En?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Natuurlijk kan ik
huppelend denken
bellen blazen
en blaadjes tellen
zonder de vrees
dat tranen
zullen kwellen
of mijn ziel wegsmelten
Het is nog mogelijk
een nietig kruidje
tussen stenen
te bewonderen
en te lachen
onbedaarlijk
schuddebuikend
lopend op mijn tenen
met het jolige kind
Maar slechts
tot diep in de nacht
de duffe steen weer op
het muffe deken ligt
en niemand wacht
Floreanne
|