13 september 2001xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Victor Goñi laat op 13 september 2001 zijn aanklacht over folteringen ratificeren. Hij kreeg het zwaar te verduren gedurende de vijf dagen die hij doorbracht in handen van de Spaanse politie, na zijn arrestatie van 7 november 2000. Hij verzekert dat hij in staat is om 16 verantwoordelijke politiemannen te identificeren.
Op 7 november 2000 worden Ainara Esteranz Cruz, Nerea Garro Pérez, Asier Urretavizcaya Merino, Víctor Goñi Martín en Alicia Yagüe gearresteerd te Madrid.
Vanaf het ogenblik dat hij in de auto gesleept was, waren de slagen constant, op de rug en in de maag, trekken aan de haren en slagen met de palm van de hand op de oren. Tijdens vele ondervragingsessies was Victor Goñi volkomen naakt. Hij moest een erg moeilijke houding blijven aanhouden, terwijl hij voortdurend geslagen werd. Ook werd op een plek tussen de testikels en de anus gedrukt wat een vreselijke pijn veroorzaakte. Met de wreef kreeg hij trappen tegen de testikels. Bovendien dreigden ze hem naar een afgelegen plek te brengen waar ze hem een kogel door het hoofd zouden schieten. Indien hij niet zou verklaren wat zij wilden, zouden ze zijn vriendin verkrachten (die intussen eveneens gearresteerd was.) Hij hoorde het gesnik van zijn vriendin en toen hij in de gevangenis zat, meende hij dit nog steeds te horen. Eén van de politiemannen die hem arresteerden, had hij daarna, op twee verschillende dagen, op tv gezien bij de arrestatie van Harriet Iragi en Jon Solana, terwijl andere agenten op andere dagen door het beeld liepen. Verder verklaarde hij dat de arts van dienst niet de verwondingen vaststelde, doch enkel de bloeddruk kwamen meten.
Victor Goñi laat zijn aanklacht van foltering gedurende de vijf dagen die hij doorbracht in handen van de Spaanse politie na zijn arrestatie van 7 november van vorig jaar ratificeren en verzekert dat hij in staat is 16 verantwoordelijke politiemannen te identificeren.
|