Ik had ooit eens lang geleden een topic geopend over het Avondmaal maar daar werd zo erg van afgeweken dat ik het nog eens ga proberen.
1. Hoe leef jij toe naar het Avondmaal? 2. Wat doe je door de weeks voor "extra" naar de Avondmaalszondag? 3. Ga je ook wel eens niet, en waarom dan niet?
Dit zijn serieuze vragen. Ik heb erg geworsteld met het Avondmaal, zo erg zelfs dat mijn wijkouderling is gekomen om met ons te praten. Ik ben goed op weg en een tip gekregen van zijn vrouw (die kwam ook mee) om een boekje aan te schaffen.
Ik vind het Avondmaal een bijzonder gebeuren, en Jezus nodigt je dan ook persoonlijk uit om aan te gaan. Ik word dan altijd zo klein! Soms weerhoud ik mij er van ? Waarom ?! Omdat ik voor mijn gevoel geen goede voorbereiding heb gehad (amper bij stil gestaan). Maar is dat ook een reden om niet te gaan ?
Dag L,
Zouden wij even beginnen met 1 Korinthe 10 v 16 en 17. "Maakt de beker, waarvoor wij God loven en danken ons niet éen met het bloed van Christus ? Maakt het brood dat wij eten ons niet éen met het lichaam van Christus ? 17: Omdat het éen brood is, zijn wij, hoewel met velen, éen lichaam, want wij hebben allen deel aan dat ene brood".
Paulus heeft het hier over de geestelijke betekenis van het avondmaal.
En dan komt er gelijk al iets opmerkelijks. Hij wijk van de gewone volgorde af, die hij in 11 v 24 en 25 heeft getekend: - eerst het eten van het brood - daarna het drinken van de wijn.
Maar Paulus zegt: "De eigenlijke geestelijke volgorde is: - eerst de verzoening van de schuld, dat door de beker wordt uitgebeeld - daarna het vormen van de gemeente, die door het brood wordt voorgesteld.
Uit de beker drinken wij als het ware 'het bloed van Christus'. Denk nu niet aan het bloed, het zichtbare bloed van de mens Jezus, maar denk aan het onzichtbare bloed van Christus, de Gezalfde. In hem zijn wij. In hem hebben wij het eeuwig leven, door zijn offer. Dit vergoten bloed is de grond van het nieuwe verbond, zo veel heerlijker dan het oude verbond, (Matth 26 v 28).
Omdat het 'onzichtbaar' bloed is, getuigt de gebruiker hiermee, dat in de onzienlijke wereld zijn schuld is weggenomen en dat hij een levensgemeenschap met Christus heeft. Het gaat hier dus over onze positie in het koninkrijk van God. Zodra wij de Heer Jezus van harte geloven en vertrouwen, ziet de Heer God ons als rechtvaardigen. Het is dan aan ons om die roeping en uitverkiezing ook WAAR TE MAKEN, ( 2 Petrus 1 v 10).
In het avondmaal dankt een gelovige voor al het heerlijks, dat Christus hem geschonken heeft. Hij juicht het uit: "O Heer God...ik dank u, dat u de wereld in Christus met uzelf verzoenende was, ( 2 Cor 5 v 19)". Het is ook een beker van dánkzegging. Wij mogen God altijd hiervoor dankzeggen, dus speciaal naar deze dag toeleven met allerlei extra- inspanningen is niet nodig. Dat zou haast een beetje doen denken aan werkheiligheid en niet aan 'leven uit genade'. Ook 'bekommerd' toetreden is in tegenstelling tot de gevraagde 'dankzegging'.
En dan kijk je in die sam of in die kerk rond en je realiseert je, dat 12 v 12 zegt: " Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen éen lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus".
En je denkt verder: "Ik vorm niet alleen een eenheid met mijn hoofd, de dierbare Heer, maar ook met die medegelovigen om mij heen. We vormen een geestelijke eenheid. Nu zal dat wel niet altijd éen gezegende broederschap zijn, maar God beschouwt ons vanuit een postief gezichtspunt: `Wat niet is, kan komen`. Laten wij ook zo elkander bezien en in die geest voor elkaar bidden. Probeer je maar eens voor te stellen, dat zl die mensen in de geestelijke wereld ´vele tarwekorrels vormen, die- gebakken zijnde- samen éen brood vormen'
Een gelovige behoort niet bij Christus omdat hij avondmaal viert en hij vormt daardoor ook geen eenheid met de andere gelovigen. Maar het zichtbare ´drinken van de wijn´en ´breken van het brood met de ánderen' zal behoren te rusten op een belijdenis voor God, de mensen, de engelen en ja...ook tegenover de demonen....déze belijdenis: `Wij zijn hier bijeen als gerechtvaardigden door het geloof, dat wij in Christus een eenheid vormen.
Nu eerst L: een antwoord op je drie vragen: 1 Ik leef niet speciaal naar het avondmaal toe. Ik ben altijd- door Gods genade- gereed om het te vieren 2 ik doen niets extra's...ik heb altijd de gedachten als boven-omschreven paraat. 3 Ik doe altijd mee met de viering.
Ik hoop, dat je in het hierbovenstaande vreugde vindt, voldoende voor 'oneindig véel avondmalen' . want Jezus gaat het in zijn eeuwige koninkrijk telkens met ons vieren, (Lucas 22 v 18).
Hoe zal het met onze energievoorziening gesteld zijn in 2110
I. vraagt:
Hoe denken jullie dat het met onze energie-voorziening is gesteld over honderd jaar?
Mijn antwoord:
Hierop zijn vele lezenswaardige bijdragen binnengekomen. Vooral het antwoord, waarin geschetst werd, hoeveel energie verloren ging bij transport en dergelijke , maakte diepe indruk op mij.
Maar I's concrete vraag was dus: hoe zal het met de energie- voorziening gesteld zijn in 2110.
En daarop, op die vraag, kreeg ik een onverwacht idee, toen ik een vraag over 'waarheid'van een posting voorzag. Ik geloof dat Jezus terugkomt om de aarde als wereldpresident te regeren. Natuurlijk weet ik ook wel, dat de bijbel uitdrukkelijk zegt, dat niemand van die dag en dat uur weet. Maar anderzijds zegt de bijbel ook, dat wij de wisseling van de seizoenen in de geestelijke wereld net zo goed in het oog mogen houden als de wisselingewn in de aardse seizoenen. Als wij in de natuur zeggen: "De lente komt. De barre winter raakt op zijn eind. Ook al is de zegswijze waar: 'Als de dagen lengen, gaan de winters strengen', .....ik heb al sneeuwklokjes gezien", mogen we dat ook doen ten aanzien van de wederkomst van Jezus. En bij de voortdurende versnelling van de gebeurtenissen, mag ik in ieder geval zeggen: "Dit duurt zo geen honderd jaar meer met dit gekkenhuis". ( Let wel...dit is een mening, geen profetie)
Over honderd jaar is Jezus terug, zo neem ik aan. En wanneer hij terug is, begint een nieuwe, inventieve en innoverende periode in de geschiedenis van de mensheid, voor het eerst onder éen hoofd verenigd, ( Efeze 1 v 10).
En reken maar, dat er dan geen energie meer vermorst wordt en dat de meest milieu- en mensvriendelijke methoden worden gevonden. Wind-, waterval-, getijden- en zonne-energie, zonder milieuvervuiling, zie ik als de voornaamste 'duizend jaar'methoden. De aarde verwoesten door het aanboren van nog meer steenkoollagen, bruinkoollagen, olieboringen, zie ik niet zo zeer. Ook kern-energie heeft iets onvriendelijks, mensvijandigs. Nee, ik denk, dat het dan om natuurenergie zal gaan op wereldschaal gecoördineerd, onder de leiding van éen wereldleider, terzijde gestaan door kundige regionaal leiders, (Jesaja 32 v 1).
En daarmee heb ik L's vraag beantwoord, hoewel over de beantwoording 'an sich' nog wel andere meningen kunnen bestaan.
