Littekens op een stierenhuid Net zoals de Vlamingen streven de Basken naar onafhankelijkheid. Hier is een deel van hun verhaal.
30-09-2008
Valsheid in geschrifte
Vervalsing van documenten 30 september 2006
Na de verschrikkelijk aanslagen van 11 maart 2004 in de treinstations in Madrid (190 doden) werd meteen met de vinger richting ETA gewezen. Zelfs de Baskische Lehendakari, Ibarretxe, sprak voor zijn beurt. Drie dagen na de aanslagen zouden er in Spanje nationale verkiezingen plaatsvinden. Als ETA de dader was, dan kreeg Aznar "heel Spanje" achter zijn harde aanpak van het "Baskische terrorisme" met een begeerlijke electorale triomf als gevolg. Als het echter een aanslag van Al Qaida zou zijn, dan zou het worden uitgelegd als een "straf" voor de deelneming van Spanje aan de oorlog in Irak.
Vrij kort na de aanslagen werd duidelijk dat ETA niets met de zaak te maken had, maar de Spaanse minister, de Palacios, zette de Spaanse Ambassadeurs onder druk om de aanslagen in de schoenen van ETA te blijven schuiven! Toen ETA verklaarde "geen uitstaans met de zaak te hebben" was dit, verbazingwekkend, voor de grootste vijanden van ETA "een bewijs". "Als ETA het zegt, dan is het zo!" Niemand minder dan magistraat Baltasar Garzón zette zich aan het onderzoek van de "bewijslast" tegen ETA. Op 30 september 2006 beschuldigde Garzón drie deskundigen van een "delict van vervalsing". Zo vervalsten ze documenten van een onderzoek aangaande de vondst van "boorzuur", een substantie die eerder in 2001 bij ETA gevonden werd. Dit moest het bewijs zijn waarmee ze ETA wilden linken aan de aanslagen in Madrid. De deskundigen waren hogere politiemannen.
ETA condiciona un nuevo alto el fuego a un acuerdo político previo ETA laat een nieuw staakt-het-vuren afhangen van een voorafgaand politiek akkoord
In de septemberuitgave nummer 112 van Zutabe, het interne communicatieorgaan van ETA, analyseert ETA de politieke situatie en verklaart dat de regering weliswaar een akkoord ondertekende, maar zonder de wil om het ook uit voeren. Zie ook:ETA was zelfs bereid zijn militaire structuur te ontmantelen.
Euskal Herria is gebotst op de negatieve houding van de Spaanse mandatarissen, omdat zij geopteerd hebben voor dezelfde weg als hun voorgangers. Ook de PNV heeft zich bij die lijn aangesloten, want Josu Jon Imaz, de verrader, verdedigde de belangen van de Spaanse staat en negeerde de rechten van het volk van Euskal Herria. Het moet nu toch kristalhelder zijn, meer dan ooit, dat het overstijgen van het conflict afhangt van een politieke oplossing: namelijk territorialiteit enzelfbeschikking. ETA is bereid een nieuw staakt-het-vuren af te kondigen op voorwaarde van een voorafgaand politiek akkoord.
Op28 september 2007heeft de Lehendakari,Juan José Ibarretxe, bij de hervatting van de parlementaire werkzaamheden, in de voltallige vergadering van het Baskische parlement aangekondigd dat hij op 25 oktober 2008 een volksraadpleging zal houden in Euskadi. (25 oktober is de verjaardag van het Estatuto de Guernica, bij referendum goedgekeurd op 25 oktober 1979.) Of er voordien al dan niet een politiek akkoord tot stand komt met de Spaanse regering, zal zijn beslissing niet beïnvloeden.
Enkele maanden vóór hijzelf overleed, trakteerde dictator Francisco Franco het Baskische Volk op een laatste lading kogels. Hoewel na het Burgosproces van vijf jaar eerder de doodstraf, uitgesproken tegen zes van de 11 Baskische activisten, werd omgezet, liet Spanje nu 2 ETA-leden (en 3 militanten van FRAP) terechtstellen om een noodzakelijk voorbeeld te stellen, aldus Franco. Omdat de beul, José Moreno, uit Sevilla, niet op drie plaatsen tegelijk kon zijn, werd niet gekozen voor wurging zoals twee jaar eerder nog het lot was van Salvador Puig Antich, maar voor een vuurpeloton.Lees verder
Voici le texte lu par Maite GOYENETCHE et Miguel TORRE, porte-parole de BATASUNA, lors de la conférence de ce matin à Bayonne.
"Conférence de presse de BATASUNA
Le 25 Septembre 2008
Merci de votre présence.
Nous sommes ici des membres de BATASUNA et de la gauche abertzale.
Nous allons vous faire part de la lecture que Batasuna fait suite aux arrestations survenues hier.
A lissue de cette analyse, il ny aura pas pour linstant dautres interventions ou questions-réponses.
Le parti politique BATASUNA tient tout dabord à exprimer son entière solidarité avec les personnes arrêtées ainsi quavec leurs familles respectives.
Les raisons pour justifier cette opération sont variées et disparates.
Mais nous ne tomberons pas dans le piège de lintoxication de lEtat français. Nous souhaitons clarifier la véritable cause de ces arrestations.
En arrêtant des porte-parole et des militants actifs de BATASUNA, en réalisant des perquisitions dans les domiciles des militants et dans son siège cest bien la structure politique même de BATASUNA et le projet porté et animé par BATASUNA que lEtat français veut anéantir. LEtat français a voulu et veut porter un coup fatal à BATASUNA, mais BATASUNA est ici, devant vous, et sera présent dans les jours à venir pour continuer son travail politique de terrain.
La répression de lEtat français contre BATASUNA se situe à un moment clé dans la situation politique en Pays Basque. BATASUNA a plusieurs fois indiqué quun nouveau cycle politique commençait pour le Pays Basque Nord.
En effet, face à la politique de négation et dassimilation orchestrée par lEtat français depuis plusieurs décennies, et face aux pseudo-outils de concertation et de développement proposés par lui au Pays Basque, BATASUNA a pris linitiative de lancer une nouvelle proposition pour sortir le Pays Basque nord de lagonie actuelle.
En janvier 2007, BATASUNA a rendu publique sa proposition dun cadre dautonomie pour le Pays Basque Nord. Ce cadre institutionnel a pour objectif de reconnaître le Pays basque nord, dy renforcer la démocratie locale et de lui donner des compétences dont il a besoin pour exister et des moyens adéquats. Ce cadre autonomique est le minimum vital pour la survie du Pays Basque nord.
Or, la nécessité dun cadre institutionnel, est partagée par beaucoup dacteurs socio-économiques et par des agents politiques autres que BATASUNA. Beaucoup affirment aujourdhui que les pseudo-outils proposés par lEtat, ne permettent pas de sortir le Pays Basque Nord de la situation alarmante dans laquelle il se trouve.
Et cest bien cela que lEtat français ne supporte pas, ce dont il a peur.
Ce nest pas BATASUNA en soi mais bien la volonté dun pays de se prendre en main que lEtat français veut anéantir, cest lexistence du Pays Basque que lEtat français souhaite voir disparaître.
M. Sarkozy, Mme Alliot-Marie, le Pays Basque existe : reconnaissez-le.
Ainsi, donc, pour lEtat français BATASUNA, qui constitue une véritable force de proposition et de mobilisation est de trop et cest pourquoi il a arrêté mercredi ses militants.
LEtat français a peur : dune proposition dAutonomie : dune chambre dagriculture alternative, de projets sociaux et économiques qui voient le jour grâce à la participation financière des habitants des 7 provinces, de la force de notre proposition.
Il est clair pour Batasuna, au vu de ces éléments analysés, que nous sommes face à une opération politique et non judiciaire comme la déclaré Mme Alliot Marie ; que, sous pretexte dattentats et autres, le but est bien de stopper lactivité politique de Batasuna et la dynamique lancée pour reconnaître le PB nord.
Afin de maintenir un semblant de démocratie, lEtat français nose pas encore véritablement franchir le pas de lillégalisation dun parti ou de mouvements. Mais il bloque les comptes bancaires de ses militants, il collabore aux mandats darrêt européens, il envoi en justice des associations, il salit et criminalise des centaines de militants
Face à cette attitude anti démocratique, nous devons garder le cap et continuer à travailler ensemble pour atteindre nos objectifs, à savoir la reconnaissance et le respect du Pays Basque.
Dans limmédiat, nous appelons les forces vives de ce pays à se rassembler pour dénoncer ces arrestations massives, et défendre le droit à la liberté dassociation et dexpression.
A cet effet, BATASUNA appelle à une manifestation, ce samedi 27 septembre à 16H à la place des basques à Bayonne.
Le thème de la manifestation sera :
« Euskal Herria Onartu eta Errespetatu - Herria aintzina-Batasuna Aintzina »
« Reconnaissez et respectez le Pays Basque.
Le peuple va de lavant Batasuna va de lavant ».
Nous appelons aussi toutes les forces politiques, syndicales et autres à ne pas se taire devant la situation, à exprimer leur désaccord et à appeler à la manifestation de samedi.
Merci pour votre présence et à samedi"
Euskal Herria, le 25 septembre 2008
BATASUNA verklaart zich solidair met de opgepakte personen en hun families. Volgens hen wil de Franse Staat door de arrestaties en de huiszoekingen de politieke werking van Batasuna ten gronde richten.Batasuna deed meerdere voorstellen om Baskenland uit zijn doodstrijd te helpen. Het is niet zozeer Batasuna als wel de wil van de Baskische bevolking die door de Franse Staat moet vernietigd worden. Frankrijk wil Baskenland zien verdwijnen. Daarom moesten de militanten van Batasuna opgepakt worden. Frankrijk is bang voor een vraag naar autonomie.
Het gaat hier niet om een gerechterlijke operatie maar om een politieke handeling, onder het voorwendsel van onderzoeken naar aanslagen en andere, met het doel de politieke activiteiten van Batasuna te stoppen.
Batasuna roept op deze arrestaties aan te klagen en de vrijheid van vereniging en meningsuiting te verdedigen.
COMMUNIQUE DE PRESSE D'AUTONOMIA ERAIKI
Jeudi 25 septembre.
Pour tout contact ; Filipe Lascaray 06 09 01 01 38
Gabi Mouesca 06 23 16 27 23
Autonomia Eraiki dénonce avec fermeté la vague d'arrestations quis'est produite ces lundi 22 et mercredi 24 septembre en Iparralde.
Ces opérations politico-judiciaires à grand spectacle n'ont pour autre but que d'alimenter un conflit sur la base de l'intoxication médiatique, l'amalgame et le mensonge.
De tels procédés, loin de concourir aux efforts nécessaires à une juste résolution du conflit en Euskal Herri, ne font qu'accroître les facteurs de crispation et de violence.
Notresolidarité pleine et entière va àl'ensemble des militant(e)s touché(e)s par cette répression.
Militant(e)s qui sont connu(e)s et reconnu(e)s comme des acteurs de la vie politique et sociale d'Euskal Herri.
Nous appelons l'ensemble des citoyen(ne)s à ne pas se laisser abuser par les gesticulations répressives de l'Etat français et à participer aux diverses actions de solidarité faisant suite à cette scandaleuse opération.
Autonomia Eraiki
25 septembre 2008.
Autonomia Eraiki klaagt de arrestaties aan. Volgens hen hebben deze operaties enkel tot doel het conflict aan te wakkeren door middel van mediatieke intoxicatie, amalgamen en leugens. Deze middelen, in plaats van tot een oplossing te leiden, vergroten enkel de ergernis en verhogen het risico op geweld.
Zij betuigen hun solidariteit met de betrokken personen en roepen de Baskische burgers op zich niet te laten misleiden door de repressieve bedrijvigheid van de Franse Staat en deel te nemen aan de solidariteitsacties die gevoerd worden.
Anaram Au Patacmovement revolucionari de lesquera occitana
COMUNICAT DE PREMSA - COMMUNIQUE DE PRESSE / 25-09-2008
Anaram au Patac condamne lopération policière française contre la gauche independantiste basque
Le mouvement de la gauche révolutionnaire occitane Anaram Au Patac constate une nouvelle fois que le gouvernement français suit la stratégie policière et judiciaire sans issue que mène Madrid depuis plus de 10 ans aujourdhui contre le mouvement de libération basque.
Les arrestations spectaculaires effectuées ces derniers jours contre les représentants de Batasuna sont lillustration de cette collaboration et de la mise en scène dirigée par Madrid pour criminaliser des mouvements qui ont pignons sur rues et dont les militants sont connus et respectés.
De lautre coté des Pyrénées, la justice espagnole a rendu illégal lexpression politique dune partie de la population, qui ne demande que le droit de sautodéterminer et de défendre un projet politique de gauche. Cest la mise en place dun Etat dexception qui ne fait quéloigner une résolution politique du conflit dont Madrid et Paris, pourtant, disent tant vouloir voir la fin.
