Bart De Wever is behalve leider van de N-VA ook columnist voor De Standaard. Vandaag schrijft hij over het a-woord, het woord allochtoon dus. Aanleiding is de aankondiging van De Morgen om in het vervolg het woord allochtoon te bannen uit haar kolommen. Zo stelt De Wever het toch voor. Als ik de aankondiging in De Morgen uit de pen van de huidige hoofdredacteur lees, begrijp ik dat de zaken iets genuanceerder liggen dan De Wever ze voorstelt. De Morgen wil het woord allochtoon weren wanneer het een discriminerende, stigmatiserende connotatie heeft. De krant wil dus een neutraler taalgebruik nastreven en dat lijkt mij de normaalste zaak van de wereld - één die wat mij betreft niet meteen in het lang en het breed op de voorpagina uiteengezet moet worden, al kan het nu ook niet meteen kwaad. De krant zegt dus niet dat het woord niet meer tot het correcte spraakgebruik behoort, zoals De Wever stelt. Wie de pen voert, behoort zijn woorden te wikken en te wegen. Ik zou ook kunnen zeggen: wie de pen voert, behoort zijn taal te beheersen, en dat impliceert dat hij de betekenis én de draagwijdte van ieder woord kent. Een hoofdredactie mag (moet) dat van zijn journalisten verwachten. En dat geldt uiteraard niet alleen ten opzichte van allochtonen, of mensen van allochtone origine. In zijn niet oninteressante beschouwing haalt De Wever er Noam Chomsky bij die in 'Manufacturing Consent: the Political Economy of Mass Media' beschrijft hoe media via manipulatie van het taalgebruik de publieke opinie proberen te sturen. Ja, denk ik, en er zijn partijen die gewiekst zijn in het aanleveren van taalgebruik waarmee media de publieke opinie kunnen manipuleren.
|