Er zijn zovele godsdiensten. Islam, Katholicisme, Jodendom, Protestantisme, Boedhisme, Evangelische christenen, Pinksterchristen, en ga zo maar door... Waarom is net het evangelisch geloof 'het juiste'???
Luister Niem,
Wanneer sportdeskundigen kissebissen over de beste opstelling van voetbalteams, dan geldt toch altijd: "The proof of the podding is in the eating...."
Even tussendoor: inderdaad staat er 'podding' en niet 'pudding'. Dat komt omdat de engelse kersttaart, de plumpudding, die een geheel eigen betekenis heeft in de engelse culinaire traditie, zó genoemd wordt.
Maar goed: Het Christelijk geloof heeft zoveel verrassende aspecten, die andere godsdiensten niet hebben: - wij hebben een Jezus Christus, die LEEFT. Alle andere godsdiensten hebben een centrale figuur , die dood is. - wij hebben- door Gods genade daarop opmerkzaam gemaakt- een Middelaar, die God en mens is, onze Heer Jezus Christus. - wij hebben een God, die zó met ons mensen meeleeft, dat hij zijn eniggeboren Zoon naar het mensenbestaan toezond om ons uit een onoplosbare impasse te halen. - wij hebben een duivel, die overwonnen kan worden en niet een 'veroorzaker van ellende', die niet te bestrijden is. - wij hebben een Heer, Jezus Christus, die alle zonden van alle mensen van alle tijden.... ook mijn toekomstige zonden en ook de zonden van de kleinkinderen van mijn kleinkinderen .....al heeft uitgeboet, toen hij aan het slot van zijn strijd riep: "VOLBRACHT".
En zo zou ik door kunnen gaan. En dat 'geloof in Jezus' heeft, ondanks het feit, dat het tot dusver maar heel extensief is gebracht, over de hele wereld heen nu twee miljard mensen, die er van 'heel vast' tot 'heel los' mee zijn verbonden. Het feit, dat het Christendom de grootste en -dat zal een verrassing voor je zijn- ook de snelst-groeiende godsdienst op aarde is, wijst al op een goede formule van dit team, ondanks veel fouten bij de 'verdieping' van het spel, waarover nu.....
Wat zou de impact geweest zijn, als het Christendom eens helemaal intensief was verkend??!!
Als de mensheid er oog voor had gekregen, dat de grootste slotgave, die onze Heer Jezus Christus aan de wereld schonk, vervat ligt in dit woord; (Johannes 14 v 16-17): " Ik (Jezus) zal de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven , die ALTIJD bij je zal zijn: de Geest van de Waarheid, (de Heilige Geest, de derde persoon van de Goddelijke Drieëenheid). De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet. Jullie (gelovigen) kennen hem wél, want hij woont in jullie en zal ín jullie blijven".
Er zijn alle tekenen, dat de Christenheid de Heilige geest, die 'arendsvleugelen' geeft, gaat herontdekken. En dan zal de Christelijke kerk ten volle gebruik kunnen maken van haar eeuwige afkomst. De diepte die er dan in 'het spel' komt!!!
En dan is er nog iets, dat de ontplooiing heeft beperkt: de onachtzaamheid ten aanzien van de duivel, Gods tegenstander. Het woord uit Efeze 6 v 12: "Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen". dat zijn de mensen vergeten. De eerste tekenen van dat vergeten staan al opgetekend in Openbaring 2 v 4: "Maar dít ik heb tegen u: ...u hebt de liefde van weleer opgegeven. Bedenk van welke (geestelijke) hoogte u bent gevallen...".
En daarmee is het begonnen. En gaandeweg zijn de mensen de oorzaak van alle ellende in zichzelf gaan zoeken. Ze gingen zelfs menen, dat de zonde overerfde van ouder op kind....en satan lachte, want hij floreert beter in de onbekendheid dan in de bekendheid.
Er zijn echter tekenen, dat de mensen de werkelijke tegenstander gaan herontdekken en niet meer als Don Quichote tegen windmolens vechten, maar tegen de reële bederver. Ook dat zal bijdragen tot meerdere groei en bloei van de 'gemeente'.
Geen godsdienst te vergelijken met die van Jezus. Maar al die denominaties in de Christelijke kerk zelf??!!
De toekomst zal alleen aan diegenen zijn , die zich laten dopen in de Heilige Geest na bekering tot Jezus, díepe bekering tot Jezus en wedergeboorte. Zij zijn God stoottroepen in de moeilijke dagen, geschetst in Openbaring 11. Dan verdwijnen ook alle denominaties naar 'de voorhof' , waar de demonen woeden en blijven 'Gods commando's' het ware, volledige, heilzame heil verkondigen.
Ja, ik geloof in de bijbel. Ik ben de bijbel in 1959 intensiever gaan lezen, nadat ik hem daarvoor al extensief las.
Maar in 1959 kreeg ik deel aan een opwekking, waarin veel over de doop ín en de vervulling mét Gods Geest werd gesproken.
Men noemde mij als toegangspoort tot deze kostelijkheden de wedergeboorte en wees op 1 Petrus 1 v 23, waar staat: "Heb elkaar onvoorwaardelijk lief met een zuiver hart...( en nu komt het centrale gegeven)....äls mensen die opnieuw zijn geboren, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door Gods levende en altijd blijvende woord".
Ik ben de bijbel 'gerichter ' gaan lezen , met een toegenegen en welwillend ingesteld hart en merkte, dat mijn gedachtewereld anders werd. Ik kon de dingen ánders bekijken.Het leek wel of ik er van zekere afstand naar keek. Ik kreeg oog voor de onzichtbare wereld, waar God en de engelen strijden voor ONS tegen de duivel en zijn demonen. Ik zag de volstrekt centrale rol van Onze Heer Jezus Christus dieper dan ooit.
En toen ontdekte ik de Heilige Geest met zijn gaven en vrucht.
De doop ín en de vervulling mét de Heilige geest werd een realiteit voor mij.
Ik bezocht trouw de samenkomst en daar doordrong men mij van deze waarheid, dat alles wat ik bereikt had , alleen maar op de genade van God berustte, omdat hij het willen en het werken in mij bewerkte.
En wat leverde mij dat alles nu óp: Zoals velen van jullie weten, heb ik 6 blogs bij sennet. En éen daarvan is: mijn leven. Daaruit blijkt- ik ben nu tot 1987 met dit dagboek gevorderd- dat het een leven is, dat zeker zijn schokken heeft gekend, wat men van iemand van - nu- 87 ook niet anders verwachten kan.
Ik leef echter intensief en kan Jezus echt niet missen. Elk ogenblik zijn er weer uitdagingen. Zo schreef net een Duitse lezeres : "Kom toch ook eens op ons onderdeel 'Prophetic' kijken . Daar heb je zeker wel een mening over".
Gelukkig mag je toch een man wel noemen, die op deze leeftijd telkens weer voor nieuwe challenges wordt geplaatst.
Ik kan iedereen een leven met Jezus en met de bijbel aanraden. Sedert 1959 heb ik de bijbel nu TIENMAAL helemaal doorgelezen, zonder ooit éen bladzijde over te slaan. Met gerustheid zie ik door Gods genade zijn oordeel over mijn leven tegemoet. Ik weet, dat Jezus God en mens is en mijn verlosser.
Ik heb een serieus iets. Mijn werkbegeleidster gaf mij gisteren een paar tips aan mij hoe ik kan groeien in mijn leerproces. Natuurlijk, je bent leerling en je gaat wel eens onderuit (gelukkig, want je bent leerling, je MAG nog eens onderuit gaan hoewel dat niet altijd leuk is) Dat is met het geloofsleven ook zo, ik heb echt geen flauw idee welke predikanten waar staan, welke er aan de behoudende kant staan (sommige weet ik wel, veel ook weer niet), verder heb ik geen flauw idee waar sommige predikanten staan (sommige weet ik wel, veel ook weer niet). Is dat iets waarin je moet groeien ? Hetzelfde met het geloof. De ene keer staat het bij mij hartstikke vast, de andere keer wankel, omdat er een predikant over vuur en verderf predikt. Neem mij niet kwalijk, naar zulke preken luister ik niet vaak, of ik sla dan een dienst over. Ik weet het, het is slecht het mag niet, maar toch
Hoe ervaren jullie het groeien in het geloofsleven ? Is er altijd een moment waarin het staat en het nooit meer wankelt? Of ervaren (de ouderen onder ons) dat het gewoon puur een groeiproces is waarin je gewoon valt en weer opstaat.