LEtat français avec son expérience dans lancienne Indochine, en Algérie, et plus récemment en Kanakie, na-t-il rien compris ? Pense til que lon peut faire taire par la force un peuple qui se lève ? Et cela sans violer tous les principes signés dans les instances internationales ? Rappelons que la Guardia civile et la Policia Nacional espagnoles sont régulièrement accusées de torture contre les militants basques arrêtés et que cest en partie avec les informations soutirées de cette façon que la police et justice française travaillent.
Pour toutes ces raisons et par ce que Anaram au Patac revendique le respect du droit à lautodétermination, nous condamnons cette nouvelle opération policière contre la gauche indépendantiste basques et ses militants. Une opération complètement disproportionnée contre des personnes publiques, qui ont des familles et des emplois et que la police aurait aussi bien pu convoquer.
La répression nest pas la solution et seul des négociations et le respect des droits des peuples résoudront le conflit.
Anaram au Patac tient aussi a appeler les organisations, syndicats et associations qui se disent progressistes, a sinquiéter de ce qui se passe au Pays Basque sud et nord. Des techniques répressives sont à luvre et serviront et servent déjà à réprimer les mouvements sociaux et politiques jugés trop subversifs par les Etats.
Anaram au Patac se solidarise avec les revendications des manifestations qui ont lieu et qui auront lieu samedi 27 septembre à 16h à Bayonne, place des Basques et celle de Bilbao le samedi 4 octobre à 17h30.
Anaram Au Patac (Occitaanse linkse revolutionaire beweging) veroordeelt het politieoptreden tegen de Baskische linkse onafhankelijkheidsbeweging en stelt eens te meer vast dat de Franse regering de Spaanse uitwegloze strategie volgt.
Zij betreuren deze buitenissige actie tegen publieke personen die op een eenvoudige convocatie van de politie zouden ingegaan zijn.
Intussen is bekend gemaakt dat de Spaanse regeringsleider Zapatero alle knowhow ter beschikking van de Franse staat wil stellen om alsnog Batasuna in Frankrijk buiten de wet te stellen. Ook de OpenbareAanklager van de uitzonderingsrechtbankAudiencia Nacional, Javier Zaragoza,heeftzijnonvoorwaardelijkemedewerkingverleend. Zijn er nog meer bewijzen nodig om aan te tonen wat de verborgen agenda is van beide staten ?
In Tolosa overleed op zondag, 26 september 1999, Esteban Esteban Nieto (44 j.) ten gevolge van kanker. Tussen 1982 en 1984 was hij lid van het "Commando Ardatza", terwijl hij in 1987 werd gearresteerd als lid van het "Commando Madrid".
Op 7 april 1999 werd hij vrijgelaten wegens de terminale kanker waaraan hij leed, maar 6 maanden later werd hij geveld. Naar aanleiding van die vrijlating verklaarde de rolstoelmagistraat, Eduardo Fungairiño, datde gevangenis en de ziekte compatibelwaren (en Nieto dus infeite niet vrij diende te komen). De wet (artikel 92,3 van het Strafwetboek) voorziet nochtans de voorlopige invrijheidstelling van zwaar zieke en terminale gevangenen.
Eind januari 2007 werd een jongere uit Donostia na het verlaten van haar werk, in een kroeg in Gros, door een achttal onbekenden beet gepakt en geslagen. Zij diende enige tijd opgenomen te worden op de spoeddienst, en ze was een week werkonbekwaam. De Ertzaintza identificeerde de onbekenden alshelden van de Guardia Civil, verbonden aan de kazerne van Intxaurrondo!
Op25 september 2007zaten op het beklaagdenbankje in Donostia niet acht, maar slechts één Guardia Civil! De beklaagde en een getuige (ook Guardia Civil) verklaarden, "dat ze hadden ingegrepen toen het meisje met een ijzeren staaf straatmeubilair stuksloeg". De ene had gezien dat ze op een papiercontainer sloeg, volgens de andere sloeg ze op een auto! Daarna had ze de Guardias willen aanvallen! Bovendien had het meisje hen beledigd met woorden als "piccolos", "hoerenzonen" en "txakurras" ("honden", de bijnaam van de Guardia Civil)!
Op de vraag hoe het meisje in godsnaam kon weten dat ze van de Guardia Civil waren, beweerde de beklaagde dat "hun Andalusisch accent" hen wel zal verraden hebben. De beklaagde en de getuigen spraken elkaar tegen toen ze dienden te antwoorden op vragen over de manier waarop ze de bar verlaten hadden en wie de auto bestuurde.
Op 24 september 2008, de dag dat de Spaanse Binnenlandminister, Alfredo Pérez Rubalcaba, in Toulon samenkomt met zijn Franse collega, Michèle Alliot-Marie, om over de recente aanslagen van ETA en over de gezamenlijke strijd tegen de gewapende organisatie te praten, wordt in Iparralde, Frans-Baskenland, een nooit geziene razzia gehouden.
Onder het alziende oog van de antiterroristische magistraten Marie-Antoinette Houyvet en Edmond Brunaud, trekken de speurders van de SDAT (Sous-Direction Anti-Terroriste), van het OCRGDF (Office Central de Répression de la Grande Délinquance Financière), van de PJ (Police Judiciaire) van Bordeaux en van de opzoekingbrigade van de Gendarmerie van Pau, alle registers open.
Volgens de meest recente gegevens werden 15 Baskische militanten opgepakt en ondervraagd, allemaal leden van de nationalistische partij Batasuna, verboden in Spanje, maar wel toegelaten in Frankrijk. Onder de arrestanten zijn heel wat bekende namen: Xabi Larralde, Jean-François Lefort "Lof", Jean-Claude Aguerre, Jokin Etxeberria, Patricia Martinon, Jon Irrasola, Aurore Martin, Juliano Cavaterra, Frédéric Carricart, Maider Duhalde, Haritza Gallaraga, Antton Etxeberria en Mirentxu Laco. In de partijlokalen werden huiszoekingen gedaan.
De razzia, het houdt niet op voor de Baskische onafhankelijkheidsbeweging, zou verband houden met een onderzoek gevoerd in barrestaurant Kalaka te Saint-Jean-Pied-de-Port op 24 september 2007, naar aanleiding van een aanslag op 11 juni 2006 op een hotelcomplex van meester-kok Alain Ducasse.
Ondervraagd of het mogelijk is dat ook in Frankrijk de politieke partij verboden wordt, antwoordde Binnenlandminister, Alliot-Marie, dat dit niet de zaak van Binnenlandse Zaken was, maar van Justitie. Ik neem aan dat dit geen sneer was naar Spanje, waar Binnenlandse Zaken en de voltallige regering Justitie onder zware druk hebben gezet om dit net wel te doen.
Het festival Zinemaldia of het filmfestival van San Sebastián vertoont vandaag, 24 september 2008, de documentaire film Haizea eta Sustraiak (De wind en de oorsprong). De film biedt een overzicht aan van een historisch moment. De allerlaatste gefusilleerden (27 september 1975) onder het Francoregime worden ten tonele gevoerd: Juan Paredes Txikien Angel Otaegi en drie leden van het antifascistische GRAPO, Jose Humberto Baena, Ramón García en José Luis Bravo. Het objectief van de film is die 5 anti-Franquistische strijders te herdenken als voorbeeld voor alle strijders die onder het Francoregime werden afgemaakt, en de publieke eis om alle veroordelingen van het Francoregime te annuleren.
Twee nieuwe slachtoffers op het trieste blazoen 24 september 1993
Op vrijdag 24 september vallen er twee nieuwe slachtoffers op het trieste blazoen van de Spaanse ordestrijdkrachten te noteren. Gurutze Yanci, 31 jaar oud, overlijdt één dag na haar arrestatie in de gebouwen van de Guardia Civil te Madrid aan een hartaanval. De 26-jarige ETA-militant Xabier Kalparsora 'Anuk' valt diezelfde dag uit een venster op de tweede verdieping van de Policia Nacional te Bilbo. Hij wordt in kritische toestand overgebracht naar het hospitaal, waar hij twee dagen later aan zijn verwondingen bezwijkt...
Iemand uit het raam werpen om een zelfmoord te insinueren is een oud gebruik bij de politieke politie. Het regime vanPinochet, de Argentijnse militairen en talrijke andere dictators hanteerden deze praktijk regelmatig. Het aantal politieke opposanten wereldwijd dat opgehangen in zijn cel wordt aangetroffen of dat ongelukkiglijk van de trap valt, is niet meer te tellen. We hoeven deze zaken niet steeds ver van ons te gaan zoeken. Wat Frankrijk met het FLN in Algerije deed, Groot-Brittannië met het IRA doet en ook Spanje met de ETA, is een totalitair regime waardig.
De Baskische 'gematigde' nationalistische partijen PNV en EA geven de politiefolteraars carte blanche voor hun smerige praktijken, door in een anti-ETA-betoging op te stappen en zo alle schuld voor het geweld in Baskenland uitsluitend bij ETA te leggen.
Anti-hoestmiddel
Gurutze Yanci wordt in de ochtend van 23 september 1993 door de Guardia Civil aangehouden. Haar man onderging twee dagen eerder hetzelfde lot. Hij werd ervan beschuldigd hulp te hebben geboden aan het twee jaar voordien opgerolde ETA-commandoDonostia. Ook zij wordt naar het hoofdkwartier van de Guardia Civil te Madrid overgebracht. Rond 1 uur 's nachts klaagt zij bij haar bewakers over een hevige, snoerende pijn in de borstkas. Dezen bellen naar een wetsdokter die telefonisch een antihoestmiddel (!) voorschrijft. Zowat twee uur later bevindt Gurutze zich in een dergelijke kritieke toestand, dat de cipiers besluiten haar onmiddellijk naar het ziekenhuis over te brengen. Zij zal dit niet levend bereiken.
Haar familie krijgt de volgende dag een kort telegram, waarin droog en zakelijk haar overlijden wordt meegedeeld. Haar man wordt twee dagen later zonder inbeschuldigingstelling vrijgelaten en verneemt pas dan, van een Guardia Civil, de dood van zijn echtgenote.
Hij verklaart gedurende zijn gevangenschap zijn echtgenote te hebben zien voorbijkomen. Verscheidene keren heeft hij haar horen schreeuwen. Hij heeft haar tevens weten wegvoeren in een rolstoel.
Het officiële autopsieverslag geeft hartstilstand na een epilepsieaanval veroorzaakt door angst of stress, als doodsoorzaak op. Over heel het lichaam van Gurutze zijn hematomen waarneembaar, in de hersenen zijn kleine, maar significante bloedingen te zien.
Gurutze is overleden door de terreur die haar arrestatie voor haar betekende. Naar alle waarschijnlijkheid werd ze zwaar aangepakt door de Guardia Civil. Bovendien beging de wetsdokter een zware beroepsfout door haar niet persoonlijk te komen onderzoeken, maar haar telefonisch een banaal geneesmiddel voor te schrijven. Maar ja, wie komt er nu uit zijn bed voor een terroriste?
Alle 15 personen die samen Gurutze Yanci werden aangehouden en naar het hoofdkwartier van de Guardia Civil te Madrid werden overgebracht, verklaarden later aan hun advocaten zwaar te zijn gefolterd: onderdompeling in een waterbad, elektroden, plastiek zakken over het hoofd, enz. De in Baskenland gekende praktijken dus.
Meer vragen dan antwoorden
De dood van Xabier Kalparsoro Anuk roept mogelijk nog meer vragen op. Zo beweert de officiële versie dat 'Anuk' zelf uit een openstaand raam sprong. Hij was op dat ogenblik niet geboeid en slechts in het bijzijn van één politieagent. Dit is toch wel een zeer eigenaardige bewaking van een gevaarlijke ETA-militant.
Al snel na het overlijden van 'Anuk' rijzen er vermoedens dat hij al vóór 23 september door deErtzaintza(Baskische politie) was aangehouden. Een communiqué van ETA bevestigt dit. Enkele dagen later publiceert ETA een brief van Xabier aan de organisatie dd. 10 september 1993, waarin hij zegt eind augustus door de autonome politie te zijn gearresteerd. Hij schrijft: "Ze hebben me opgepakt, gedrogeerd, gehypnotiseerd, gehersenspoeld. Ze hebben me gebruikt en ze doen het nog steeds". Het is een compleet raadsel wanneer en waarom de politie hem heeft vrijgelaten. Feit is dat hij bij zijn arrestatie door de gemeentepolitie van Durango totaal gedesoriënteerd was. Ook zijn brief aan ETA bevat enkele passages die geen steek houden.
