid voor de Vascongadas. (de "oude" benaming voor Baskenland, vooral gebruikt door de vijand.
De nationalistische partijen Batasuna, Aralar en Gasteiz Izan protesteerden tegen de aanwezigheid van de Spaanse monarch op Baskisch grondgebied, omdat hij een Staat vertegenwoordigt die Euskal Herria het recht ontzegt over zijn eigen toekomst te beslissen. Ze heetten hem dan ook "niet welkom". Batasuna en Aralar eisen de terugtrekking van de Spaanse troepen en wijzen op het samengaan van de meest antidemocratische instellingen: de monarchie en het leger.
De Baskische Minister van Justitie, Azkarraga, durft het woordgebruik van de koning zelfs "Franquistisch" noemen! Azkarraga: "Ik geloof niet dat de Koning deze toespraak zelf schreef, want hij schrijft er geen enkele. Hij leest ze enkel". Ook de Baskische Minister van Sociale Zekerheid klaagt over de"tics uit het verleden" (lees: uit de dictatuur) die in leven gehouden worden. Franco sprak ook steeds over "Vascongadas" als hij Euskal Herria bedoelde.
Een groep bergbeklimmers uit de buurt van de hoofdstadklaagt aandat de enorme Baskische vlag, Ikurriña, die op 21 september 2003 aan één van de bergwanden in de buurt van de militaire basis werd aangebracht "toevallig" verdwenen was bij het koninklijk bezoek!
Magistraat Santiago Pedraz van het Spaanse Hooggerechtshof laat de Baskische gevangene Sandra Barrenetxea vrij zonder borg, "omdat een verklaring aan de politie onvoldoende is om iemand in de gevangenis te steken"
Sandra Barrenetxea werd op 24 april 2006 opgepakt door de Guardia Civil en gedurende drie dagen gefolterd. Magistraat Ismael Moreno liet haar daarna opsluiten in de gevangenis van Soto del Real op de gekende beschuldiging "colaboración con banda armada (collaboratie met een gewapende bende). Toch had Barrenetxea geen verklaringen afgelegd, noch aan de Guardia Civil, noch aan de magistraat. Pedraz benadrukte nu dat enkel de vermeende verklaring van Ibon Meñika (onder foltering) aan de Guardia Civil onvoldoende is om iemand te beschuldigen van "collaboratie met ETA". Bij de arrestatie van Ibon Meñika werden "betaalcheques" gevonden zoals die door o.a. ETA gebruikt werden. Ook Meñika verklaarde dagenlang gefolterd te zijn. Tot op heden was, voor wat Basken betreft, enkel een dergelijke eenvoudige verklaring door een derde al voldoende om iemand zijn vrijheid te ontnemen. Op die manier kwamen honderden Baskische activisten in de cel terecht, waarna ze meestal tot jaren gevangenisstraf veroordeeld werden na "zelfbeschuldiging" ten gevolge van foltering De arrestatie van een vriend was jarenlang aanleiding tot een vlucht naar Frans Baskenland.
Zouden alle gelijkaardige zaken van "eenvoudige verklaring aan de politie" nu te herzien zijn?
Een andere magistraat, Fernando Grande-Marlaska, die zich opwerpt als "erfgenaam" van Baltasar Garzón laat wel de Herriko Taberna van Zamudia waar Meñika "thuis" was voor twee jaar sluiten. Dit gebeurt "op eenvoudig verzoek" van de neofascisten van "Slachtoffers van het Terrorisme" en van "Waardigheid en Justitie", twee mantelorganisaties van de PP.
Zonder argumenten aan te halen werden de handtekeningen van 83.5011 Basken, samen met de lijsten die ze steunden, geannuleerd. Totaal rechteloosheid én totaal onverdedigbaarheid! Aan 170.000 mogelijke kiezers wordt het recht ontnomen hun steun te betuigen aan de verdedigers van hun ideeën en idealen. Niemand van de kandidaten werd ooit veroordeeld, niemand werd zelfs ooit individueel beschuldigd. Nu wel. In groep: "Behorend tot de strategie van het complex Batasuna". Bewijzen worden niet aangehaald.