Dag L,
Je vraagt, hoe het nu zit met het groeien in geloof en of er een moment is, waarbij het geloof 'helemaal vast wordt in je hart'. Je vraagt dat speciaal aan de wat ouderen. Nu ik ben 87 en heb best wel wat ervaring, waaruit ik graag zal putten om jou van dienst te zijn.
Déze tekst kwam als eerste in mijn gedachten, (Spreuken 24 v 16): "Een rechtvaardige komt zevenmaal ten val, maar telkens staat hij op. Een goddeloze struikelt door zijn slechte daden en komt voorgoed ten val".
Een parafraze zou kunnen zijn:
Een rechtvaardige, ( een 'jazegger tegen de Heer') komt vele malen in zijn leven ten val door zijn slechte daden. Maar telkens staat hij op. Een goddeloze, ( een 'neezegger tegen de Heer') struíkelt door zijn slechte daden en komt voorgoed ten val.
Laten wij het samen nu maar bij die eerste claus houden. Want ik heb al wel gemerkt, dat de tweede claus , over 'voorgoed vallen' en zo, even niet zo goed bij je valt.
Goed dan: ik was acht, toen ik een eerste bewuste aanraking van de Heer in mijn hart kreeg. Ik weet dat moment nog precies, maar laat dat nu maar. Het zou te veel tijd kosten
In de 79 jaar nadien ben ik vele malen gevallen. Denk nu niet direct aan erge dingen, L. Zeven kinderen, een overdrukke werkkring, een vrouw, die veel ziek was.....de gewone dingen, die veroorzaken, dat kan gebeuren- naar het woord van Matth 13 v 7 en 22: " Weer een ander deel viel tussen de distels en toen die opschoten verstikten zij het zaaigoed" en: "Het zaad, dat tussen de distels is gezaaid, dat zijn zij, die het woord horen, maar bij wie de zorg om het dagelijks bestaan en de verleiding van de rijkdom het woord verstikken, zodat het zonder vrucht blijft".
Maar telkens stond ik weer op door Gods genade. Wat bijzonder veel hielp bij 'dat steeds meer opstaan'en 'veel minder vallen', was ook een ervaring in 1959, toen ik als 37-jarige 'de zon op middaghoogte had staan'. Toen kwam ik in kennis met een kring, die Markus 17 zo duidelijk voor mij verlevendigde: - 17: in mijn naam zullen de gelovigen demonen uitdrijven - 17: ze zullen spreken in onbekende talen, ( klanktaal). - .................... - 18 ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen.
Ik werd al spoedig wedergeboren door nauwkeurige lezing-met-het-hart- erbij- betrokken, ( 1 Petrus 1 v 23) en ondervond al kort daarna de vreugde van de doop in de Heilige Geest, waarvan je kunt lezen in Handelingen 8, 10 en 19.
Waren er daarna geen valpartijen meer. O zeker, maar 'minder erge' en steeds sporadischer. En het opstaan was altijd veel vreugdevoller.
Jij hebt ook je jongemensen-beproevingen: in je werk komen teleurstellingen voor, die nu eenmaal gepaard gaan met het 'inleren'. En je mist het fijne 'Fingerspitzengefühl' om alle dominees nu eens lekker op hun zwaarte te kunnen wegen en altijd direct te weten, uit welke hoek de wind waait. En de geestelijke verzoekingen en beproevingen zijn er ook: "Lui....daar is er weer zo een, die alleen 'hel en verdoemenis' preekt. Wegwezen".
Maar: God trekt door zijn heerlijkheid en macht aan jouw persoonlijkheid, ( 2 Petrus 1 v 3). Als 'jazegger tegen Hem' heb je de vurige wens, dat het allemaal wat vaster wordt bij jou.
Ik hoop dat je moed put uit dit getuigenis. en: "De Heer is jou tot hulp en sterkte, Hij is je lied, je psalmgezang".
....en eenmaal zul je blij kunnen zingen: "Hij was het die mijn heil bewerkte 'dies' loof ik hem mijn leven lang"
....en wij, je broers en zussen vallen blij in: "Men hoort der vromen tent weergalmen Van hulp en heil ons aangebracht. Daar zingt men blij met dankb're psalmen: GODS RECHTERHAND DOET GROTE KRACHT".
Alle waarheid gaat door drie fasen Eerst wordt het belachelijk gemaakt Dan wordt het gewelddadig bestreden En tenslotte wordt het geaccepteerd als zijnde zelfbewijzend
Dag L.
Eerst even twee voorbeelden.
Het eerste: In de voor- vorige eeuw was er enorm veel kraamvrouwenkoorts. Toen was er opeens in Oostenrijk een medisch hoogleraar , Ignaz Philip Semmelweis, die beweerde, dat er al veel gewonnen zou zijn, wanneer de behandelende doktoren, die in zijn tijd van de sectiekamer direct naar de kraamkamers gingen , hun handen zouden wassen, wanneer zij van die sectiekamer kwamen. Hij had ontdekt, dat er tussen besmetting met lijkengif en kraamvrouwenkoorts overeenkomsten waren.
Wat die man vanaf zijn ontdekking in 1847 heeft moeten áanhoren ! Hij werd onmogelijk gemaakt. Zelfs zijn hoogleraarbaan in Weenen raakte hij kwijt. Maar gaandeweg werd toch eens het een en ander geprobeerd. En de kraamvrouwenkoorts daade in luttele jaren van 12,24 tot 1, 27 procent.En toen bleek, dat het inderdaad goed was om de handen te wassen, werd dat standaard. Maar in de eerste jaren na deze ontdekking was Semmmelweis nog 'de gebeten hond'. Pas langzaam trok dat bij. En nu is allerwegen erkend, dat hij ontelbare vrouwenlevens heeft gered.
Het tweede: Galileï verkondigde eeuwen geleden, dat de aarde om de zon draaide,(zo ongeveer rond 1530). Hij kreeg ruzie met de kerk en moest zijn bewering terugnemen. Hij deed het omdat zijn leven anders gevaar liep. De bewering , dat hij, de rechtzaal verlatende, geroepen zou hebben: "En toch draait zij", is nooit bevestigd. Voor zover bekend, heeft hij zijn mond verder gehouden en de theorie van Copernicus niet verder verdedigd. Maar nu weten we zelfs nog meer dan toen. Niet de zon, waarom dus de aarde draait, is het middelpunt van het heelal, maar het is allemaal veel grootser.
Wat zit er nu achter, bij deze en duizenden andere jarenlang tegenhouden nieuwe inzichten.
Mag ik nu eens iets nieuws zeggen; iets, dat bij mijn weten, nog niet eerder is geponeerd, waar dan ook:
In de geestelijke wereld hebben God en mens een sterke, gevaarlijke, schoon ten ondergang gedoemde vijand: de duivel. Die duivel haat niet alleen de mensen, die in God geloven, maar hij haat alle mensen, omdat zij in ieder geval'de maarschalkstaf in hun ransel hebben', de maarschalkstaf, die hij zo graag had willen hebben,( Jesaja 14 v 14), het gelijk zijn aan Jezus, ( Rom 8 v 29 )en uiteindelijk zelfs 'de bruid van God zijn', ) (Openbaring 21 v 9).
En deze algemene haat tegen de gehele mensheid uit zich in het 'trachten te manipuleren van al degenen, die invloed hebben om voortgang van het menselijk denken tegen te houden.
Niet alleen de waarheid in Christelijke zin tracht hij , ( de duivel) te stuiten, maar elke waarheid, die de mens in algemene zin verder brengt.