Alle officiële instanties alsook de autonome politie weigerden te reageren op deze brief van Anuk. Een onderzoek is aan de gang, maar het is zonder meer duidelijk dat er een kwalijk reukje aan deze zaak zit. In een volgendeMeervoudhopen we u meer nieuws te kunnen brengen.
Meervoud, nr. 5, december 1993, artikel geschreven door Geert Orbie.
Gudari Eguna Dag van de Baskische Soldaat 23 september 2006
Zaterdag, 23 september 2006, werd de Gudari Eguna, de dag van de Baskische Soldaat gevierd. Het is eigenlijk geen viering, maar een herdenking van alle gudaris die in de strijd voor een onafhankelijk Euskal Herria hun bloed hebben gegeven. Dat zijn er intussen 218. Even in herinnering brengen dat we op 4 dagen verwijderd zijn van de 30steverjaardag van het fusilleren vanTxiki en Otaegi. De herdenking greep plaats op de Monte Aritxulegi bij het plaatsje Oiartzun in Gipuzkoa. Meer dan 1500 personen woonden de plechtigheid bij. Op een gegeven moment werden 218 Ikurriñas in de grond geplant. Eén voorval echter haalde de wereldpers, nu ja de Belgische pers wist eens te meer noch van toeten, noch van blazen. Het was nochtans een voorval dat vrij ongewoon was, qua optreden en qua inhoud. Op een bepaald ogenblik stapten 3 Etarras uit de bossen om een nieuw communiqué voor te lezen (vroeger werden alle communiqués via de krant Gara gestuurd), een communiqué dat blijft nazinderen. Na voorlezing werden een aantal schoten in de lucht gelost.
De boodschap
ETA wil bij deze de meest intieme groet brengen aan alle strijders die jullie vandaag hier herdenken. Gudari Eguna is voor ons geen datum om achteruit te kijken. Integendeel, met het voorbeeld van onze strijdbroeders voor ogen en lerende uit de weg die zij gevolgd hebben, moet deze dag dienen tot het borg stellen van de strijd vandaag, maar ook van morgen. Moet deze dag dienen om de persoonlijke inzet ten voordele van Euskal Herria te versterken. De strijd ligt niet in het verleden, maar in het heden en in de toekomst. Als we zonder dralen, zonder opgeven de strijd voortzetten, zoals gudaris het voor ons deden, pas dan zullen wij een vrij volk zijn. Front vormen tegen de onderdrukking in Euskal Herria is een onvoorwaardelijke opgave om ons volk te doen overleven. Op deze aartsmoeilijke weg zal niemand ons geschenken doen. De opportuniteit om de vrijheid te verwerven ligt in het hart en de handen van ieder van ons. Laten wij bouwen aan de onafhankelijkheid van Euskal Herria door onze dagelijkse daden. Dat is nu precies de boodschap die ETA aan jullie allen wil bekendmaken: wij bevestigen de belofte dat wij onverdroten zullen verder strijden, met de wapens in de hand, tot Euskal Herria onafhankelijk en socialistisch is. Wij zijn bereid ons bloed te geven om dat te bereiken. En dat zullen wij bereiken!
Leve de Baskische strijders! Leve vrij Euskal Herria! Leve socialistisch Euskal Herria! Zonder rust tot de onafhankelijkheid een werkelijkheid is!
Na de aanslagen in Vitoria-Gasteiz en Ondarra (commissariaat van de Ertzaintza) heeft ETA voor de 3de maal in 24 uur toegeslagen nu te Santoña. Het Patronato Militar Virgen del Puerto was het doelwit. Er viel 1 dode, een militair, en 6 gewonden onder wie 1 nog altijd in levensgevaar.
Stelen en verkrachten met een tricornio op het hoofd is geen misdrijf 22 september 2001
Er zijn nieuwsberichten die zó schandalig zijn dat er amper commentaar bij nodig is. Wat vindt de lezer van dit. Onder de titel: "Stelen en verkrachten met een tricornio op het hoofd is geen delict", verscheen op 22 september 2001 volgend bericht:
In Barcelona werd een lid van de Guardia Civil, de paramilitairen, die het merkwaardige hoofddeksel, de tricornio, dragen, veroordeeld wegens roof, gijzeling van de familie en verkrachting van de vrouw. De rechter meende echter dat een dienaar van de vrede en de veiligheid niet opgesloten kon worden.
Is een misdrijf nu net niet zwaarder in plaats van lichter als het gepleegd wordt door een dienaar van de Staat? Als een Guardia Civil een delict pleegt en een lid van de rechterlijke macht beslist hem niet achter de tralies te stoppen, dan zal de volgende stap zijn dat wetgevende macht door middel van een decreetwet voorschrijft dat een verkrachting die gepleegd wordt met een tricornio geen delict is.
ETA heeft vannacht 2 aanslagen gepleegd in Vitoria en in Ondarroa. Bij de eerste aanslag was er alleen materiele schade en geen slachtoffers. Bij de tweede aanslag op het commissariaat van de Ertzainza te Ondarroa waren er 7 lichtgewonden onder wie 3 Ertzainas.
Kruis van Verdienste Onberispelijke levenswandel 21 september 1999
De Spaanse Regering trekt op 21 september 1999 de beslissing van de Guardia Civil terug waarbij de luitenant kolonel van het korps, Félix Hernando Martín, het Kruis van Verdienste kreeg voor bewezen diensten en zijn onberispelijke ("intachable") levenswandel. Tóch werd Hernando in verband gebracht met twee onderzoeken i.v.m. de staatsterroristen van GAL, waarin hij beschuldigd werd koffers geld naar Zwitserland te hebben overgebracht om José Amedo en Michel Domínguez te betalen. Verder werd hij in verband gebracht met de aanslag op hotel MonBar in Bayonne waarbij vier personen het leven verloren. In de Zaak Segundo Marey, waarin hij eveneens genoemd werd, ging hij uiteindelijk vrijuit.
In Madrid ging het proces van start dat zal moeten oordelen over het "aanwenden" van de gereserveerde "geheime fondsen" naar geprivilegieerden uit de partij of hun familieleden. Ook de doodseskaders van GAL kregen door die fondsen een flink beleg op hun boterham.
Het gaat om zes hoge pieten die de plak zwaaiden tijdens het bewind van Felipe González:
José Luis Corcuera, ex-minister van Binnenlandse Zaken. Eis: 10 jaar en 8 maande cel en 23 jaar en één maand ontzetting uit het ambt.
José Barrionuevo, ex-minister van Binnenlandse Zaken. Eis: 7 jaar cel en 16 jaar ontzetting uit het ambt.
Rafael Vera, ex- Staatssecretaris voor Veiligheid. Eis: 8 jaar cel en 20 jaar ontzetting.
Julián Sancristobal, ex-directeur generaal van de Veiligheid. Eis: 10 jaar en 18 maanden cel en 24 jaar en één maand ontzetting.
José María Rodriguez Colorado, ex-directeur van de Spaanse politie. Eis: 11 jaar cel en 20 jaar ontzetting.
Iñaki Lopez, ex-gouverneur van Bizkaia. Eis: 4 jaar cel en 6 jaar ontzetting.
Francisco Alvarez, ex-chef van de antiterreureenheid. Eis: 4 jaar cel en 6 jaar ontzetting.
Bij de opening werden de eisen tegen de beklaagden al meteengenereus verlaagd De antiterreurstrijd tegen ETA (door middel van nogergerterreur) was een vorm van verrijking voor henzelf en voor het ene, grote en vrije vaderland.
Hoewel de "vlaggenoorlog" al jaren geleden was gaan liggen en elke gemeente zelf had uitgemaakt welke vlag(-gen) aan het balkon van het gemeentehuis zou(-den) wapperen, kwam de President van Navarra, Miguel Sanz Sesma, onlangs met zijn nieuwe "symbolenwet" die verbood dat in Navarra, de Moeder van Baskenland, de Baskische Ikurriña wapperde. Op25 november 2003 herinnerde Sanz ook al eens aan de symbolenwet van maart 2003.
In Goizueta lieten de inwoners dat niet over hun kant gaan en ze organiseerden een bevraging nadat er vooraf debatten plaatsvonden waaraan ook de gemeente deelnam. Zaterdag kwam het resultaat op het voorstel dat luidde: "Aan het balkon zal de Ikurriña, de vlag van Navarra en het gemeentewapenwapperen".
42 % van de inwoners (291 burgers) nam aan de stemming deel en hiervan stond 97 % achter dit voorstel, vijf stemden er tegen, vijf anderen stemden blanco en er waren ook twee ongeldige stemmen. Alles was zodanig geheim gehouden dat zelfs de alleswetende Guardia Civil niet op de hoogte was van de stemming! Er was geen publiciteit gemaakt en vrijwilligers waren gedurende enkele dagen de stemmen in elk huis gaan ophalen.
In de late namiddag van 18 september 2008 heeft de Sala 61 van het Tribunal Supremoook de politieke partij EHAK onwettig verklaard. EHAK gaat in beroep in Straatsburg.
Een van de redenen voor de nietigverklaring is het niet veroordelen van de aanslagen gepleegd door ETA. Minister van Justitie, Joseba Azkarraga, verklaart dat het niet veroordelen verwerpelijk is, maar geen misdrijf. Hij voegt er fijntjes aan toe dat als de Ley de Partidos, de Partijenwet, rigoureus zou worden nageleefd, dan de PSOE als eerste op het matje had moeten komen, omdat zij nooit de doodseskaders van GAL hebben veroordeeld. Integendeel, zij hebben ze zelf gecreëerd.
Bautista Barandalla Iriarte(42 jaar) werd op 18 september 1990 gearresteerd en verblijft momenteel in de gevangenis van Iruña. Hij lijdt aancolitis ultraulcerosa (een zware en ernstige vorm van darmontsteking en bijzonder pijnlijk). Door de vele operaties, wegens gebrek aan adequate behandeling, is hij al een groot deel van de 12-vingerige darm kwijtgespeeld. Hij lijdt ook nog aan ulcera péptico (ettergezwellen), espondilitis anquilosante (verlammende wervelontsteking) en sacroilitis aan beide zijden (dit is een ontsteking van het sacroiliacaal gewricht van het bekken). Hoewelartikel 92,3van het Strafwetboek voorziet in de voorlopige invrijheidstelling van zwaar zieke gevangenen, zit Barandalla nog altijd in de cel.
Uitspraak in het proces Gestoras pro-Amnistía 17 september 2008
Op 17 september 2008 werd het vonnis in de rechtzaak tegen de Baskische amnestiebeweging openbaar gemaakt. Van de aanvankelijk 27 geviseerden, werden er 24 naar de uitzonderingsrechtbank, Audiencia Nacional, in Madrid verwezen. Van de oorspronkelijke 27 beklaagden, zijn er nu 21 veroordeeld tot straffen tussen 8 en 10 jaar.
Het zal de aandachtige lezer opgevallen zijn dat in alle processen, gevoerd tegen Baskische nationalisten, altijd een paar personen worden vrijgesproken, omdat men zo een schijn wil wekken dat het om eerlijke processen ging. Terwijl iedereen blindelings kan zien dat er een ernstig loopje genomen wordt met alle rechtsregels.
10 jaar cel voor
Juan Mari Olano, Julen Zelarain en Aitor Jugo
8 jaar cel voor
Aratz Estonba, Maite Díaz de Heredia (momenteel al in de gevangenis na de politieoperatie tegen leden van Batasuna in oktober vorig jaar 2007), Jagoba Terrones, Julen Larrinaga, Jon Imanol Beaskoa, Ainhoa Irastorza, Gorka Zulaika, Iker Zubia, Alex Belasko, Josu Beaumont, Gotzon Amaro, Jorge Txokarro, Gari Arriaga, Txema Olabarrieta, Asier Virumbrales, Xabin Juaristi, Iñaki Reta, en Iñaki Loizaga
Vrijspraak voor
Julen Arzuaga, Juan Antonio Madariaga en Ixone Urzelai
Mitxel Sarasketa, Maitane Méndez en Jorge Luis Arredondo werden al tijdens het proces van alle beschuldigingen vrijgepleit.
Het vonnis werd unaniem door de drie magistraten, Teresa Palacios, Juan Francisco Martel en Paloma González Pastor, gedecreteerd en zij voegden er nog de nietigverklaring en de ontbinding van de Gestoras Pro Amnistía en Askatasuna aan toe. Een bevestiging van de voorlopige onwettelijkheid, gedecreteerd door magistraat Baltasar Garzón op 19 december 2001 en 5 de februari 2002.
In Spanje schrijft men democratie op een andere manier
De Spaanse staat stelt 59 jaar later EAE-ANV, met zijn 180.000 kiezers, opnieuw buiten de wet
EAE-ANV, een icoon in de anti-Franquistische strijd met 550 gesneuvelde militanten aan het front, is opnieuw door de Spaanse staat buiten de wet geplaatst. Deze keer werd de beslissing genomen door het Hooggerechtshof, daartoe aangespoord door de PSOE (Spaanse sociaaldemocratische partij). De rechters kwamen met één dag toe om de lijst van buiten de wet gestelde organisaties aan te dikken. Dat begon vijf jaar geleden met het verbod op Batasuna, Herri Batasuna en Euskal Herritarrok. Er werd niet gewacht op een uitspraak door het Europese Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg.