Nu, onder een Socialistische regering, werden meer mensen uitgesloten dan voordien onder het PP-regime! Onder het PP-bewind werd enkel een relatie met ETA onderzocht, nu is het o.a. al voldoende ooit op een verboden kieslijst gestaan te hebben.
Zapatero liet een valabel vredesproces verschrompelen zonder een poot te verzetten. Toen ETA hiertegen met een (verwerpelijke) aanslag protesteerde en geruime tijd op voorhand waarschuwde, belette de politie dat twee Ecuadoranen die in evenveel autos op de parking lagen te slapen ontzet en gered werden (aanslag luchthaven Barajas te Madrid).
Het lijkt er steeds meer op dat het vredesproces moest mislukken.
Op 2 mei 2003 wijzigde de Spaanse Ministerraad artikel 56 van de Organieke Gevangeniswet die nog maar eens de basisrechten van burgers beknot, meer bepaald de burgers die in de gevangenis zitten. Nu verbiedt de nieuwe wet de Baskische gevangenen, al dan niet ETA-militanten, vanuit de gevangenis te studeren aan de UPV (Universidad del País Vasco). (Er mag niet vergeten worden dat de Spaanse Socialisten hun medewerking verleenden aan deze wetswijziging.) Volgens de minister van Justitie, Michavila, wordt "zodoende belet dat de Baskische Universiteit een instrument is ten dienste van personen die veroordeeld zijn voor terrorisme".
Onderwijs is een basisrecht en staat als zodanig in art. 27 van de Spaanse grondwet vermeld. De Regering wil op deze manier bovendien een bijkomende straf toevoegen aan de veroordeling. Hetzelfde deed Spanje al door de Baskische politieke gevangenen onder te brengen in gevangenissen die op grote afstand van Baskenland liggen.
Wanneer verplicht dit fascistische Regime de Basken te gaan rondlopen met het oude Baskische "kruis" de "Lauburu" op hun revers. De homofiele Basken een roze, de linkse nationalisten een groene?
Op 1 mei 2002 zorgt ETA voor veel aandacht met een spectaculaire autobom in de Europa-toren, op honderd meter van het Bernabéu-stadion in Madrid om 16.55 u., vier uur vóór aanvang van de halve finale van de Champions League Madrid-Barcelona. Vooraf waren er verwittigingen binnengelopen bij Gara en bij een noodtelefoon in Madrid. De auto was enkele dagen eerder in Madrid gestolen wat Francisco Javier Ansuátegui, gedelegeerde van de Regering in Madrid (voorheen in Navarra) doet verklaren dat ETA over "een zekere infrastructuur" beschikt in de hoofdstad. Hij spreekt niet over een "commando Madrid" omdat dit al 50 keer werd "opgerold".
De aanwezigheid van de buitenlandse cameras zorgde voor een bijzonder pijnlijk gezichtsverlies. Jaime de Marichalar, schoonzoon van Koning Juan Carlos, was aanwezig in het gebouw naast dat van de Caja Madrid, waar de aanslag gepleegd werd.
Na afloop gingen radicale ultras van Real Madrid op de vuist met de oproerpolitie. Zij wilden ETA persoonlijk aanpakken. Magistraat van wacht was Baltasar Garzón Diens match werd dus mooi verknald!
Een half uur later gaat in een andere wijk van Madrid een tweede bomauto de lucht in, waarschijnlijk de vluchtauto van de daders.
Op 21 december 1978 kwam de historische ETA-leider, José Miguel Beñaran Ordeñana, "Argala", in Angelu-Anglet om het leven na een aanslag van staatsterroristen van het "Batallón Vasco-Español".