Maar Christenen weten, dat eens zijn macht tijdelijk wordt teniet gedaan , ( Openb 20 v 2) en later voorgoed, (v 10).
heej iedereen, k zag laatst op tv iets over vrijmetselaar (sekte?) kan iemand mij duidelijk uitleggen wat dat nou eigenlijk precies is, want de mensen die ik ernaar vroeg gaven een beetje vage antwoorden ............... Vrijmetselarij is een internationale beweging van humanistisch karakter. De beweging in zijn huidge vorm stamt uit de tijd van de dusgenaamde 'verlichting'.
In het verleden waren er al in Engeland vakverenigingen geweest van metselaars en timmerlieden, waarbij zich al geruime tijd mensen aansloten, die geen metselaar of timmerman van beroep waren, maar die van nature een beschouwend karakter hadden. Men noemde die extra-leden: vrije metselaars. In 1717 werd in Londen de eerst 'grootloge' geopend. Loge is een archaïsme, een woord, dat vroeger werd gebruikt om sommige vakverenigen van mensen met een zelfde ambachtelijke bekwaamheid aan te duiden.
In de loop van de achttiende eeuw verbreidde de vrijmetselarij zich over de hele beschaafde wereld. Nu - in deze eeuw- zullen overal op de wereld wel 'loges' zijn.
De Vrijmetselarij is moeilijk te omschrijven. Ze heeft geen bepaalde 'geloofsleer'. Zij heeft ook niet een in vaste stellingen neergelegde wereld beschouwing. Zij noemt zichzelf ook wel een vereniging tot beoefening van de 'levenskunst'.
De vrijmetselarij neemt in haar rijen op: vrije mannen zonder onderscheid van godsdienst, professie, partij, stand , ras of nationaliteit.
Dit klinkt nu allemaal wel redelijk acceptabel. Christenen echter, die het primaat van Christus als enige weg tot God, enige waarheid en enige levensbron in hun hart meedragen, zullen op de een of andere wijze een keus gaan maken.
Mij is een geval bekend van een persoon, die volkomen voldeed aan de eisen, door de Vrijmetselaars gesteld, die er veelal -in de practijk- op neerkomen, dat mensen, mannen en vrouwen( tegenwoordig) lid kunnen worden, die degelijk zijn, zonder strafblad, met een redelijke positie in de maatschappij, solide, 'de nette mensen' eigenlijk....dat die persoon toch , toen hij Onze Heer Jezus Christus werkelijk leerde kennen, verstikt raakte door de sfeer van deze humanistische richting: deze, dat de goede dingen, die bereikt kunnen worden; ontwikkeling, zoektocht naar de waarheid, hoger geestelijk en zedelijk peil, enz enz...allemaal gegrond zijn in de overtuiging, dat al die heerlijke zaken bereikt kunnen worden, zuiver uit de kracht van de menselijke persoonlijkheid, zonder dat God en Jezus Christus daarbij nodig zijn.
Op de duur bleken zijn honger naar het koninkrijk van God en de humanistische beginselen niet verenigbaar en ervaarde hij zijn uittreding als een bevrijding. En het betrof hier niet 'zomaar iemand'; hij was al behoorlijk ver gestegen op de ladder van 'leerling, gezel, meester, grootofficier, grootmeester'. De steeds meer ingrijpende eden bij elke overgang kon hij op het laatst niet meer met zijn consciëntie verenigen.
Samenvattend: de vrijmetselarij is éen van die 'afleidende geestesrichtingen', die de mensheid uiteindelijk op een uitzichtloze weg leiden, omdat wij onszelf nu eenmaal niet 'aan onze haren uit het moeras kunnen trekken', aangezien wij met ons hele wezen nu eenmaal ín dat moeras van deze door de duivel gedomineerde wereld zítten. Daarvoor is een vaste grond búiten het moeras nodig. Onze Heer Jezus Christus is de enige, die búiten dat moeras staat. Hij is als enige in staat om ons werkelijk voor tijd en eeuwigheid te redden.
Ik heb doelbewust niet besproken: de bezwaren, die er zijn tegen allerlei symbolen van de Vrijmetselarij, de driehoek, de troffel enz, die door sommigen occult worden gevonden. Ook spreek ik geen oordeel uit over geheime rituelen en eden. In mijn beleving zit er in al die geheimzinnigheden ook wel een element van veredeld 'indiaantje spelen'. Zelfs 'wíj' van het Volle Evangelie kunnen in onze verworvenheden en het jargon daaromheen wel eens wat 'apartigs' leggen, wat eigenlijk niet zou moeten. Mijn eigenlijke bezwaren heb ik hierboven uiteengezet.
Je geestelijke liefde tot Maria en je verering kan ik goed begrijpen. Ik zie daarachter een diepe verering voor onze Heer Jezus Christus.
Maar om Maria nu medeverlosseres te noemen, dat gaat mij te ver....veel te ver.
Zeker, ze was een opmerkelijk iemand. Ze dichtte bijvoorbeeld 'de lofzang van Maria', (Lucas vanaf 1 v 46): "Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder: hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. ALLE GESLACHTEN ZULLEN MIJ VOORTAAN GELUKKIG PRIJZEN, ja ...grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan Barmhartig is hij ; van geslacht tot geslacht, voor al wie hem vereert Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, maar rijken stuurt hij weg met lege handen. Hij trekt zich het lot aan van Israel, zijn dienaar, zoals hij aan onze vorouders heeft beloofd. hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid".
Wat een schitterende woordkeus. En weet je , wat zo opmerkelijk is: er komen zoveel elementen in deze lofzang voor, die doen denken aan de lofzang van Hanna, waarvan 1 Samuel 2 v 1- 10 spreekt. Dit alles wijst wel op een goede schriftkennis en een gedegen opvoeding door haar ouders, zeer opmerkelijk in een tijd, toen er rabbinale uitspraken opgeld deden als: "Men moet vrouwen niet wijzer maken, door ze 'de wet' in handen te geven".
Na zó Maria in de hoogte gestoken te hebben, wil ik toch even een minpuntje noemen, niet om jou te bedroeven X, maar ik acht het belangrijk om het toch even te vermelden: Marcus 3 v 21 en 22 vertellen: "Toen Jezus' verwanten hiervan hoorden, gingen ze op weg om hem, desnoods onder dwang, mee te nemen, want volgens hen had hij ziijn verstand verloren".
En dat 'hiervan' wijst op éen van die massa-bijeenkomsten, die alom opschudding verwekten.
En Matth 12 v 46 zegt over deze zelfde episode: "Terwijl hij nog met de mensen in gesprek was, dienden zich buiten zijn moeder en zijn broers aan. Ze vroegen hem dringend te spreken".
Uit dit gebeurtenisje blijkt, dat op zeker ogenblik de moeder en (half) broers van Jezus het toch echt even niet met hem zagen zitten. Ze moeten gedacht hebben, dat hij op zijn minst 'zwaar overspannen' was.door alle gedoe om hem heen, met Farizeeën,. die hem uitscholden voor 'duivelsknecht' enz enz
Nu ja, ik wil dit even noemen, maar de hoofdzaak is toch wel, dat jij zegt, dat Maria bij weigering alle mogelijkheid had weggenomen om de Zaligmaker te doen komen.
Dat deed ze niet en daarom zullen alle geslachten haar gelukkig prijzen. Maar de verlossing is er toch enkel en alleen door onze Heer Jezus Christus. God geeft geen enkele aanwijzing van het tegendeel, Jezus zélf zegt heel exclusief: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door mij: ( Niet dus door Maria en dan door Jesus. De canon .... ik erken de apocrieve geschriften niet , die er in steeds aanzwellende menigte zijn ....spreekt er niet over en ....Maria rept er niet over in haar lofzang.
