Zoals al eerder ondervonden en gezegd, heb ik iets met strijken op een zondagvoormiddag. Het is een ongelooflijk rustgevende bezigheid, die ongewild mijn creatieve hersenen opent en prikkelend werkt op nieuwe ideeën. Dit keer ging het over mijn volgende vorming, die ik mag geven aan leerkrachten. Leerkrachten zijn, dat is geweten, een moeilijk publiek voor vormers. Zij zijn het gewoon vooraan te staan en zelf anderen te vormen dus kijken ze kritisch naar de persoon die even hun rol inneemt. Als luisteraars gedragen ze zich vaak even ontoegankelijk, wispelturig en impulsief als hun eigen leerlingen. Als connaisseurs van observeren, evalueren en rapporteren zien ze elke didactische fout. Ze kennen de kneepjes van het vak en zijn dan ook zeer alert op je vaardigheden als lesgever. Leerkrachten iets diets maken vraagt dan ook supervaardigheden om hen te boeien en te begeesteren. Zo sterk gedreven moet je zijn dat ze vergeten dat zij leerling en jij leermeester bent op dat ogenblik. Ik was dus al strijkend over de t-shirts, hemden en broeken, aan het broeden op een goede aanloop, een motiverende rode draad doorheen mijn verhaal van straks. Daar kwam ik op de polemiek van kiezen tussen einddoelen en ontwikkelingsdoelen. Op de vraag: "Waar kijk je naar als je iets wil weten over de kinderen" en "Wat zal je drijven om hen zorg te bieden?". Wil je weten wie ze zijn en wat ze kunnen of wil je achterhalen wat ze nodig hebben en wat je voor hen kan betekenen? Tijdens het strijken wil ik steeds beter doen, alweer een steen verleggen
en beschouw ik vrijelijk het leven zoals het zich aan mij voordoet. Laat me niet zoals ik ben schoot door mijn hoofd en het gold de kinderen, de leerkrachten en mezelf. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> Floreanne
|