Met een tevreden grijns verscheen de voorzitter van het Hooggerechtshof, Francisco José Hernando, op 16 september 2008, voor de camera's om de beslissing om EAE-ANV buiten de wet te stellen, mee te delen. Die beslissing werd unaniem genomen, na één enkele dag van beraad. De beslissing draagt de handtekening van de Spaanse regering, geleid door de PSOE, die vanaf 2007 begon te zeggen dat ANV gelinkt is met het geïllegaliseerde Batasuna. Ondanks dat er tijdens het proces geen bewijzen daarvoor op tafel gelegd werden, ondanks dat het parket en het college van procureurs-generaal een aantal passages uit hun uiteindelijke dossiers ten laste schrapten, is het Hooggerechtshof toch ingegaan op de vraag van de Spaanse regering. En dit in recordtempo van één dag (in het geval van Batasuna waren het er zes). Vandaag is het de beurt aan EHAK, met dezelfde intentie om ook deze formatie buiten de wet te plaatsen.
De haast waarmee dit gebeurt, werpt vragen op. Ook omdat er niet gewacht wordt op een uitspraak van het Europese Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg, dat dossiers onderzoekt over eerder geïllegaliseerde Baskische politieke partijen en kieslijsten.
Over Abertzale Sozialisten Batasuna moet gezegd worden dat deze partij door Spanje al verboden werd nog vóór die echt bestond en zelfs maar één activiteit heeft kunnen verrichten.
Repressief laboratorium Het Hooggerechtshof 16 september 2008
Op 15 september 2008 is de Sala del 61 del Tribunal Supremo (TS), vanaf 10:30u, van start gaan met de deliberaties over de nietigverklaring van de politieke partijen ANVen EHAK. Zestien hooggeleerde, politiek benoemde, magistraten hebben het hoofd gebogen over de vraag hoe ze de schijn kunnen hooghouden bij een vooraf vastgelegd feit: onder druk van de socialistische regering van Zapatero, die partijen nietig laten verklaring. Ik meldde eerder al dat dit een moeilijke zaak zou worden, maar ik heb mij deerlijk vergist. Ze hebben zelfs de schijn niet hoog gehouden. In een paar uur werd het verdict geveld: de nietigverklaring is een feit. Het vonnis is nog niet openbaar gemaakt, maar de Spaanse regimepers werd door middel van een persconferentie al in de morgen van 16 september 2008 op de hoogte gebracht. Zij verzwijgen natuurlijk dat dit nu al de 9de Baskische politieke partij is die sinds 1997 verboden werd, zeg maar één partij per jaar.
De socialisten die samen met de AVN zij aan zij vochten in de loopgraven tegen Franco, hebben nu een vlijmscherpe dolk in de rug van hun voormalige lotgenoten geplant. De socialisten die streden tegen het repressieve eenheidsdenken van Franco, passen nu zelf dat repressieve eenheidsdenken toe. Stalin en Hitler zouden niet beter gepresteerd hebben.
In januari 2008 heeft de Spaanse regering, onder de leiding van de socialist Zapatero, via het Openbare Ministerie, een procedure ingeleid om ANV te verbieden. Ze deden dit op basis van: ANV is de voortzetting en de opvolger van de verboden partij Batasuna. Dat ANV meer dan 70 jaar vóór Batasuna het levenslicht zag, is voor de democraten van geen tel. Dat ANV al 78 jaar een democratisch verkozen politieke partij is, wordt angstvallig verzwegen.
Wereldverbeteraar magistraat Baltasar Garzón decreteerde op 8 februari 2008, via de uitzonderingsrechtbank Audiencia Nacional, de opschorting van alle activiteiten van de partij.
Barbertje hangt.Er kan overgegaan worden tot de orde van de dag: de liquidatie van alle goederen en gelden van ANV. De schatkist zal er wel bij varen.
Op 16 september 2008 (vandaag dus) is het de beurt aan de 10de Baskische politieke partij, EHAK of de Baskische communisten, om hetzelfde lot te ondergaan.
De logica van de staatsmannen luidt als volgt: ETA wil onafhankelijkheid. ETA is terroristisch, en aangezien ANV ook onafhankelijkheid wil, kan de partij niet anders dan terroristisch zijn (of van ETA).
Tot slot. De Spaanse regering triomfeert, en verkondigt aan al wie het horen wil dat dit een stap voorwaarts is in een proces van normalisering. De goden moeten hun getal hebben, en er lopen in Spanje voldoende hypocrieten rond om aan dat aantal te voldoen. Het is nu angstig afwachten of ETA dit ook een stap voorwaarts vindt.
Door toedoen van een juridische GAL (Grupos Antiterroristas de Liberación) wordt pakweg 20% van de Baskische bevolking uitgesloten van alle individuele en collectieve politieke rechten.
Dit staat in schril contrast met de uitlatingen van de Spaanse regeringsleider, José Luis Rodríguez Zapatero, huichelaar 1ste klas, die er zowaar prat op gaat dat dit vonnis een nieuwe opportuniteit is die de superioriteit van de Rechtstaat (?) onderstreept. Walgelijk!
Huiveringwekkende monsterachtigheid 17 september 1996
Het relaas is huiveringwekkend. De krant El Mundo onthult op 17 september 1996 een gedetailleerd verslag over de Operación Mengele of Operación Shuto. Het verslag heeft veel weg van een horrorverhaal. Veiligheidsagenten vanCESIDhebben de operatie zelf de benaming OperaciónMenguele gegeven, verwijzend naar naziedokterMengeleen naar de directeur, generaal Emilio AlonsoManglano, van La Casa, de veiligheids- en spionagedienst CESID.
Het plan, onder supervisie van generaal Manglano, om Josu Antonio Urrutikoetxea Bengoetxea Josu Ternera te ontvoeren, was een geheime operatie van de hoogste orde, waarvan het wachtwoord luidde: Urbión-Bombilla-Mudo
Als voorbereidende oefening ontvoerden zij een bedelaar en 2 drugaddicten en drogeren hen om zo een en ander in scène te zetten. Bilan: 1 dode en 1 gehandicapt voor het leven.De opdracht voor de ontvoeringen werd opgedragen aan 5 agenten, waarvan alleen het pseudoniem werd bekendgemaakt: Don Emilio, Losada, Porto, Zarca en Ureña.
Op dat moment, onder de regering van de PSOE (socialisten), waren de twee hoogst verantwoordelijken voor de CESID, generaal Emilio Alonso Manglano en tweede in rij, generaal Javier Calderón.
Aanslag tegen de Ertzaintza Weerstand Verdediging van het terrorisme 16 september 2002
Oier Gorosabel en Pablo Girón, twee arrestanten worden op 16 september 2002 beschuldigd van "aanslag tegen de Ertaintza", "weerstand", "verstoring van de openbare orde en "verdediging van het terrorisme"!
Tijdens een vredelievende protestmanifestatie, ten gunste van vluchtelingen, te Bilboa op 14 september 2002, ingericht door het internetforum Diáspora Vasca, hadden de twee zich als protest uitgekleed en post gevat voor de Ertzaintza, om te verhinderen dat er zou gechargeerd worden. Zij hadden nooit gedacht dat ze met gebroken ribben en bloeduitstortingen voor verscheidene weken in de cel zouden belanden, in afwachting van een proces.
Repressief laboratorium Het Hooggerechtshof 15 september 2008
Spanje beschikt over een uitzonderingsrechtbank, de Audiencia Nacional en een repressief laboratorium, het Tribunal Supremo of Hooggerechthof.
Euskal Herria, is als gevolg van een traditie van protest, verzet en strijd, een geschikt scenario om te experimenteren met algemene regressieve proeven (op mensen en partijen) ten aanzien van de individuele en collectieve rechten en ten aanzien van de democratische waarden.
Op 5 september 2008 al titelde de digitale krant Público: La ilegalización de ANV se retrasa, de nietigverklaring van ANV laat op zich wachten, heeft vertraging. We moeten dus alleen maar wachten op het verdict van de Tribunal Supremo: de ultraprogressieve journalisten van Público en de entourage van Zapatero weten bij voorbaat al wat de uitspraak zal zijn. Er wordt zelfs geen moeite getroost om dit, voor de vorm, te verbergen. Zij zijn immers de voorlopers van een nieuwe wereldorde: totale restrictie van alle rechten en nietigverklaring van politieke partijen die niet in het staatsnationalistische gareel lopen, overgoten met een militaristisch zuiders sausje.
Op 15 september 2008 zal de Sala del 61 del Tribunal Supremo (TS), vanaf 1030u, van start gaan met de deliberaties over de nietigverklaring van de politieke partijen ANVen EHAK. Zestien hooggeleerde, politiek benoemde, magistraten zullen het hoofd bieden over de vraag hoe ze de schijn kunnen hooghouden bij het vooraf vastgelegde feit, onder druk van de socialistische regering van Zapatero, van nietigverklaring. Een moeilijke zaak, want de uitspraak volgt waarschijnlijk pas op 22 september 2008.
Vosotros fascistas sois los terroristas Jullie (politie) fascisten zijn de terroristen
De pro-amnestie-beweging had opgeroepen om op zondag, 14 september te manifesteren tegen de golf van repressie die Euskal Herria nu al maandenlang teistert, en ook om te uitzonderingstoestand in de gevangenissen ten aanzien van de Baskische politieke gevangenen aan te klagen.
Het recht op vrije meningsuiting werd eens te meer door de Baskische regering geschonden, door de betoging te verbieden. De sadisten van de Ertzaintza hadden niet meer uitleg nodig om er los te kloppen, op hun eigen volk. Er vielen gewonden en 1 persoon moest afgevoerd worden naar het hospitaal. Meer dan woorden kunnen beelden aantonen hoe driest de Ertzaintza te werk ging: klik hier. Vijf personen werden aangehouden en een zesde werd aangeklaagd voor belediging. Er wacht hen nu aan de lijve wat het betekent in Spaanse gevangenissen terecht te komen (foltering!).
Vandaag, 15 september 2008, starten de deliberaties om de politieke partijen ANV en EHAK te verbieden. Ik ben de tel kwijt, maar zal eens opzoeken hoeveel Baskische nationalistische partijen verboden werden. Ik schat 10! Zo wordt een volk monddood gemaakt.
Volgende woensdag, 17 september, volgen de uitspraken in de rechtzaak tegen de Baskische amnestiebeweging (dezelfde die de manifestatie van 14 september 2008 organiseerde). Van de aanvankelijk 27 geviseerden, zullen er 24 woensdag naar de uitzonderingsrechtbank in Madrid moeten.
Aitor Jugo, Juan Mari Olano en Julen Zelarain worden ervan beschuldigd deel uit te maken van de leiding van een gewapende beweging. Bewijzen zijn niet nodig. Garzón, de magistraat die de rest van de wereld liever kwijt dan rijk is, heeft ooit gezegd dat ze allemaal van ETA zijn. Er wordt 13 jaar gevraagd tegen hen.
21 anderen worden beschuldigd van lidmaatschap van een gewapende beweging. Tegen hen wordt telkens 10 jaar gevraagd:
Gotzon Amaro, GariArriaga, Alex Beaskoa, Jon Imanol Beaskoa, JosuBeaumont, Maite Diaz de Heredia, Aratza Estonba,Ainhoa Irastortza, Julen Larrinaga, Maite Mendez,Txema Olabarrieta, Jagoba Terrones, Jorge Txokarro,Iker Zubia, Gorka Zulaika, Xabin Juaristi, IñakiReta, Asier Virumbrales, Julen Arzuaga, IñakiLoizaga, Juan Antonio Madariaga en Ixone Urzelai.
Zo wordt een volk monddood gemaakt. Maar Basken zijn als riet. Men mag ze nog zoveel vertrappelen als men wil, ze richten zich altijd terug op.
En de PNV, ooit boegbeeld van het Baskische nationalisme (nu slippendrager van het Spaanse staatsnationalisme), keek er naar en zag dat het goed was. Hoe meer tegenstanders in de gevangenis, hoe meer electorale winst en macht om de macht.
De voorbije week raakte de moeder en één van de zussen van de Baskische politieke gevangenen, Ibai en Mikel Aiensa, betrokken in een verkeersongeval nadat een vrachtwagen een lading ijzer verloor. Zij waren op weg naar de gevangenis van Monterroxo (Galicië). De gevangenenspreiding doodt, maar gelukkig vielen er ditmaal geen slachtoffers.