Ik denk , dat wij Maria het beste de haar toekomene eer geven, door de woorden van haar lofzang voor onze rekening te nemen en te belijden:
God... zullen wij prijzen en loven, want: - hij heeft oog gehad voor ons, in ellende maar voorthollend - hij doet grote en machtige dingen - hij is heilig ook in zijn naam - hij is barmhartig voor zijn vereerders - hij is niet alleen vol kracht en macht, maar hij toont die macht en die kracht ook - hij stoot machtigen van de troon en verhoogt nederigen - hij doet nu alles, wat hij van oudsher al had beloofd.
Wat denk jij dat het doel van je leven is? Vind je het nuttig om te leven? God houdt van leven en niet van dood, waarom zou dat zo zijn? Waarom is leven waardevol?
Hallo M,
Je stelt daar vier vragen. Ik rangschik ze nog even: 1 wat is het doel van het leven 2 Acht je het leven nuttig 3 Waarom houdt God van het leven en niet van de dood. 4 wat voor waarde heeft eigenlijk het leven.
De eerste vraag is eigelijk wel de belangrijkste. Mag ik beginnen met het een en ander uit Jewsaja 43 4: Jij.... - spreekt God- bent kostbaar in mijn ogen. jij...bent zo waardevol jij.... ik HOUD zoveel van je 5: jij....wees maar niet bang; ik ben bij je 6: jij....ik haal je terug; uit het oosten...uit het westen...uit het Noorden ...uit het zuiden, als je verdwaald mocht zijn 7: jij....ik wil jou...ik wil ál mijn zonen en dochters terug van hoe ver ook jij....: ik wil jou en al die anderen terug ! mijn náam is over jullie uitgeroepen jij....ik heb jou en al die anderen omwille van mijn majesteit geschapen, gemaakt en gevormd.
Wat wordt hier niet allemaal gezegd: - God vindt ons kostbaar en waardevol - God kan het eenvoudig niet hebben, wanneer we bang zijn - God wil je terug, wanneer je kwijt bent, hoever je ook weg zit verscholen - God heeft je zelf geschapen en zijn naam over je uitgeroepen - God schiep je omwille van zijn majesteit, zijn eer, staat er elders. - God kende je al vóor je geboorte, (Jeremia 1 v 5).
Zeg M, wordt jouw hart ook zo warm, wanneer je dat leest. Wat een liefdevolle Vader heb jij. Wat groei jij er eigenlijk van in eigenwaarde, in positief zelfbeeld, wanneer je weet, dat er iemand is, die jou kostbaar en waardevol acht, die eigenlijk 'gek op jou is', iemand, die ooit, toen jij in de eeuwigheid door hem was uitgedacht, blij uitriep: "O wat iets teders heb ik nu toch geschapen met hem, die later wel eens 'M.' zal worden genoemd. Zo helemaal iemand, die mijn liefde ooit volmaakt zal terugkaatsen, zoals mijn majesteit en eer dat 'terugkaatsen' als eindheerlijkheid vereisen".
M. ....God schiep alle mensen, legde hun blauwdruk gereed, ooit in de eeuwigheid. Daarbij hoorde ook, dat hij ze begiftigde met een vrije wil, want robotten weerkaatsen zijn liefde niet écht.
Dat vele wezens - mensen en engelen- die vrije wil gebruiken om "Nee"tegen God te zeggen, blijve hier voor het moment buiten beschouwing. Zij vervullen Gods raad in negatieve zin, (Hand 13 v 36). Maar jij, M., die "Ja "gezegd hebt tegen God, door zijn genade, dient zijn raad in pósitieve zin.
En nu is dit het doel van jouw leven: - kostbaar zijn, zoals God jou gaarne ziet:... door Jezus Christus, Gods Zoon, met je HART te aanvaarden als je redder en verlosser - waardevol zijn, zoals God je gaarne ziet, door de Heilige Geest als raadsman in jouw leven te aanvaarden, vervuld te worden met die Geest, door Jezus als kostbaar geschenk aan jou gegeven - onbevreesd in het leven staan, zeker hiervan , dat God je door alles heen beschermt - Nooit denken: "O....ik ben zo ver wegerold...God kan me nooit vinden, tenzij hij net zo goed zou zoeken als die vrouw, die haar verloren bruidsmunt beslist terugwilde"; ....die vrouw stelt immers hém voor (Lucas 15 v 9)
Maak dit tot het doel van je leven ...: je spiegel laten slijpen en slijpen, tot hij loupezuiver eens de liefde van je Vadere terugstraalt.
2 Je leven is dus nuttig, omdat je leert, die liefde van God terug te geven en je hem zó leert liefhebben, dat je ook liefde terug wílt geven
3 God houdt van het leven. Hij is zelf de bron van het leven en alleen levenden door het geloof in zijn Zoon, kunnen hem dienen en Jesaja 43 v 4 en volgende tot realiteit maken.
Je tweede vraag: "Waar blijven wij tussen sterven en opstanding".
Ik kom weer even terug op 'de rijke man en de arme Lazarus'.Over hun eeuwige toestand staat dít opgetekend; Lucas 16 v 22 en volgende: "Op zekere dag stierf de bedelaar , en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven, (wat van Lazarus niet wordt gezegd). Toen de rijke in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Lazarus met Abraham aan zijn zijde. Hij riep: 'Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dompelen om mijn tong te verkoelen, want...IK LIJD PIJN IN DEZE VLAMMEN".
Het gaat niet aan om nu maar te zeggen: "Ach... Jezus sloot zich aan bij algemeen geldende voorstellingen". Onze Heer sprak altijd in de kern ware woorden.
Lazarus in Abrahams schoot: voór die verlossende woorden van Jezus: "Het is volbracht", was alles in hemel en aarde in afwachting. Er kon toen nog geen andere plaats zijn dan het dodenrijk. Maar de rijke man zag Abraham en Lazarus wel van 'in de verte'. En al was hij dan 'in voorlopige hechtenis' en wordt het vonnis over de rijke man volgens Matth 25 pas geveld aan het eind van alle tijden, zijn kant van het dodenrijk was een plaats, die wij niemand toewensen.
En Lazarus, die in de wil van de Heer was geweest, niet, omdat hij arm was, maar om andere redenen, ons niet bekendgemaakt, bevond zich ook 'in voorlopige bewaring', in afwachting van het zoëven genoemde oordeel, maar op een zeer goede plaats, gescheiden door een brede kloof van de 'in beginsel veroordeelden'. En daar is Lazarus nu nóg.
Over een enkele uitzondering op deze regels spreekt ons Matth 27 v 52: "De graven werden geopend en de lichamen van vele gestorven heiligen werden tot leven gewekt; na Jezus' opstanding kwamen ze uit hun graven, gingen de heilige stad binnen en maakten zich bekend aan een groot aantal mensen". Je kunt deze tekst bezien in het licht van Efeze 4 v 8: "Toen (Christus) opsteeg naar omhoog, voerde hij gevangenen mee".
Het laat zich voorstellen , dat in het Oude Verbond er al mensen waren, die zó dicht bij God waren genaderd, dat God weliswaar geen uitzonderingspositie voor hen 'kon' creëeren als voor Henoch en Elia, maar die toch eigenlijk 'te ver gevorderd' waren om -zoals Lazarus-blijvend in het dodenrijk te zijn, in afwachting van het vrijsprekend vonnis van Matth.25. Zulke mensen waren eigenlijk wederrechtelijk gevangenen van 'de dood' en wachtten op de grote overwinning van Jezus om meegevoerd te worden naar de hemelse zaligheid, die hoger is dan zelfs de lichte kant van het dodenrijk.
En toen Jezus de bevrijdende woorden :"Het is volbracht" sprak, naderde ook de tijd van hun bevrijding uit gevangenschap. En Jezus nam ze mee naar de hogere zaligheid van het 'bij de Here zijn', een zaligheid, waarin Paulus ooit een 'inkijkje' mocht nemen, ( 2 Corinthe 12 v 4) en waar hij... "...de woorden... de onuitsprékelijke woorden hoorde, die (nú nog) door geen mens mogen worden uitgesproken".