Argala kwam uit Arrigoriaga, een voorstadje van Bilbao. De gemeenteraad besliste het plein voor het gemeentehuis om te dopen tot "Argalaplein". In 2002 wordt de stad bestuurd door een PNV-burgemeester en 7 PNV-raadsleden, 4 Batasuna, 2 PP, 2 PSE en 2 UVA. Op 30 april 2002 wilde de PP deze beslissing ongedaan maken, maar enkel de PSE stemde met hen mee, terwijl UVA zich onthield. De burgemeester verweet de PP een mediastunt te hebben willen zoeken in plaats van de problemen van het volk op te willen lossen.
De UNO stelt 58 gevallen van foltering in Baskenland aan de kaak.
Verschillende Baskische artsen, in samenwerking met Deense experts in zake foltering, stellen verregaande onnauwkeurigheden vast bij het gerechtelijke, medisch onderzoek van Baskische gevangenen tijdens hun periode van afzondering. En dit door het Hoog Gerechtshof! Tevens stellen ze vast dat de garantie ontbreekt voor de bescherming van de rechten van deze arrestanten. Ze baseren zich op de analyse van 318 documenten in verband met 100 arrestaties van personen die tussen 1991 en 1994 in Madrid "verbleven". Dit rapport verscheen in het gezaghebbende Amerikaanse tijdschrift "Journal of Forensic Sciences".
Het resultaat was verbluffend:
- 85 % kreeg slagen.
- 34 % kreeg de plastic zak over het hoofd getrokken.
- 8 % kreeg elektroden aangebracht.
- 4 % werd ondergedompeld in het bad (vol uitwerpselen)
Er wordt voorgesteld het medisch onderzoek in de toekomst zonder politietoezicht te verrichten in een andere ruimte dan het "ondervragingslokaal". Het onderzoek moet verder gebeuren door neutrale, competente beroepsmensen en volgens internationaal bepaalde regels en methodes.
0p 16 april presenteerde de Speciale Uno-rapporteur voor de Folteringen, de vermaarde Nederlandse jurist Theo van Boven, voor de Commissie Mensenrechten in Genève de jaarbalans voor 2000. (Van Boven was eerder directeur van de afdeling Mensenrechten bij de UNO.)
Wat Spanje betreft zijn er beschuldigingen aan het adres van de Guardia Civil, de Nationale Politie en de Baskische Autonome politie, Ertzaintza.
Er worden 58 gevallen van foltering en mishandeling van Baskische burgers aangeklaagd op een totaal van 77 aanklachten van mishandeling van arrestanten.
In het rapport, dat overgemaakt werd aan de Spaanse autoriteiten, staat dat een groot aantal personen wordt gearresteerd op verdenking van medewerking of lidmaatschap van een gewapende bende en op secreet wordt geplaatst, in overeenstemming met de antiterroristenwetten. Ze worden mishandeld tijdens hun arrestatie, tijdens de overbrenging en het verblijf op het politiecommissariaat en tijdens de overbrenging naar het Hooggerechtshof. Volgens het rapport wordt een groot aantal arrestanten daarbij met de dood bedreigd en seksueel gemolesteerd en misbruikt. De daarbij gebruikte politietechnieken hebben tot doel de fysieke uitputting van de arrestant na te streven. De heer van Boven wijst op de lange duur van de afzondering die tot 5 dagen kan oplopen. Alvorens voorgeleid te worden voor een magistraat heeft de arrestant tijdens deze periode enkel contact met de politiemannen, met een officieel arts, aangesteld door Binnenlandse Zaken, een pro-deo advocaat en als laatste een bewaker.
Van de 58 aangeklaagde gevallen betrof het 5 personen die aangepakt werden door de politie nadat ze door Mexico of door Frankrijk waren uitgeleverd. Dit is in strijd met artikel 3 van de UNO-conventie van 10 december 1984 i.v.m. foltering en andere onmenselijke behandeling. Daarin wordt gesteld dat niemand mag uitgeleverd worden aan een andere Staat waar ernstige vermoedens van folterpraktijken bestaan.