De Spaanse Penitentiaire Instellingen hebben de familie Aiena Laborda nochtans "rijkelijk bedeeld". Zo gaat het gevangenisbezoek het ene weekend naar Lugo (Galicië) op 1.280 km afstand! Het daaropvolgende weekend moeten ze naar het zuiden van Spanje, naar Cordoba op 1.614 km van Baskenland!
Rechter Ismael Moreno beval de vrijlating van Iratxe Sorzabal, die 5 maanden geleden vóór hem verscheen met duidelijke sporen van de foltering die ze moest ondergaan in handen van de Guardia Civil (zo kreeg ze elektroden op de tepels geplaatst!) Volgens informatie aan de familie had de rechter nu de beschuldiging van "lidmaatschap van gewapende bende" laten vallen. Eerst folteren en dan bewijzen verzamelen, en worden er geen bewijzen gevonden, vrijlaten en overgaan tot de orde van de dag.
Ley de Consulta Wet tot regeling van de volksraadpleging
11 en 12 september 2008
Op 11 september 2008 heeft het Tribunal Constitucional, het Grondwettelijke Hof, bij eenparigheid beslist dat de Ley de Consulta, goedgekeurd door het Baskische Parlement op 27 juni 2008, ongrondwettelijk is en dus nietig verklaard wordt.
De 10 hoge magistraten (Javier Delgado Barrio was afwezig wegens ziekte) benadrukken in hun vonnis dat, hoewel de benaming "consulta" (consult) gebruikt wordt, er hier sprake is van een referendum, en een referendum kan alleen goedgekeurd worden door de vertegenwoordigers van de nationale staat.
Op 12 september 2008 heeft de Lehendakari, na een vergadering van de ministerraad, een verklaring voorgelezen die kort samengevat hier op neerkomt: "Acatamos, pero no nos resignamos (Wij eerbiedigen de wet, maar leggen er ons nog niet bij neer). Hij voegde er nog aan toe dat hij de klacht, die zal neergelegd worden in Straatsburg op vraag van de politieke partijen uit zijn regering, als burger van Baskenland ten volle ondersteunt. De klacht wordt op 23 september 2008 voorgelegd in Straatsburg. De motivatie is de volgende: Het is logisch en volledig wettelijk, eenmaal alle Spaanse interne juridische wegen zijn uitgeput, dat er beroep aangetekend wordt bij supranationale instanties om na te gaan of de motivatie van het Tribunal Constitucional compatibel is met wat in Europa vrijheid van meningsuiting genoemd wordt, met politieke participatie en politieke garantie als gevolg.
Victor Goñi laat op 13 september 2001 zijn aanklacht over folteringen ratificeren. Hij kreeg het zwaar te verduren gedurende de vijf dagen die hij doorbracht in handen van de Spaanse politie, na zijn arrestatie van 7 november 2000. Hij verzekert dat hij in staat is om 16 verantwoordelijke politiemannen te identificeren.
Op 7 november 2000 worden Ainara Esteranz Cruz, Nerea Garro Pérez, Asier Urretavizcaya Merino, Víctor Goñi Martín en Alicia Yagüe gearresteerd te Madrid.
Vanaf het ogenblik dat hij in de auto gesleept was, waren de slagen constant, op de rug en in de maag, trekken aan de haren en slagen met de palm van de hand op de oren. Tijdens vele ondervragingsessies was Victor Goñi volkomen naakt. Hij moest een erg moeilijke houding blijven aanhouden, terwijl hij voortdurend geslagen werd. Ook werd op een plek tussen de testikels en de anus gedrukt wat een vreselijke pijn veroorzaakte. Met de wreef kreeg hij trappen tegen de testikels. Bovendien dreigden ze hem naar een afgelegen plek te brengen waar ze hem een kogel door het hoofd zouden schieten. Indien hij niet zou verklaren wat zij wilden, zouden ze zijn vriendin verkrachten (die intussen eveneens gearresteerd was.) Hij hoorde het gesnik van zijn vriendin en toen hij in de gevangenis zat meende hij dit nog steeds te horen. Eén van de politiemannen die hem arresteerden, had hij daarna, op twee verschillende dagen, op tv gezien bij de arrestatie van Harriet Iragi en Jon Solana, terwijl andere agenten op andere dagen door het beeld liepen. Verder verklaarde hij dat de arts van dienst niet de verwondingen vaststelde, doch enkel de bloeddruk kwamen meten.
Het akkoord of het pact vanEstella (Lizarrako Akordioa in het Euskera), ook wel eens Acuerdos de Lizarra-Garazi genoemd, is een akkoord dat op 12 september 1998 werd ondertekend. In het plaatsje Estella (Lizarra in het Euskara), gelegen in Navarra, werd in het Casa de Fray Diego (zie foto), op initiatief van Herri Batasuna de 3de bijeenkomst gehouden in het kader van het Foro de Irlanda, het forum over Ierland. Bij die gelegenheid werd een akkoord ondertekend door de Partido Nacionalista Vasco, Herri Batasuna, Eusko Alkartasuna, Ezkerra Batua, ELA/STV, LAB, AB, Batzarre, Zutik, EHNE, ESK-CUIS, STEE-EILAS, Ezker Sindikala, Hiru, Gogoa, Amnistiaren Aldeko Batzordeak, Senideak, Bakea Orain, Elkarri, Egizan, Herria 2000 Eliza, Gernika Batzordea en Autodeterminazioaren Biltzarrak.
Het gemeenschappelijke akkoord stelt nadrukkelijk dat er via onderhandelingen tot een oplossing voor de problemen in het Baskenland moet gekomen worden.
Het heeft niet mogen baten. Op 22 februari 2000 werd het regeerakkoord eenzijdig door de PNV opgezegd, als gevolg van een aanslag op de socialistische leider Fernando Buesa.
Jon Lopez en Diego Ugarte waren sinds 16 augustus 2004 in hongerstaking in de Belgische gevangenissen in Brugge en Bergen, maar hebben intussen beiden de staking opgegeven, nadat ze serieuze gezondheidsproblemen kregen. Ze protesteerden tegen de toepassing van het Europese Aanhoudingsbevel. Op zaterdag 11 september werd er in bij de gevangenissen waar ze vastzitten in afwachting van hun vrijwel zeker uitlevering naar Spanje een demonstratie door Basken en Belgen gehouden. Er werd een petitie voor hun vrijlating overhandigd aan de gevangenisdirectie, ondertekend door duizenden Basken.
Aan de buitenkant van de muren van de Belgische gevangenissen van Brugge en Bergen vonden samenkomsten plaats om Jon López en Diego Ugarte te steunen. De twee Baskische jongeren zitten er sinds 31 maart 2004 gevangen. De deelnemers aan beide acties waren vrijdagavond per bus uit Gasteiz en Basauri vertrokken.
Tientallen personen waren op de afspraak aan de gevangenismuren van Brugge en Bergen om hun steun te betuigen aan Jon López en Diego Ugarte voor wie de uitlevering aan Spanje dreigt. De bus was vrijdag om 20.30 u. uit Gasteiz vertrokken (van waar Ugarte komt) Een uur later werd in Basauri gestopt, de woonplaats van Jon López. Van daaruit begon de lange reis naar de Belgische staat.
De eerste halte werd gehouden aan de buitenmuren van de gevangenis van Brugge waar López in de ziekenboeg verblijft na een hongerstaking die hij op 16 augustus 2004 begon. De deelnemers werden voortdurend omringd door agenten van de Belgische politie die, aldus Askatasuna, de identiteit controleerden van alle deelnemers.
De gevangenisautoriteiten weigerden de handtekeningen in ontvangst te nemen die de vrijlating van de 2 Baskische jongeren eisten.
Dan vertrok de bus naar Bergen waar Diego Ugarte zit. Hij stopte maandag met de hongerstaking na een medisch risico om in coma te vallen. Gedurende de hele rit werd de bus van de actievoerders vergezeld door politievoertuigen. In tegenstelling tot wat in Brugge gebeurde traden de verantwoordelijken van Bergen wel in contact met een afvaardiging van de actievoerders. Ook de handtekeningen werden aangenomen.
Jon López en Diego Ugarte in Belgische gevangenschap
De advocaten van Jon López en Diego Ugarte, Baskische politieke gevangenen in Doornik en Bergen, klaagden op 21 mei 2005 de Belgische autoriteiten aan wegens de condities waarin hun cliënten hun dagen (en nachten) moeten slijten. De klacht werd zowel tegen de Belgische staat als tegen de minister van Justitie, Laurette Onkelinckx, ingediend. Beiden zitten sinds maart 2004 vast in ons land. Ze zitten volledig afgezonderd van de overige gevangenen en worden, telkens als ze de cel verlaten of die weer betreden, lichamelijk afgetast. De sanitaire en hygiënische omstandigheden zijn erbarmelijk. Het "luchten" verloopt eveneens in afzondering. Bovendien wordt hun correspondentie gelimiteerd en doorzocht.
Jon López, die in Doornik zit, vertelde in een brief dat de patio waarin hij gelucht wordt dezelfde grootte heeft als zijn cel en het plafond uit één wand van ijzeren staven bestaat. Tijdens het luchten werd hij steeds gevolgd door drie cipiers. Toen hij op een dag zei op die manier niet meer buiten te willen, kwamen ze hem ook niet meer halen. Het celraam is dubbel getralied! De celdeur is steeds gesloten en er is geen "zuurstof", tenzij er wat tocht is! Er is enkel een toiletemmer en die wordt één keer per dag leeggemaakt. De cipiers lachen hem dan ook telkens uit omdat zijn cel stinkt. Douchen mag twee keer per week, tussen 10:00 en 21:00u met koud water. De overige gevangenen zijn dan al in hun cel. Dag en nacht wordt door de cipiers elke 15 of 20 minuten door het luikje naar binnen gekeken. s Nachts wordt daarbij telkens het licht ontstoken! Sterk, fluorescerend licht! Behalve het geluid van het luikje wordt er in de gang op alle andere mogelijke manier lawaai gemaakt. Dag en nacht! Hierdoor kan López slechts gedurende korte periodes slapen. Als hij hierover klaagt bij de directeur zegt die "enkel te doen wat hij moet doen en daarover zelf niet mag beslissen". De inkomende en uitgaande post moet steeds via de Onderzoekrechter passeren. Dezelfde onderzoeksrechter heeft beslist dat enkel de ouders en de broer van López op bezoek mogen komen. Gezien de afstand ontvangt López gemiddeld slechts één keer per maand bezoek. Geen verdere familieleden noch vrienden. Als er bezoek is, mogen er geen andere gevangenen in de gang zijn en moeten alle cellen gesloten zijn. Er mogen maximum 3 personen per keer op bezoek komen. (Vader, moeder en één broer of zus.) Bellen mag hij enkel met zijn ouderlijk huis, na 20 uur en gedurende een periode die afhankelijk is van de luim van de cipier van dienst. Binnen enkele dagen ontmoeten de ouders van López de Belgische consul in Bilbao, Sylvie Lagneaux.
De omstandigheden waarin Ugarte in de gevangenis van Bergen verblijft zijn gelijkaardig.
De Baskische amnestiebeweging zegt dat, behalve Spanje en Frankrijk, België de enige Europese Staat is die Baskische, politieke gevangenen gaat oordelen. Spanje vraagt de uitlevering van beiden en bij zijn laatste bezoek aan Spanje beloofde ons knapste stuk, Premier Verhofstadt, daar snel werk van te maken.
Mogelijk uitlevering van twee in België opgepakte ETA-leden
Vrijdag 14 mei 2004 | Bron: Belga
BERGEN - De kamer van inbeschuldigingstelling (KI) in Bergen heeft gisteravond beslist gevolg te geven aan het Europese aanhoudingsmandaat tegen de vermeende ETA-leden Jon Lopez Gomez en Diego Ugarte Lopez de Arkaute. De twee werden in Boussu (Henegouwen) opgepakt in de nacht van 30 op 31 maart 2004. De beslissing betekent dat ze mogelijk kunnen worden uitgeleverd aan Spanje. Het parket meldt echter dat ze eerst in België zullen worden berecht.
Twee Spanjaarden die in eigen land gezocht worden omdat zij banden zouden hebben met de ETA mogen aan Spanje uitgeleverd worden nadat zij in België zijn berecht en hun eventuele straf hebben uitgezeten. Dat heeft het Belgische openbare ministerie maandag gezegd. Jon Lopez Gomez en Diego Ugarte Lopez de Arkaute werden op 31 maart aangehouden toen bij een routinecontrole valse nummerplaten werden aangetroffen. Ze zijn aangeklaagd wegens vervalsing. Een eerdere uitspraak die de uitlevering verbood, werd vrijdagavond in beroep ongedaan gemaakt. Beide zullen op 6 juli 2005 uitgeleverd worden aan de folterstaat Spanje. Spanje en België ruziën al jaren over de uitlevering van verdachten. Zo stelde het hooggerechtshof in België onlangs opnieuw een uitspraak uit in de zaak rond het Spaanse verzoek om uitlevering van een Baskisch echtpaar (Luis Moreno en Rakel García) dat al meer dan tien jaar in België verblijft.