Het is dus zo: - was je welbewust een blijvende 'neezegger', dan sla je in het dodenrijk je ogen op , je voorlopige verblijfplaats, tot je wordt opgewekt (Daniël 12 v 2)tot eeuwige verachting en verafschuwing. Maaqr pijn is er nú al. - was je een blijvende 'jazegger' , dan sla je je ogen op in heerlijke rust, aan de lichtzijde van het dodenrijk. - maar....doe je net als Paulus: jaag je naar de volle gaven en vrucht van Gods Geest en houd je de hand van de Heer Jezus onwankelbaar vast, dan wacht je een nog hogere heerlijkheid dan de lichtzijde van het dodenrijk; het paradijs, (2 Corinthje 12 v 4).
Jiska, alle wegen liggen open. Laat ons beiden aan God vragen om kracht om de hoogste weg te lopen.
Want het pad van de rechtvaardige is als het glanzende morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot de volle dag.
In deze wereld is al het geweld dat we dagelijks meemaken het gevolg van de geestelijke armoede bij de aardse bevolking.
Dit komt voort uit: 1. de ongebreidelde conditionering door de machthebbers van de mensen om de behoefte aan arbeidskrachten te dekken. 2. de beperkingen die met name de religies in hun regels opleggen aan het "vrij denken" en doen.
Met deze gevolgen hebben we te maken, of we willen of niet....OF zijn we toch in staat om hieraan iets te veranderen in positieve zin?
K.... !!!
Je zoekt in de verkeerde richting, naar ik denk.
Allereerst; ter inleiding: Ik kom niet op gezette tijden hier om een bepaalde mening erin te rammen. Nee, het is veel meer besxheiden- vriendelijk om in het kader van dit hele bloemstuk, dat we elkaar aanbieden, ook míjn gedachten te presenteren.
En dan:
Er ís een geestelijke armooede bij de wereldbevolking. Hoewel ieder verantwoordelijk is voor zijn eigen deel aan die 'geestelijke armoede' is er toch een grote raddraaier een 'grote vergéler', ( om met een vroegere wasmiddelreclame te spreken).
God geeft kracht tot het natuurlijke leven. Volgens Handelingen 17 v 20 : "...schenkt hij aan IEDEREEN leven en adem en al het andere .." En adem moet hij van ogenblik tot ogenblik geven, zodat ieder mens, bewust of onbewust de instandhouding van zijn lichaam aan God dankt van moment tot moment.
God wilde zo ook voor de innerlijke mens, zijn ziel en zijn geest zorgen. Maar een afgevallen engel, ( Ez 2 trad hem daarbij in de weg en beschadigde in hoge mate de verbindingslijn van God naar de 'geestelijke kant' van de mens.Hij injecteerde zijn gif inplaats van de heilbrengende stroom.
En het doorwerken van dat gif heeft gezorgd voor de geestelijke armoede van de mens en is de oorzaak van alle misstanden, al werd de mens door die geestelijke ondervoeding vatbaar voor het gif van die afgevallen engel, satan, en blijft de mens zelf verantwoordelijk.
God gaf een oplossing. Zelf kwam hij naar de aarde onder de naam Jezus Christus en nam alle zonden van alle mensen van alle tijden op zich, ook de zonden van de kleinkinderen van onze kleinkinderen, die nog gedaan moeten worden en ook de zonden, die wij- op dit ogenblik levenden- nog gaan doen.
Jezus gaf ons zijn Heilige Geest en daarmede de mogelijkheid om te gaan leven naar de positie van 'recht staan tegenover God', die ons door Gods genade zomaar in de schoot werd geworpen.
Wanneer we echter zeggen: "Niets mee te maken. Allemaal fabeltjes. Er is geen God en er is geen duivel enz" dan hebben we nergens deel aan die goede dingen.
Ds oplossing is dus: aanvaard Jezus als je redder en verlosser en leef naar die rijkdom. Dan ben je een zoutend zout en een licht voor de wereld en begint het goed te komen met alle misstanden.
Velen van jullie zullen zeggen: "Dit liedje horen we nu al zo lang. De kerken en zo hebben het eerder slechter dan beter gemaakt. Nou ja; hij 'moest dit dan zeker een keer gezegd hebben'. Nou, hij héeft het gezegd. Gauw vergeten. Hij ging ook telkens veel te kort door de bocht, legde niet uit, waar die engel vandaan kwam en zo".
Maar ik zeg: "Ik wou het niet te lang maken. Uitleg komt desgevraagd later wel.Take it or leave it", Ik zeg dit echter niet emotieloos, maar met een bewogen hart, dat jullie het zullen 'taken'en niet 'leaven '.
Ieder van jullie kent deze beroemde woorden van Jezus tot de misdadiger , de mede-gekruisigde: (Lukas 23 v 43) "Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn".
Stel je de situatie eens voor.Het is 'op de noen'.(44). De middagzon brandt op het felst. Jezus is er vreselijk aan toe. Terwijl de mede-gekrusigden alleen maar onder de meest verschrikkelijke pijnen door het kruisigen hangen te sterven, is ook nog eens Jezus'rug opengereten door de geseling. En naast de onnoemelijke geestespijn is er voor de ziel de 'zweepslag' van de hoon, de spot, het alleen zijn - zo vreselijk mislukt- zonder éen volgeling.
De twee misdadigers hebben hem ALLEBEI tot nu toe gehoond, (Matth 27 v 44). Maar de ene is nu stilgevallen, terwijl de andere maar doorgaat, Jezus te schofferen.
En nú belijdt de 'stilgevallene' ootmoedig zijn zonden, (41) en erkent Jezus als de 'Vergever'.
En dat juist nú...op het moment, dat de drie zwaarste lijdensuren aanbreken, gedurende welke er die bittere doodskreet zal zijn uit de dikke duisternis: (Markus 15 v 34) "Mijn God....mijn Gód....waarom hebt u mij verlaten...!?".
Zeker...daarna komt die zegevierende uitroep: "Het is volbracht". (Joh 19 v 30) en dat dodelijk vermoeide gebed, eigenlijk het gebed dat Joodse kindertjes van toen opzeiden voor het slapengaan: "Vader...in uw handen leg ik mijn geest", luidkeels uitgesproken , omdat op de kreet: "Mij dorst", (Joh 19 v 28), de verdroogde lippen nog voor deze bede gereed gemaakt waren.
Hij, die door iedereen verlaten, nog voor zijn beulen bad:( Lukas 23 v 34) en voor zijn moeder bescherming regelde, (Joh, 19 v 26)...hij ging nu zijn diepste lijden in. Nog was de onvoorstelbare puinhoop van alle zonden van alle mensen van alle tijden, ( ook de zonden van de kleinkinderen van onze kleinkinderen) niet weggebrand in de heilige 'vuilverbrandingsoven' van zijn innerlijk. De harde kern bood nog weerstand.
En net vóor die laatste bittere drie uren ingingen, was daar die stem. ...die stem, die hem erkende als een koning, die stem die riep temidden van het tumult van de hoon en de spot en de gemeenheid: " Jezus....denk aan mij, wanneer u in uw koninkrijk komt".
( Nu even een onderbreking: bij de slag in Normandië konden de Amerikanen in hun frontsector op de zesde juni maar niet doorbreken. Toen bracht een dappere soldaat de beslissende springlading aan en kónden ze door. Maar die soldaat werd wel ter plekke bevorderd tot luitenant).
Zo kreeg de Heer Jezus nu op het meest cruciale tijdstip hulp en bemoedging. En dít woord was zo helemaal te rechter tijd gesproken ( Spr 15 v 23). En daar paste een beloning bij, zoals een koning die geeft.
Volgens Lucas 16 gaan verreweg de meeste doden naar het dodenrijk: - Aan de goede zijde van 'de kloof zonder brug': in afwachting van de definitieve heerlijkheid ,geschetst in Matth 25. - aan de slechte zijde van 'de kloof zonder brug' in voorlopige hechtenis, die onherroepelijk zal overgaan in definitieve veroordeling.