Behalve Baskische politieke gevangenen zijn ook immigranten vaak het slachtoffer van onmenselijke behandelingen. Tussen 1995 en 2002 kwamen er bij Amnesty International 321 klachten van foltering in Spanje binnen. Zes mensen werden seksueel lastiggevallen of zelfs verkracht terwijl er vijf overleden.
Het rapport van Theo van Boven vond geen weerklank in de Spaanse pers. Of om het in het Spaans te zeggen: "un silencio elocuento" (een veelzeggend zwijgen).
Op 28 april 2005 werd Pedro Esquisabel Urtuzagagearresteerd, in het gezelschap van een andere Etarra, José Manuel Ugartemendia Isasa.
ETA had hem Xerpa gedoopt, een ex-politieagent van 42 jaar oud, en bekend als de meest voorzichtige persoon van de organisatie, altijd op zijn hoede. Volgens een onderzoeker van de politie was het bijna onmogelijk om hem te volgen, te schaduwen.
En toch, op 25 april 2005 begaat Pedro Esquisabel Urtuzaga Xerpa een fout met zware gevolgen voor de Baskische separatisten. In een wassalon te Caussade (Tarn-et-Garonne), op 70 kilometers van Toulouse moest hij zich vlug van zijn wapen ontdoen om een politiecontrole te vermijden en gooide het wapen tussen een hoop linnen. Een automatisch pistool van klein kaliber in een houder werd kort nadien ontdekt, samen met een notaboekje waarin nogal wat gegevens over ETA-leden stonden. Xerpa keerde terug naar het wassalon waar hij als een bezetene een hoop linnen doorzocht. Hij vroeg zelfs aan de onderhoudsdienst of ze geen houder gezien hadden, misschien had iemand die wel bij de verloren voorwerpen gedumpt.
Twee dagen later overtrad Xerpa een tweede maal de elementaire regels van de voorzichtigheid en belde het wassalon op. De nationale antiterroristische divisie die onder één hoedje speelde met het wassalon vertelde hem dat de houder gevonden was en dat hij ze kon komen ophalen.
In Hernani, een buurstadje van Donostia-San Sebastiàn, overleed Kepa Miner "Txalaka". Miner kwam op 2 juli 1999 vrij door toepassing van artikel 92 aangaande vrijlating van ongeneeslijk zieke gevangenen. Sindsdien zat hij in een rolstoel omdat hem door een zware longziekte de kracht ontbrak om te lopen. Tijdens zijn gevangenschap diende hij al herhaalde malen gehospitaliseerd te worden om zuurstof toegediend te krijgen. Ondanks deze bijzonder zware handicap diende Miner zich nog één keer per maand te melden in de gevangenis van Martutene (Donostia)
Miner werd in juni 1984 gearresteerd in zijn huis in Hernani en bij deze operatie verloren Agustín Arregi Perurena en Juan Luis Lekuone Elorriage het leven terwijl Jesús Mari Zabarte mede gearresteerd werd.
In de daaropvolgende 15 jaren zat Miner nooit in een gevangenis in Baskenland. In 1994 werd vastgesteld dat hij een zware chronische longziekte had. Dit belette niet dat hij in 1996 werd overgebracht naar de gevangenis van Cáceres. Drie keer maakte hij een zware crisis door. Daags na de derde crisis (1 juli 1999) werd hij "genezen verklaard" en vrijgelaten. Hij lag sindsdien gedurende 18 uur per dag aan de beademingsmachine.
Op deze dag, 26 april 1937, werd de stad Gernika gebombardeerd door het Condor Legioen met de medewerking en onder de leiding van Spanje.
Vandaag, 26 april 2001, werden op het kerkhof, in aanwezigheid van Baskische en Duitse autoriteiten de traditionele bloemen aangeboden aan de slachtoffers. Terwijl op de Plaza de los Fueros, overlevenden samenkwamen, werden duizend kaarsen ontstoken. Het idee kwam van de Australiër William Kelly. Er waren ook vertegenwoordigers uit de steden die met Gernika verbroederd zijn: Pforzheim (Duitsland), Boise (USA) en Berga (Catalunya)
Hoewel Duitsland al sinds lang zijn excuses aanbood blijft vanuit Madrid tot nader order nog steeds het laatste (en enige) bericht gelden dat kort na de feiten verspreid werd,"als zouden rode, Baskische separatisten Gernika zelf in brand gestoken hebben."