Dolores González Katarain Yoyes +10 september 1986
Dolores González Katarain Yoyes werd geboren in Ordizia op 14 mei 1954. Zij werd beroemd omdat zij de eerste vrouwelijke dirigente van ETA werd en één van de meest gezochte Etarras.
Yoyes trad toe tot ETA in de jaren 70. Na de moord in 1978 op José Miguel Beñarán Ordeña Argala, door de doodseskaders van het BVE-Batallón Vasco Español, nam zij langzamerhand afstand van zijn erfenis: "la línea dura", de harde lijn. Zij verliet ETA in 1980 en ging in ballingschap naar Mexico, waar zij werkzaam was voor de UNO. Op 17 oktober 1985, toen er geen enkele klacht meer tegen haar liep, overwoog zij om naar Euskadi terug te keren. Het is tot op vandaag nog niet helemaal duidelijk waarom Yoyes wilde terugkeren. Bepaalde bronnen spreken van een pact met Txomin Iturbe. Ik wil daarover niet verder uitweiden, omdat deze zaak heel duister is en het niet eens zeker is of dit waarheidsgetrouw is. Wat wel vaststaat, is dat zij ingegaan is op de mogelijkheden van het Plan de Reinserción Social (reclassering van spijtoptanten). ETA-m had onmiddellijk op die mogelijkheid gereageerd: De arrepentimiento karakteriseert zich als een modaliteit van politieke collaboratie met de vijand
Yoyes was voor veel nationalisten een stap te ver gegaan en ze werd openlijk beschuldigd van verraad (Yoyes traidora).
Op 10 september 1986 wandelde ze met haar zoontje Akaitz door het feestvierende Ordizia. Een paar schoten weerklonken en Yoyes was niet meer. Volgens de processen-verbaal opgesteld t.b.v. het proces werd Antonio López Ruiz Kubati aangewezen als dader en Francisco Mujika Garmendia Pakito als opdrachtgever.
Op het familiegraf te Ordizia staat op het familiegraf volgende tekst: Callaron tu voz, no apagarán tu luz. Yoyes maitea (Ze deden je zwijgen, maar zullen je licht niet doven. Geliefde Yoyes).
Communiqué van ETA
[ ] De zaak Yoyes is illustratief. Terwijl de hachelijke situatie van de vluchtelingen stilaan de pijngrens overschrijdt, terwijl de levenomstandigheden in Iparralde onhoudbaar worden, terwijl GAL frequent onze beste militanten uitmoordt, terwijl arrestaties aan de lopende band gebeuren, terwijl deportaties en uitlevering aan het vijandige Spanje schering en inslag zijn, besluit Yoyes, die een goedbetaald burgerlijk leven leidt in Mexico en een wettelijke verblijfsplaats heeft, in te gaan op het vernederende plan van Barrionuevo. Het contrast tussen haar persoonlijke situatie en de rest van de vluchtelingen toont duidelijk haar positie tegenover haar vroegere strijdmakkers aan en haar voorkeur voor de Spaanse machthebbers. Iedereen heeft het recht vrijwillig de organisatie te verlaten, zonder probleem, de enige voorwaarde is dat er niet samengeheuld wordt met de bezetter. Haar houding getuigt van een bewust misprijzen voor hen, in ballingschap, die meer dan ooit en heviger dan ooit moeten lijden [ ]
Uittreksel uit: Zutabe, nr. 44, november 1986. Opgesteld door Colectivos Presos de ETA.
Op 9 september 2003 kwam Eugenio Irastorza uit Ordizia vrij. Hij zat 23 jaar in Spaanse cellen en was op dat moment de Baskische politieke gevangene met de meeste dienstjaren. Toen Tejero met getrokken revolver het Spaanse Congres binnendrong en met een Zitten, klootzakken! de hele Spaanse volksvertegenwoordiging als bange broekschijters onder hun banken deed verdwijnen, zat Irastorza al een jaar vast!
Als bijkomende straf, voor zowel zichzelf als voor zijn familie, verbleef Irastorza sinds 1989 in het Zuiderse Andalucía! De familie gaf op deze manier een fortuin uit aan reiskosten. Voeg daarbij de kleine en grote pesterijen van de Guardia Civil (buiten de gevangenis) en van de bewakers (binnen). Eén voorbeeld:
Ergens in augustus 1996 werd Eugenio Irastorza aangevallen door een talrijke groep functionarissen in de gevangenis Jaén II, terwijl hij zat te wachten om toegelaten te worden in de bezoekersruimte van de gevangenis, om zijn bezoekende familieleden te ontmoeten.
De agressie was begonnen toen hij zijn cel verliet om zich naar de bezoekersruimte te gaan. Een cipier, een zekere Francisco, deed teken dat hij hem de hals zou oversnijden als hij het waagde zijn cel te verlaten. Eugenio Irastorza, die op zijn rechten stond, werd in een kamer gesleurd door 2 cipiers en afgeranseld. Onmiddellijk snelden talrijke cipiers toe, niet om hem te ontzetten, maar om hun sadisme bot te doen vieren. Onder hen een zekere Camilo en de chef van de afdeling Manuel (beter gekend als Chuck Norris). Hij werd naar een isoleercel gesleurd, moest zich volledig uitkleden en werd verder afgetuigd.
Aan de familie werd meegedeeld dat hij in afzondering zat wegens slecht gedrag en dat het bezoek niet meer kon doorgaan (de familie had een reis ondernomen van meer dan 1000 km, enkel.)
De klacht die Eugenio Irastorza indiende, werd door de magistraat van de Vigilancia Penitenciaria de Granada, Maria del Carmen Navajas Rojas, gearchiveerd. En op 14 oktober 1996 spande zij zelf een rechtzaak tegen hem in wegens valse verklaringen.
Mario Zapataontdekte gisteren in zijn auto een apparaat waarmee precies kon nagegaan worden waar hij overal naartoe reed. Zapata en zijn vriendin hadden tijdens hun vakantie de indruk gekregen dat ze gevolgd werden. Na hun terugkeer doorzochten ze hun wagen en daarbij kwam het apparaatje te voorschijn. Kort na hun vertrek werden ze al onderworpen aan een grondige controle door de Guardia Civil inclusief de bijhorende "vragen".
Dit soort intimidatie is niet nieuw. Enkele weken geleden ontdekten enkele jongeren in hun woonst in Donostia gelijkaardig materiaal.
In juni 1994 doorzocht de Geheime Dienst de zetel van Herri Batasuna in Donostia. In maart 1998 werd afluisterapparatuur ontdekt in de partijzetel in Gasteiz. Toen bleek dat het doen en laten van de radicale partij al 10 jaar werd gecontroleerd. Enkele maanden later werden kabels gevonden in de partijzetel in Bilbao. (Enkele directieleden van de Spaanse Geheime Dienst werden hier zelfs voor veroordeeld.) Maar kort daarop was het de beurt aan de partijzetel in Bayonne!
Echt bruin werd het toen apparatuur werd gevonden bij diensten die afhingen van de Baskische Regering en zelfs bij de Baskische politie, Ertzaintza!
Mario Zapata is geen Zuid-Amerikaanse vrijheidstrijder die asiel kreeg in Baskenland, noch is hij "van ETA", hoewel de Spaanse visie hieromtrent "anders" is. Mario Zapata is van het amnestiecomité "Askatasuna" en als je kwijtschelding van straf eist voor ETA-gevangenen dan ben je volgens de Spaanse democraten zelf van ETA.
De gemanipuleerde politielectuur die we dagelijks in de intoxicatiekranten kunnen lezen, en de opgeblazen beschuldigingen, als reactie op de Kale Borroka (straatgeweld) blijven mijlenver verwijderd van een objectieve analyse. Het klopt natuurlijk wel dat er een direct verband bestaat met het conflict dat Euskal Herria nu al decennialang in de greep houdt, maar wat die kranten er van bakken, tart alle verbeelding.
Op 12 oktober 2007, om 22.13u om precies te zijn, verschijnt in de krant Público.es deze titel: El huevo de la serpiente: uno de cada tres acaba en ETA (het ei van het serpent: 1 op de drie komt terecht bij ETA), met als bron: Recente informatie van de politie benadrukt dat de gewapende organisatie zich voedt in de caladero (de visgrond, de visvijver) van het straatgeweld, om nieuwe commandos op te richten.
Het straatgeweld (autos dwars over de straat zetten, vuilniscontainers in brand steken, gevels van tegenstrevers met verf bekladden, geldautomaten saboteren, soms een stadsbus in brand steken) dat naar aanleiding van het einde van het staakt-het-vuren (6 juni 2007) weer opflakkerde en nog altijd voortduurt, zette de intoxicatiekranten ertoe aan andermaal alle registers open te trekken: apéndices del terror of slippendragers van de terreur, los chicos del molotov of molotovkinderen, marginalidad juvenil of marginale jeugd, nazi-comunistas of nazi-communisten.
Het vermoeden van onschuld staat niet in het woordenboek van de democraten. Zonder bronnen te raadplegen en het dubbel controleren ervan (toch een taak van een deontologische correcte journalist) worden systematisch de bronnen van de veiligheidstroepen overgenomen, en wordt onmiddellijk een veroordeling uitgesproken. Als later blijkt dat ze wat te voortvarend waren, en de jongeren worden vrijgelaten als gevolg van gebrek aan bewijs) wordt daar zo weinig mogelijk op teruggekeerd. Zeker geen gezichtverlies lijden!
Staatsman en minister van Binnenlandse Zaken, Rubalcaba, deed onlangs in augustus 2008, de dialectische uitspraak dat ETA en straatgeweld van dezelfde intensiteit waren en dus ook op de dezelfde manier moesten bestraft worden. De minister van Binnenlandse Zaken, Joseba Azkarraga, van de Baskische Autonome regering, haastte zich om ook die uitspraak op te eisen.
Twee maten en twee gewichten
In Málaga heet het vandalisme
Op 28 februari 2008 werden 5 wagens in brand gestoken (zoals gebruikelijk ieder weekend) in Málaga. Informativos Telecinco (een TV-zender) sprak van vandalisme.
En nu komt het, wie betrapt wordt, krijgt een boete van 150 euros.
In Iruñea-Pamplona heet het terrorisme
Eneko Olza, uit Iruñea, werd betrapt op het saboteren van een geldautomaat.
En nu komt het: hij verbleef 8 jaar in de gevangenis, na een veroordeling tot 10 jaar cel.
Waarom?
Waarom nemen jongeren hun toevlucht tot Kale Borroka?
Iemand die verf gegooid had op verscheidene batzokis (clubhuizen van de PNV) wilde hiermee de repressie van die partij (PNV) aanklagen, dei te pas en te onpas de Ertaintza inzet op vraag van Madrid.
Een andere deed hetzelfde bij het gebouw van de militaire regering te Gasteiz omwille van de veelvuldige aanhoudingen.
Een derde bekladde de gevel van de PSE (Baskische socialisten) om de sinistere houding die de partij aanneemt t.a.v. de linkse Abertzales.
De voornaamste reden is echter het protest tegen een Spaanse Inquisitie, die de mond vol heeft van het woord democratie, maar vernedering en foltering gebruikt tegen gevangenen, ook jongeren.
Batasuna werd door de "Partijenwet" buiten de wet gesteld met de drogreden dat ze het geweld niet veroordeelden. Hoe kan je fouten maken door "niets te zeggen"? Batasuna "betreurde" telkens wel dat er slachtoffers waren gevallen.
Nu zijn de hyenas aan het wachten tot ANV "niets zegt" over de aanslag in Durango (24 augustus 2007) om ze daarna uit te sluiten. Gisteren "betreurde" de ANV-groep in de gemeenteraad van Iruñea-Pamplona de aanslag, maar ze ondertekenden de motie niet die door de andere partijen werd voorgelegd. ANV zegt erbij "dat moties als deze niet bijdragen om het conflict op te lossen". De PP die boven ANV blijft cirkelen als aasgieren wil met een Wet al de gemeentebesturen waarin ANV zit laten ontbinden. "Er zijn voldoende legale mogelijkheden", aldus PP-volksvertegenwoordiger Eduardo Zaplano. "ETA is tegen de gemeenschap en de democraten moeten zich verdedigen." Even het woordgebruik van deze Zaplano verduidelijken: Waar hij "ETA" zegt bedoeld hij ANV, en waar hij "democraten" zegt, bedoelt hij zichzelf!