Het paradijs- de hemel- was mogelijk ten tijde van het bovenverhaalde nog tamelijk leeg.Mogelijk waren daar al Mozes, Elia en Henoch. Maar in het dodenrijk aan de goede kant vertoefden nog tallozen, die eigenlijk al waardig waren om naar de hemel, de eindfase van de heerlijkheid te gaan. En Efeze 4 v 8 toont nu, dat Jezus , direct na zijn slotwoorden ten hemel is gestegen en velen uit het dodenrijk, ( goede kant) heeft meegenomen,. Op deze gebeurtenis doelt ook Matth 27 v 52.
En de geredde misdadiger ? Nog even die helse pijn, toen de soldaten zijn beenderen braken met een voorhamer, (Joh 19 v 32): "De sabbat komt er aan en de mensen in deze streek willen nu eenmaal een 'schone' sabbat hebben. Dus: de benen kapot maken, zodat zij zich niet meer kunnen optrekken om wat lucht te krijgen".
Dan even dat stikken, .... (De Heer Jezus was al dood voor de beenderen werden verbrijzeld, daarom was voor hem die behandeling niet nodig: (33) ....en dan...:
Soms vraag je je af waarom in protestantse, specifiek zwaar reformatorische kringen de apocriefe boeken in de vergetelheid zijn geraakt. Ze kunnen namelijk heel wat reformatorisch gedrag legitimeren.
Bijvoorbeeld in Tobit 6,9 lezen we vóór roken:
"indien yemandt gequelt wordt van eenen duyvel ofte boosen geest, moet ghy roocken voor dien man ofte vrouwe, ende hy en sal niet meer gequelt worden. "
En in 2 Makk. 4,13-15 tegen sport en voetbal:
"13 Ende also was daer [onder de Ioden] een groote lust tot de Griecksche zeden, ende een groote voortganck der vremde wijsen van doen, om de over-groote onreynicheyt des godtloosen Iasons, die geen [rechte] Hooge-priester en was. 14 Soo dat de Priesters niet meer volveerdigh en waren om den dienst te doen by den altaer, maer den Tempel verachtende, ende de offeranden nalatende, beneerstichden haer, om deelachtigh te zijn der onwettelicke oefeningen, die in de worstel-plaetse geschiedden, na dat sy andere beroepen hadden, om met den bol te spelen: 15 Ende de eerlicke wijsen der vaderen als niets achtende, hielden sy dat d Griecksche eere de beste was."
Zijn er nog meer plaatsen waaruit leefregels gedestilleerd zouden kunnen worden? :)
Maar Cicero nou toch:
Dat eerste voorbeeld is toch al helemaal schokkend. Misschien maakte je alleen maar een grapje. Maar ik meen toch echt te lezen, dat je zegt: "We moeten iets gaan doen met de apocrieven"
En ik zeg: "Nee....absoluut niet"
Want wat is dat nu toch voor een advies: Bij een bezeten mens een sigaar opsteken.
De bijbel leert ons toch duidelijk, dat we in de naam van Jezus boze geesten zullen uitdrijven, (Markus 17 v 17).
En dat tweede voorbeeld....de priesters uit Jesaja's dagen, waarvan hier zo hoog wordt opgegeven, dat waren pas wereldgelijkvormige lieden. Lees er hoofdstuk 28 nog maar eens op na. Dat was wel wat anders dan 'zo nu en dan eens een balletje trappen'.
En het lijkt net of je de Apocrieven wilt gebruiken om weer eens een argument te hebben tegen het voetballen en andere sporten, die in wedstrijdverband meestal op zondag beoefend worden. Maar dat is toch een vleselijk redeneren, dat uiterlijkheden raakt, terwijl het om de gesteldheid van het diepste innerlijk gaat.
Nee hoor....wat ik er nu weer van lees en wat ik er al eerder van gelezen heb, maakt mij maar wat blij, dat deze vele geschriften buiten de canon zijn gehouden.
De vraag wordt hier gesteld, of de vastlegging van ons hele leven in allerlei regelingen en instructies niet gaat leiden tot een administratieve macht, die ooit wel eens tegen ons kan worden gebruikt om ons een bepaale richting in te dirigeren.
Ik denk hier aan de Duitse bezetting van 1940-1945, toen onze voortreffelijke administratie- toen al- tegen ons werd gebruikt.
Maar tegelijk denk ik ook weer: " A|s de hemel valt, hebben we allemaal een blauwe hoed". Ik weet niet of deze zegswijze nog gangbaar is.
Het moderne leven met al zijn ingewikkeldheden maakt steeds verfijndere formulieren en zo nodig. En soms worden noden ontdekt, waarvan men eerder niet zo wist en dan 'moet daar weer wat aan worden gedaan'. Een voorbeeld : ik ben al achttien jaar mantelzorger'voor mijn vrouw. Niemand had mij en mijn lotgenoten in de gaten. Totdat iemand deze honderdduizenden ´'vergetenen' ontdekte. En nu is er op ons een heel netwerk gebouwd met salarisgenietenden, die in auto´s rijden naar kantoren en allemaal iets willen doen om ons te verlichten. Dit is ook weer een voorbeeld van allerlei onbemerkt en automatisch verlopende ontwikkelingen.
Er is geen sprake van kwade trouw. We hebben ook een commissie ´privacy-bewaking´, waar je zulke rare voorvallen kunt melden als dat formulier, dat je in moet vullen, als je eens een keer de Duitse grens bent overgestoken, zoals hier ergens vermeld.
Er was eens een man...hij heette Lot...en hij woonde in een heel rare stad, Sodom. En die man had toch een moeilijkheden met zijn omgeving. 2 Petrus 2 v 9 vertelt, dat... `deze rechtvaardige dag in dag uit zijn rechtvaardige ziel kwelde over de misstanden daar`.
Nu kan je zeggen: - eigen schuld, dikke bult. Lot had er voor gekozen om daar te wonen. Wij niet. - Sodom was heel anders dan Nederland met al zijn voorschriften en regels. Dan heb ik maar liever ons eigen land.
Allemaal tot je dienst. Maar Lots gezucht leidde uiteindelijk tot niets. En het liep later heel vervelend met hem. En nu kom ik toch tot een punt van gelijkenis.
Lot was negatief en wij....als wij allemaal alleen maar over dat overgeorganiseerde Nederland klagen...zijn wij dan ook niet negatief bezig. Als een bepaalde regel ons benauwt, kunnen we dat toch wel ergens spuien bij een helper. Zo had ik laatst een eindeloos conflict met het C.A.K. En er was uiteindelijk een ombudsman, die mij te hulp schoot, waarna de zaak gauw geregeld was. Zo gauw ontstaat er een sfeer van beginnend wantrouwen tegen ' zij van de regering', die ons benarren. En nare sferen, daar hebben we niets aan.
Positief staan...it is a mad, mad world.....zo is het nu eenmaal en het zal nog wel moeilijker worden.
"Hoi, kben nieuw hier. Ik dacht ik begin maar meteen met iets waar ik nou wel veel over nadenk: als je 'je leven aan jezus geeft', ben je dan voor altijd gered? wat vinden jullie
Nee Niem, er zijn geen automatismen bij God. Je kunt altijd terug. Je bent iemand met een vrije wil. Wanneer je na verloop van tijd zegt; "Nee...bij nader inzien...ach, laat maar", ...niemand die je tegenhoudt. Het is echt ook wel: "Graag...of in 't geheel niet".
Er staat wel in de bijbel: (Johannes 10 v 27 en 2: "Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij. Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven".
Goed, niemand, ook de duivel niet, kan je uit de hand van Jezus wegroven: - als je naar zijn stem luistert - als je de Heer werkelijk wilt volgen. Maar je kunt wel zélf uit de hand van de Heer wéglopen of je hand- uit wezenlijke gedesinteresseerdheid- zo slap houden, dat die hand eigenlijk 'als vanzelf' uit de hand van de Heer wegglipt.