Op 26 april 2007 verzamelen 50 burgemeesters van "vredessteden" over heel de wereld en enkele Nobelprijswinnaars in Gernika voor de lezing van het "Gernika Statement".
Op vraag van Franco bombardeerde het Condorlegioen 70 jaar geleden de stad Gernika
Vandaag, 26 april 2007, is het precies 70 jaar geleden dat Duitse bommenwerpers de historische stad Gernika in Baskenland met de grond gelijkmaakten. Vlaams minister van Buitenlands Beleid Geert Bourgeois laat de Basken weten dat ook Vlaanderen meeleeft. Hij subsidieert ondermeer de internationale artistieke productie "Vlernika". Het project herdenkt de opvang van duizenden Baskische kinderen bij Vlaamse gezinnen tijdens de Spaanse burgeroorlog en herenigt begin juli heel wat "niños de la guerra" met hun Vlaams gastgezin. Bourgeois ontvangt op 10 juli Baskisch minister-president Ibarretxe naar aanleiding van deze reünie. In Baskenland zelf, maar ook over heel de wereld, wordt het bombardement op Gernika herdacht. De aanval op dit burgerdoelwit had vanuit militair oogpunt geen nut. Maar het bracht een enorme symbolische klap toe aan Basken die met hun onafhankelijkheidsstreven altijd sterke tegenstand hadden geboden tegen de veldtocht van Franco. Gernika staat dan ook tot op vandaag symbool voor zinloos oorlogsgeweld. De stad wil de herdenking aangrijpen om over de hele wereld aandacht te vragen voor de vredesgedachte.
Vijftig burgemeesters van "vredessteden" over heel de wereld (Hiroshima, Volgograd, Dresden, Coventry, Oswieci-Auschwitz, Ieper ) en enkele Nobelprijswinnaars verzamelen in Gernika voor de lezing van het "Gernika Statement". Deze verklaring voor vrede en tegen oorlog en de schending van mensenrechten wordt tegelijkertijd op verschillende plaatsen in de hele wereld voorgelezen, ondermeer in New York, Buenos Aires, Mexico Stad, Santiago de Chili, Montevideo en ook in Brussel. Tijdens de Spaanse burgeroorlog kwamen immers duizenden Baskische kinderen terecht bij Vlaamse gezinnen. Zo groeiden hechte banden tussen Vlaanderen en Baskenland. In Gent werden ongeveer 200 vluchtelingenkinderen ondergebracht. Na afloop van de burgeroorlog keerden de meesten terug naar huis.
Vlernika, een samentrekking van Vlaanderen en Gernika, wordt een internationaal-artisieke productie die de opvang van deze Baskische kinderen in Vlaanderen herdenkt. Met de steun van Bourgeois worden verschillende projecten uitgewerkt door Trefpunt vzw. In Vlaanderen en Baskenland worden op verschillende festivals een muziekproductie uitgevoerd door een gemengd Vlaams-Baskisch ensemble (o.a. 15 juli op Gentse Feesten, 10 juli n.a.v. 11-juliviering). Op de achtergrond zullen beelden te zien zijn van een documentaire die Fabio Wuytack maakt over de "niños". Bij het project horen ten slotte nog een boek en een reizende fototentoonstelling over de Baskische kinderen. Deze houdt halt in alle Vlaamse provinces. Ze loopt ondermeer van 6 tot 20 mei in het kader van "LeuvenondersteBoven" en van 2 tot 27 juli in "Ons Huis" in Gent.