Op 6 september 2001 werd Unai Romano om 4 uur 's morgens van zijn bed gelicht door leden van de Guardia Civil. Ze zegden meteen dat hij beschuldigd werd van "collaboratie met een gewapende bende". Daarop kwamen Guardias in burger binnen, deden hem de boeien om en zeiden dat ze de flat gingen doorzoeken. Dit gebeurde blad per blad, boek per boek en duurde eeuwig tot op een bepaald ogenblik de overste zei dat ze wat moesten opschieten. "Mijn hoofd werd bedekt en in de auto, die me meenam naar een onbekende plaats, werd geen woord gezegd en ik moest gedurende de hele rit met het hoofd tussen de knieën blijven zitten. Bij het verlaten van de auto werd ik niet gewaarschuwd dat er enkele trappen waren, zodat ik viel. Ik werd naar een cel gebracht en kreeg bivakmutsen over het hoofd. Toen ik zei dat ik ademhalingsproblemen had, zei de Guardia Civil die me moest bewaken dat ik geen recht had op ademen. Het traject naar Madrid werd ongeboeid en aan erg grote snelheid afgelegd. Ginder kreeg ik vier belangrijke raadgevingen:
§hen gehoorzamen
§de ogen gesloten houden
§hen niet aankijken
§als ik een andere gevangene tegenkwam, hem niet aankijken.
In de cel moest ik blijven staan. Bij aanvang van de ondervragingen werd gevraagd medewerking te verlenen en intussen kreeg ik voortdurend slagen op het hoofd met stokken die in tape of schuim waren gewikkeld. Ze beantwoorden zelf een aantal vragen. 'Ja, ik kende dinges wél.' 'Ja, ik kende die en die wél.' 'Ik heb wél die bomauto geparkeerd.' 'Ik heb wél op die en die geschoten.' Bij elk ontkennend antwoord kreeg ik een aantal stokslagen en werden de vragen opnieuw gesteld. Als ik groggy was, werd er gevraagd naar mijn vriendenkring, familieleden, bars die ik bezocht in Vitoria, de Ikastolas, mijn politieke activiteiten, etc Ik had de ogen bedekt met een soort masker en daar over heen droeg ik nog een bivakmuts. De ondervragingen werden steeds erger en ik kreeg op een bepaald ogenblik zelfs een drietal bivakmutsen over elkaar waardoor ik enorm zweette. De slagen werden er een beetje door gesmoord, maar ze bleven verschrikkelijk . Tot ongeveer acht keer toe kreeg ik de plastic zak over het hoofd. Ik moest kniebuigingen maken tot de totale uitputting . Ik was doornat van het zweet. Ik hoorde voortdurend pijnkreten van andere mensen. In een ander vertrek werd ik bij een vrouw gebracht die me haar carnet van rechtsdokter toonde. Ze vroeg me wat ze met me gedaan hadden en vertelde haar van de slagen en van mijn onregelmatige hartslag. Terug bij de ondervragers kreeg ik meteen een twintigtal stokslagen. Ze schreeuwden als gekken, werden steeds agressiever en stelden steeds dezelfde vragen met steeds dezelfde gevolgen. Omdat ik niet bekende wat ze graag wilden horen, zou het me 'hoerenzoon die ik was' gaan zoals 'met die Lasa." (dood gefolterd!) Ze begonnen elkaar af te lossen en ik kreeg stroomstoten aan de genitaliën, aan de oren, de penis, kreeg de plastic zak over het hoofd, slagen Daarop begonnen ze te dreigen door te zeggen dat mijn vriendin en mijn broer onderweg waren en dat die de dubbele portie zouden krijgen. Toen vertelden ze dat mijn moeder gearresteerd was en dat ze haar met een koord rond de voeten in het stuwmeer bij Vitoria in het water lieten zakken. Het leek dat één van hen belde met de collega's die aan het stuwmeer bezig waren en nadat die plots iets schreeuwde, zwegen ze allemaal. Toen zegden ze me dat mijn moeder overleden was. Ze brachten me weg en lieten me een uur alleen. Ik werd hysterisch. Mijn hoofd leek te gaan ontploffen en ik begon mijn polsen door te bijten. Toen ze dat merkten werd ik opnieuw naar de dokter gebracht. Die schrok erg en vroeg hoe het met me ging. Het was 7 september, 10 uur in de morgen.
Ze wilden me naar een militair hospitaal brengen, maar de gerechtsdokter drong aan dat ik naar een universitair ziekenhuis zou gebracht worden. Daar werd ik in een rolstoel gezet en werden mijn polsen verzorgd. De gerechtsdokter kwam me even later zeggen dat mijn moeder helemaal niet dood was. Hun enige zorg was te weten of ik een schedelbreuk had. Verder onderzoek wees uit dat dit niet het geval was. De pijn was echter onhoudbaar, maar ze wilden me geen pijnstiller geven vooraleer alle onderzoeken achter de rug waren. De arts stelde zich in contact met de rechter om te verkrijgen dat ik in het ziekenhuis kon blijven. Ik had een spiercontractuur en een zwelling in de nek. Omdat mijn nek helemaal gekwetst was, kon mij de noodzakelijke neksteun niet meteen aangebracht worden. Mijn oor was door het gebruik van de elektroden verbrand.
Mijn hele hoofd was paars en blauw en mijn ogen zwart van het geronnen bloed.
De oogspecialist onderzocht me omdat ik mijn ogen niet meer open kreeg. Ik zag niets. Terug in het commissariaat vroeg de gerechtsarts een zetel, maar ik kreeg er een zonder armleuningen. Hoewel het al 18.00 uur was, kreeg ik pas dan mijn ontbijt: twee potjes yoghurt en een broodje. De yoghurt moest me door de dokter gevoerd worden, de sandwich kon ik niet kauwen. Twee Guardias Civiles kwamen me voortdurend uitlachen, waarbij ze zegden dat ik een monster was, een varken en meer van dergelijke dingen. Ik kreeg regelmatig ijs tegen de pijn. Iemand wilde me een soort slaapmiddel geven en een klein slokje ervan maakte me erg slaperig. Na een uur moest ik in een auto plaatsnemen. De tocht door de stad, met de sirenes in werking, was vreselijk: optrekken, bruusk remmen, zigzag rijden, zodat ik mijn hoofd niet steeds tegen de ruit kon steunen. Er werd ergens uitgestapt waar foto's en vingerafdrukken genomen werden. Ik zag nog steeds niets. Terug in de cel kreeg ik een hulpje, een Colombiaan die me bijstond bij alles. Het lukte me enkele uren te slapen. 's Morgens vertelde de Colombiaan me dat enkel het puntje van mijn neus en mijn lippen een normale kleur hadden. Ik zat in de infirmerie van Soto del Real in een geïsoleerde afdeling. Ik was dus "incommunicado" en de Colombiaan moest weg. Ik moest op de tast naar het toilet, om te gaan douchen, te gaan eten, te gaan slapen.
Op zondag 9 september begon ik tegen de avond weer enigszins te zien. Maar ik mócht nog niemand zien (of niemand mocht mij zien?) Een gerechtsdokter kwam me onderzoeken en hij zei me dat ik enigszins geschikt was om voor de rechter te verschijnen.
Op 11 september werd ik om 7 uur gewekt. Ik viel opnieuw in handen van de Guardias die me naar het Hooggerechtshof moesten brengen. Omdat mijn polsen gekwetst waren, vroeg ik om niet geboeid te worden, maar daarvoor had ik geen medisch getuigschrift De reis was erg zwaar omdat ik nog steeds ziek was. Terwijl ze mijn "rechten" voorlazen, werd ik uitgelachen met hoe ik eruitzag. Bij de tocht naar het bureau van rechter Guillermo Ruiz Polanco kreeg ik een kap over het hoofd zodat ik niemand kon zien (maar ook niet gezien kon worden ) Ik ontkende alle beschuldigingen. Toen hij me vroeg of ik er nog iets aan toe te voegen had, vertelde ik over de behandeling die ik had moeten ondergaan. Na een halve minuut onderbrak de onderzoeksrechter me en zei dat hij al jaren met de Guardia Civil werkte en dat vele arrestanten zegden gefolterd te zijn, maar dat hij me niet geloofde en dat dit niet de plaats en het ogenblik was voor dergelijke verklaringen. Met een politiecamionette werd ik opnieuw naar de gevangenis overgebracht. Ik vroeg te mogen bellen, omdat ik nu niet meer in afzondering was, maar ze zegden daarvan nog geen bevestiging gekregen te hebben Op 18 september leek ik eindelijk toonbaar en werd ik overgebracht naar een normale gevangenismodule. Ik vergat nog te vertellen dat ik tijdens de ondervragingen bijna steeds naakt was."
Op 28 februari 2002 werd Unai Romano vrijgelaten op borgtocht van 6.000 . Hij zat bijna een half jaar in voorarrest, nadat hij op 6 september 2001 door de Guardia Civil werd gearresteerd op beschuldiging van "samenwerking met ETA".
Op 28 maart 2002 verklaarde Santiago López Valdivielso, directeur generaal van de Guardia Civil, dat de verklaring van Unai Romano over de ondergane foltering geen enkele geloofwaardigheid inhield. "Volgens de handleiding van ETA moet elke arrestant aanklagen gefolterd te zijn geweest."
Het Tribunal Superior de Justicia del País Vasco beschouwt de verklaringen afgelegd door Jon Salaberria, lid van de politieke groep Sozialista Abertzaleak (Batasuna), tijdens de parlementaire debatten van 12 april 2002 als delict, meer gespecificeerd: verheerlijking van terroristische acties. De strafmaat wordt vastgelegd op 1 jaar gevangenisstraf en 7 jaar ontzetting uit zijn rechten. Dit is een precedent dat kan beschouwd worden als een agressie tegen de vrije meningsuiting van een lid van het parlement, dat precies borg moet staan voor de vrije meningsuiting. Artikel 71 van de Grondwet erkent de onschendbaarheid van een Député en een Senator bij het uiten van opinies uitgesproken in die functie (inviolabilidad por las opiniones manifestadas en el ejercicio de sus funciones). Dit principe werd ook door artikel 26 van het Estatuto de Autonomía para el País Vasco erkent. Dit recht werd trouwens verder ontwikkeld in de Ley autonómica 2/1981, waarbij onderstreept wordt dat de leden van het parlement niet mogen beschuldigd, noch gerechterlijk vervolgd worden, zonder voorafgaande autorisatie van het Baskische Parlement.
Op 12 april 2002 had Salaberria in volle parlementaire zitting een uitspraak gedaan over de gewapende activiteiten van ETA: door de natuur van het conflict te verdraaien, zie ik geen mogelijkheid om oplossingen te vinden en u weet allen perfect dat de gewapende strijd van ETA niet draait om de stelling ideeën op te leggen. De gewapende strijd beantwoordt alleen aan de rechtvaardige eisen van het Baskische volk ter verdediging van de wettelijke rechten
De Openbare Aanklager van de TSJPV (Tribunal Superior de Justicia del País Vasco) baseert de aanklacht verheerlijking van het terrorisme en de vervolging ervan op het feit dat de woorden die uitgesproken werden, buiten de onschendbaarheid vallen. Ze houden een identificatie in die de acties en het doel ondersteunen. De acties van ETA zijn intrinsiek anti-juridisch en bijgevolg zijn ze niet bespreekbaar en mogen ze niet in de openbaarheid behandeld worden (los actos de ETA son intrínsecamente antijurídicos y en consecuencia inopinables). Dus is een voorafgaande autorisatie van het Baskische Parlement overbodig. Commentaar ook overbodig!
"Op 4 september 2001 begonnen ze de deur in te beuken terwijl ik sliep. Ze sleepten mijn moeder het huis uit en ik moest elke kast open doen waarbij ze zich opstelden alsof daar iemand uit zou komen. Toen werd ik geboeid en begon de huiszoeking. In de auto begonnen ze me meteen en zonder ophouden te slaan met de vlakke hand en met de vuisten, waarbij ze me verzekerden dat het antwoord "ik weet het niet" niet zou volstaan. In de gevangenis hoorde ik de kreten van anderen, terwijl ze me bleven op het hoofd slaan met een telefoonboek. Ik moest me uitkleden en ze verplichten me kniebuigingen te maken. Daarna maakten ze me nat met water en brachten de elektroden bij mijn oren zodat ik het geluid kon horen van wat mij te wachten stond. Ik kreeg de elektroden aan de oren en aan de armen aangebracht. Ze trokken verscheidene keren de plastic zak over mijn hoofd tot ik misselijk werd. Het zicht werd wazig en ik zag de slagen slechts in een schim aankomen. Ook werd ik seksueel vernederd en werden bedreigingen geuit tegen mijn familieleden en vrienden. Ze wreven met het telefoonboek tussen mijn benen terwijl ze illusies maakten over GAL, mijn ouders en mijn vriendin".
Getuigenis Ivan Ortigosa:
Op 4 september om 2.30 u. 's nachts werd hij van het bed gelicht en de behandeling bij de politie gedurende de 3 dagen in afzondering was brutaal. "Ik werd zonder ophouden geslagen en ze dreigden ermee dat het allemaal erger zou worden als ik niet zou spreken. Ik moest me uitkleden en kniebuigingenmaken met de plastic zak over het hoofd. Ik viel verschillende keren en moest drie keren overgeven. Ik kreeg twee keer de elektroden aangebracht in de lies (!?) en de arm. Ze uitten doodsbedreigingen aan mijn familieleden en vrienden en tegen mijzelf zeiden ze dat ze me een paar kogels gingen verkopen. Ik zat fysiek en psychologisch zó aan de grond dat ik zei dat ze dat dan maar moesten doen. Ik kon de bewegingen van mijn oogleden niet meer controleren en verloor het gevoel in mijn benen".
Getuigenis Sendoa Domínguez
werd in dezelfde nacht als Iván Ortigosa gearresteerd in het huis van haar ouders. "De hele familie werd in haar ondergoed naar buiten gehaald en mijn vader kreeg een pistool tegen zijn hoofd. Onderweg naar Madrid sloegen ze me ononderbroken tegen het hoofd en ik kreeg verschillende keren de plastic zak over het hoofd. Gedurende de drie dagen afzondering werden mijn ouders eveneens constant bedreigd. Ze bleven tegen me schreeuwen en me op mijn hoofd slaan. Als ik niet zei wat ze wilden horen, kreeg ik de plastic zak over het hoofd getrokken. Ik moest me uitkleden en kniebuigingen maken tot ik de uitputting nabij was. Op een keer kwamen drie Guardia Civiles binnen en die bleven met de wapenstok op me slaan tot ze niet meer konden. Ik kreeg de elektroden aangebracht en ze bleven me seksueel vernederen. De derde dag lieten ze me met rust, nadat ik het politierapport getekend had. De rechter luisterde niet eens toen ik zei dat ik gefolterd was".
De Baskische politieke gevangene, Asier Ormazabal, weigert "deel te nemen" aan zijn eigen proces waarin hij beschuldigd wordt van deelname aan een aanslag tegen een Spaanse militaire bus in Córdoba in 1996 en waarbij de sergeant Miguel Angel Ayllón het leven verloor. Toen hij zei de rechtbank niet te erkennen, werd hij uit de zaal gezet. Hij weigerde ook het "recht op het laatste woord."
Tussen de getuigen die verschenen in het Hooggerechtshof waren Txetxu Barrios, Maite Pedrosa en Mikel Azurmendi. Zij verklaarden zich niet meer exact te herinneren wat ze indertijd bekend hadden, omdat alles onder foltering had plaatsgevonden.
Er wordt nu tegen Ormazabal 351 jaar geëist wegens "1 terroristische moord", "24 moordpogingen" (de andere inzittenden van de bus?), "voortdurende diefstal", "vernielingen" en "vervalsing van autokentekens".
Op 2 september 2006 kwamen opnieuw tientallen mensen samen om bij de diepe put (meer een kleine onderaardse grot) van Otsoportillo (op de bergketen Urbasa in Navarra) hun doden te herdenken. De Franquisten probeerden hun schandalen onder de grond te laten verdwijnen. Ze dachten dat met het liquideren van enkele vogels ook hun lied zou verdwijnen. Een massagraf méér, in Navarra. Zeventig jaar later staat er een klein monument en in twee stenen staat het schandaal in het Baskische en in het Spaans gegrift. Het gat werd met tralies dicht gemaakt. Symbolisch. De plechtigheid die werd georganiseerd door het gemeentebestuur van Etxarri-Aranatz, begon rond het middaguur met een eucharistieviering. Wie zich hierbij niet "thuis" voelde stond op een respectabele afstand wat te praten en te wachten. Het rooster over de "ingang" van de grot was met bloemen bedekt. Een bertsolari zong enkele strofen waarna Juan Kruz Aldasoro (Batasuna) het woord nam en herinnerde aan het feit dat "70 jaar geleden vele burgers die zich inzetten voor hun Volk, voor betere arbeidsvoorwaarden, voor de taal, de cultuur en de identiteit van Euskal Herria genadeloos werden geëxecuteerd. Hun ideeën blijven levend want op dit ogenblik werkt een heel Volk verder aan dezelfde ideeën waarvoor anderen zoveel leden en dit met hun leven betaalden. Om dit te gedenken zijn we naar Otsoportillo gekomen. Op dit ogenblik beleven we een hoopvol politiek moment. We staan voor de mogelijkheid om voor een conflict dat al generaties lang aansleept een definitieve oplossing te bereiken, gebaseerd op de erkenning van de rechten." Aldasoro waagde zich op glad ijs door niet enkel de doden van toen te eren, maar ook zij die "later hun leven gaven": Martintxo de la Vega, Oeio Mariñelarena, Josu Zabala, Juan Ignacio Erdoizia, Mikel Arregi, Roberto Martínez en Angel Gurmindo, "Stein".
(Enkelen werden het slachtoffers van de Vuile Oorlos tegen het Baskische Volk omdat ze in de terroristische organisatie ETA actief waren.) Ook de jongeren die gevangen zitten (of zaten) of die op de vlucht waren werden herdacht. Zes dantzaris dansten de eredans (Aurresku) op de tonen van de oeroude Baskische fluit, de Txistu.
Dan kwam Patxi Urrutia, lid van het hoofdbestuur van Batasuna aan het woord en die wond er evenmin doekjes om: "In 1936 veranderden ze Navarra in een hel en ze liquideerden méér dan 3.500 personen terwijl hun familieleden de meest onbeschaafde dingen moesten ondergaan. Nooit kwamen de verantwoordelijken van deze criminele daden voor het gerecht. Integendeel, het meest perverse is dat ze nog steeds in handen hebben wat ze bij de staatsgreep vast kregen! Het waren geen "dingen-die-tijdens-een-oorlog-gebeuren", zoals sommigen blijven beweren. In Navarra was er nooit een oorlogsfront en diegenen die vermoord werden droegen geen wapens. Het was een wraakneming op nationalisten, werkmensen, Socialisten, Communisten, Anarchisten en Republikeinen. De verantwoordelijken bleven ongestraft terwijl de slachtoffers nooit erkenning of steun kregen. Na de dood van Franco werd alles onder de mat geschoven. Met de nieuwe Wet van Historisch Besef willen ze er nóg eens de mantel over heen leggen. Maar dit zal hen niet lukken. Dat ze nog even bloeddorstig zijn, blijkt uit hun gevangenispolitiek. Denk maar aan Iñaki de Juana Chaos en Bautista Barandalla (die niet wordt vrijgelaten hoewel hij ernstig ziek is.) We moeten de doden niet vergeten, maar evenmin hun idealen.
Een eerste stap of een maat voor niets?
Net gisteren, op 1 september 2008, heeft magistraat Baltasar Garzón een eerste stap gezet. Hij wil een nationale telling laten organiseren van de verdwijningen tijdens de burgeroorlog en tijdens de dictatuur van Franco.
Vorig jaar, op 18 juni 2007, dienden verscheidene organisaties (waaronder ook organisaties uit Navarra) klacht in bij de Audiencia Nacional om een strafrechterlijke vervolging in te stellen naar de verantwoordelijken voor de verdwijningen, voor de afroep van de te executeren gevangenen tijdens de Spaanse burgeroorlog, voor de moorden, voor de folteringen en voor de gedwongen verbanningen die plaats hebben gehad vanaf 18 juli 1936.
Garzón heeft lijsten laten opvragen bijde abdij Benedictina van Valle de los Caídos, bij de Delegación de Patrimonio Nacional in San Lorenzo del Escorial (Madrid), bij het Centro Nacional de Memoria Histórica, bij het Ministerio de Defensa, bij de Conferencia Episcopal, bij de gemeenten van Córdoba, Sevilla, Madrid, Granada, en bij de rector van de universiteit van deze laatste stad.
Garzón wil informatie over de omstandigheden van begrafenissen, de datum en het publieke register dat eventueel werd aangelegd. Hij is vooral geïnteresseerd in de massagraven die zich bevinden op de kerkhoven van San José (Granada) Nuestra Señora de la Salud y San Rafael (Córdoba) en San Fernando (Sevilla). Hij wil van het Centro Nacional de la Memoria Histórica steekkaarten over de (schijn)processen van Tribunal Especial para la Represión de la Masonería y el Comunismo (speciaal tribunaal voor de repressie van vrijmetselaars en communisten). Van het Ministerie van Defensie wil hij weten welk organisme verantwoordelijk was voor het bijhouden van het aantal verdwijningen. Ook bij organisaties die zich bezighouden met opgravingen (b.v. Aranzadi) wil hij alle informatie inwinnen.
Het is niet duidelijk of dit moet leiden naar een massaproces of dat de documenten over nog eens 60 à 70 jaar zullen moeten opgevraagd worden, omdat ze verdwenen zijn.
¿Qué has hecho, Juan José Ibarretxe? En wat hebt u gedaan, Juan José Ibarretxe?
Precies 1 maand geleden, op 1 augustus 2008, verzamelden honderden familieleden van Baskische politieke gevangenen en vluchtelingen te Loyola om de ernstige toestand aan te klagen die zowel zijzelf als de gevangenen en de vluchtelingen dagelijks moeten ondergaan. Als resultaat van die bijeenkomst werd een dossier opgesteld waarin de Lehendakari (Eerste Minister) Juan José Ibarretxe van de CAV ter verantwoording werd geroepen. Elias Miner heeft in naam van Etxerat het dossier bezorgd aan de Lehendakari.
Hier volgt een vrije vertaling.
Het is nu al van 2 januari 1999 geleden dat u als voorzitter benoemd werd van Baskische Autonome Gemeenschap (CAV-Comunidad Autonoma Vasca). Wij hebben ontelbare keren geprobeerd om met u rond de tafel te zitten. Onze intentie was de kroniek van de schending van onze rechten, van zowel familieleden als gevangenen, aan u voor te leggen. Ondanks het feit dat wij de correspondentie volgens alle vastgelegde regels lieten verlopen, heeft u zich nooit de moeite getroost om op onze brieven te antwoorden. Het is nochtans een kroniek die moet aantonen hoe de wreedheid tijdens uw bewindsjaren is blijven woekeren. De volgende gegevens zijn een bewijs die moeten illustreren hoe erg wij tijdens uw 9-jarig bewind hebben moeten lijden. Lees verder...
In het beruchte Burgosproces, eind 1970, waarbij voor het eerst Basken buiten Baskenland moesten terechtstaan, kreeg Onaindía samen met vijf anderen de doodstraf voor de "terechtstelling" van Melitón Manzanas, de man die tijdens de Francodictatuur in Baskenland faam kreeg als folteraar. Vooral de aangeklaagden hadden door hun uitspraken de wereldpers gehaald: Onaindia bracht door zijn optreden (en zijn imposante gestalte) zelfs de militaire gerechtsvoorzitter van zijn stuk. Hij loochende aan de moord op Manzanas deelgenomen te hebben, "omdat hij niet de eer had gehad aan militaristische activiteiten mee te mogen doen. Toen Onaindia daarop recht sprong en "Gora Euskadi Askatuta" riep ("Leve Vrij Baskenland") sprongen zowel de auditeur als zijn plaatsvervanger recht en trokken hun sabel! Terwijl onder groot tumult de zaal ontruimd werd, zongen de beklaagden het (verboden) lied van de Baskische Soldaat, Eusko Gudariak.
In mei 1977 werden ze vrijgelaten, maar uit Spanje verbannen, o.a. naar ons land. Twee maanden later keerden ze onverschrokken terug naar Baskenland. Later sloot Onaindia zich aan bij de nieuwe politieke partij EE, Euskadiko Ezkerra die was ontstaan uit ETA (pm). EE kwam nooit echt van de grond en ging uiteindelijk scheep met de PSOE, de Spaanse socialisten. Onaindia bracht het tot aan de top van deze partij, waarna hij door "welmenend" Spanje in de armen werd genomen. Een bocht van hoeveel graden? Onaindía was bij zijn overlijden voorzitter van de PSE in de Baskische provincie Alava. Mario Onaindia werd ook nog een tweede keer ter dood veroordeeld. Ditmaal door ETA! De laatste jaren nam dan ook deel aan bijeenkomsten van "Basta Ya!", de organisatie die in den beginne telkens op straat kwam na een ETA-aanslag, maar stilaan gif ging spuwen tegen elke uiting van Baskisch nationalisme. Op de begrafenis waren dan ook een groot aantal vijanden van het Baskische nationalisme aanwezig: Fernando Savater, Rosa Diez, en nog een aantal andere Spaanskiljonisme huichelaars, die zichzelf Bask en democraat noemen.