In Donostia overleed Jokin Gorostidi, nadat hij enkele dagen eerder een hartinfarct had gekregen. Gorostidi werd in 1944 in Tolosa geboren en toen hijin 1967 in de bevrijdingsorganisatie ETA al was opgeklommen tot "liberado" (= als lid bij de politie bekend) zag het er niet naar uit dat hij in zijn bed zou sterven! Nadat hij in hetzelfde jaar wist te ontsnappen uit een omsingeling door de Guardia Civil ging hij in de illegaliteit. Hij nam deel aan het tweede deel van de V Assemblee en kreeg er de opdracht de eerste gewapende acties tegen de Spaanse bezettende politiemachten op te zetten. Toen de eerste ETA-dode, Txabi Etxeberrieta, op 7 juni 1968 onder de kogels van de "Txakurrak" (honden, spotnaam voor de guardia Civil) viel was die op weg naar een afspraak met Gorostidi. Beiden zouden de terechtstelling van de beruchte folteraar, Melitón Manzanas, (2 augustus 1968) voorbeid hebben. Op 8 maart 1969 werd Jokin samen met zijn vriendin Itziar Aizpurua, gearresteerd. Bij het daaropvolgende proces van Burgos (eind 1970) werden 9 doodstraffen uitgesproken. Gorostidi kreeg twee keer deze maximumstraf! Zijn vrouw kwam er goedkoper van af. (Er was slechts 15 jaar geëist). Het protest vanuit de hele wereld zorgde ervoor dat Franco de wurgpaal niet durfde boven halen. Zo kwam Gorostidi in de gevangenis van Cartagena terecht en bleef daar tot 22 mei 1977 zitten. Intussen had Spanje een akkoord gesloten met een aantal Europese landen om van hun "Burgosgevangenen" af te raken. Jokin en zijn vriendin Itziar kwamen in Brussel terecht. Niet voor lang echter. Niet eens 5 maanden later en zonder te genieten van welke amnestie dan ook keerden ze op 22 mei 1977 onverschrokken naar Baskenland terug! In een zinderende velodroom Anoeta (Donostia) werden ze ontvangen met slagzinnen als "ETA, Herria zurekin!" "ETA, het Volk staat achter u!
Een jaar later hoorde Gorostidi bij de stichters van Herri Batasuna en hij bleef van 1978 tot 1991 lid van het Partijbestuur. In 1980 werd hij door de Franse politie gearresteerd. Hierbij werd Txomin Iturbe door een kogel aan het hoofd geraakt. Een jaar later werd hij, samen met de rest van de partijleiding, opgepakt nadat ze in Gernika de koning van Spanje verwelkomden met "Het Lied van de Baskische Soldaat". Bij een bezoek aan gedeporteerde lotgenoten in Afrika raakte hij na een legionellavergiftiging 55 dagen in coma. Natuurlijk werd Gorostidi betrokken in het macroproces 18/98. Toen hij zich vrijwillig aandiende bij het Hooggerechtshof kwam hij pas buiten nadat hij 30.000 euro borg had betaald. Er werd 15 jaar tegen hem geëist. In 2002 verbood Baltasar Garzón de radicale partij Batasuna en zette het hele hoofdbestuur achter de tralies. Onder hen Itziar Aizpurua. Plots waren de rollen omgekeerd en kon Jokin op gevangenenbezoek! In 2003 werd hij voor het laatst opgepakt, toen hij met zijn Itziar over het strand wandelde. Baltasar Garzón beschuldigde hem meegewerkt te hebben aan het innen van "revolutionaire belastingen". Na het betalen van 18.000 euro borg was hij vrij.
De reizen naar en van Madrid, gedurende de laatste vijf maanden, om telkens weer aanwezig te moeten zijn op het proces 18/98 zullen het hart van de oude strijder geen goed gedaan hebben. Maandag had hij, als laatste van de hele groep, ondervraagd moeten worden.
Op de 20steverjaardag van het Burgosproces, op het ogenblik dat iedereen vomeerde op de Baskische gewapende organisatie, verklaarde Gorostidi dat het een eer was militant van ETA geweest te zijn. Agur eta Ohore, Jokin (Tot ziens en alle Eer, Jokin).