Verloren gaan kan heel eenvoudig. Zo hoorde ik laatst iemand zeggen: "Het is bij mij zo geleidelijk gegaan. Ik ging altijd mee naar de Rooms Katholieke kerk en was als jongetje echt wel 'betrokken', dacht ik toch wel. En op een zeker ogenblik merkte ik, dat ik als student alleen nog meeging als ik weer eens thuis was en gewoontegetrouw.... want ik wilde het mensje niet verontrusten ....nog eens met mijn moeder meeging. Maar later deed ik dat óok niet meer. En ik dacht er eigenlijk nooit meer over. En nu is het helemaal weg".
En het kan heel ver gaan, dat wandelen met de Heer Jezus mee.
Hebr 6 v 4 - 8 zegt daarover: "Want wie ooit:..... - door het licht beschenen is - geproefd heeft van de hemelse gave - deel gekregen heeft aan de heilige Geest - het weldadig woord van God - en de kracht van de komende wereld ervaren heeft ....en vervolgens afvallig is geworden, kan onmogerlijk een tweede maal worden bekeerd , omdat zo iemand voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigt en aan bespotting blootstelt. Land dat: - de overvloedige regen opneemt - en nuttige gewassen oplevert aan wie het bewerken, ontvangt Gods zegen, maar...land dat: - dorens en distels voortbrengt, is waardeloos en rijp voor vervloeking, het zal uiteindelijk in vlammen opgaan". (natuurlijk is het wel zo, dat bij 'geen mogelijkheden' voor ons de Heer zélf krachtdadig kan ingrijpen ).
Dat ís me toch wat. Er wordt hier gesproken over Christenen, die maar niet 'een plantje waren, waar geen groei in zat', zoals die man, die ik zoëven schetste, maar met hen was het anders gesteld. Zij : - waren tot bekering gekomen, hadden vergeving van zonden ontvangen - waren gedoopt met de Heilige Geest - waren bevrijd en verlost van de machten van her duister - hadden dus de 'hemelse gave' of 'het hemels geschenk' ontvangen - waren bevrijd en genezen en hadden kennis gemaakt met de krachten van de komende eeuw, die van het duizendjarig rijk Als zij volgehouden hadden,had zich voor hen een wijd perspectief kunnen openen: zelf volmaakt zijnde, de schepping met die geweldige, zegenende krachten bevrijden en verlossen.
Mogenlijk- het kan eigenlijk niet anders- hadden deze vergevorderden dikwijls met hun verworvenheden gewerkt tot heil van anderen. Ze wisten hoe het Koninkrijk van God in de mens functioneert, welke verwachtingen en hoop zij mochten hebben en vasthouden. En dan toch loslaten....wie kan hen dan nog het reddend evangelie verkondigen. Zij weten alles al. (zie ook Hebr.3 v 12).
Conclusie: het is niet zo, dat wanneer iemand eenmaal gered is, hij automatisch altijd behouden blijft. Er is volharding nodig om te bewaren wat men heeft en om te verkrijgen wat verder nog beloofd is. Er ís een afval der heiligen.
Maar Niem; wanneer je goed je voor ogen stelt, welke genadebeloningen de Heer Jezus heeft voor allen, die hem uit liefde volgen, dan zul je er voortdurend om bidden, dat onze Heiland je goed bij de les houdt. En zeker zul je het David na kunnen zeggen in alle bescheidenheid: "Doorgrond mij, God, en ken mijn hart, peil mij, weet wat mij kwelt, zie of ik een verkeerde weg ga, en leid mij over de weg die eeuwig is". (Psalm 139 v 23 en 24).
Over urim en tummim wordt gesproken in Exodus 28 v 30, Leviticus 8 v 6, Numeri 27 v 21, Deuteronomium 33 v 8, 1 Samuel 28 v 6, Ezra 2 v 63.
Uit een samenvoeging van deze teksten blijkt, dat het hier ging om twee voorwerpen - die in een buidel konden worden opgeborgen, - die een uitspraak konden doen in grote kwesties - die konden spreken tegen lieden, die niet , als Mozes, rechtstreeks met de Heer konden overleggen - die ook konden zwijgen, gelijk in het geval van Saul - die werden aangeduid met namen, die konden betekenen: licht, volmaaktheid, openbaring en waarheid. - waarvan de 'bediening' in handen was van de priesters. Maar wat die 'voorwerpen'nu eigenlijk waren, blijft 'een onbekende zaak'.
Echter: het Oude Testament is alleen te verklaren bij het licht van het Nieuwe testament. Alles, wat in het Oude Testament schaduw is, is in het Nieuwe Testament volop belicht. We weten, dat de Heer Jezus Christus, God en mens, verlosser, in ons midden is verschenen.En sindsdien is alles anders geworden.
Hij liet ons de Heilige Geest na. En mensen, die - berouw hebben gekregen over hun zonden, - zich bekeerd hebben, zich omgekeerd naar Jezus en God - wedergeboren zijn door het met liefde en toegenegenheid lezen van de bijbel, (1 Petrus 1 v 23) - en vervuld zijn met de Heilige Geest, ........ zulke mensen, hebben ,door de genade van God, de Urim en de Tummim van de nieuwe dag ontvangen, het licht, de volmaaktheid, de openbaring en de waarheid. De Heilige Geest in hun hart wil elke dag met hen zijn, rechtstreeks, net als bij Mozes. Zij zijn priesters van het Nieuwe Verbond.
Naar die heerlijkheid wezen de urim en de tummim al heen.
Ken geen occulte krachten toe aan 'urim en tummim'. Al dat oude is overigens voorbij, nu het nieuwe is gekomen.
Dien de Heer in het licht van het vele weten, dat nú gekomen is. Keer je niet van het licht af. Rond Saul, de voorganger van David, viel eens het vreselijke, Goddelijke zwijgen. Dat hoeft voor jullie niet, laat het ook nooit zover komen.
Bedankt voor je mooie getuigenis, die voor mij een bemoediging is!
Maar hoe kijk jij dan tegen die zaken aan: - omvallen, trillen - hard lachen - dierengeluiden.
En hoe kijk je aan tegen bijvoorbeeld de Toronto Blessing en de recente opwekking in Florida, waar dit soort zaken de boventoon lijkt te voeren.
Dag Tijn,
Al die dingen, die je daar noemt, keur ik af. Maar ik ging er in mijn eerste brief niet op in, omdat ik meende, dat het genoeg was , wanneer ik zei, dat ik 'het nooit had meegemaakt'.
Maar een verheffende geestelijke ervaring met God de Heilige Geest, verdraagt zich niet met vernederende handelingen en gedragingen in het natuurlijke vlak.
En wat Toronto en Lakeland betreft: dat zijn eendagsvliegen, die ik in mijn leven al vele heb meegemaakt. Zo gaat het veelal met allerlei uit- voornamelijk- de V.S. overgewaaide denkbeelden. Zij zijn zelden gebouwd op bijbelkennis-met-het hart en waaien al weer gauw over.
Maar elke dag worden er weer mensen tijdelijk of langdurig-tijdelijk door in de war gebracht.
Een goede, sterke gemeente.....daar kan je zoveel leren, zonder al die vermoeiende reizen naar Toronto, Lakeland of Nigeria.
Ik studeer op dit moment parapsychologie en heb daar veel plezier in. En dit forum zou mij best wel eens kunnen helpen met vragen waarvan ik denk: ja, hoe kan ik die nu het beste beantwoorden. Dit vind ik echt fijn.
Dag K,
Je 'vaste onderschrift 'boeide mij:
"proberen weer de lol van het leven te zien na het overlijden van mijn maatje".
Dat is toch warempel geen kleinigheid ! Dat is toch zeker een knaap van een vraag, die je je kunt stellen. En misschien wil je op die vraag wel allereerst een antwoord.
Maar nu eerst: die studie parapsychologie. Ik zal maar gelijk met de deur in huis vallen: ik ben een volgeling van 'Onze Heer Jezus Christus', een Christen dus.
En ik wilde je de grondslagen wijzen van iets heel anders dan die studie parapsychologie.
Ik heb een grondslag voor je van....vijf woorden.
De Christenen in het Romeinse Rijk hadden weer eens een vervolging te verduren. En om het vege lijf te redden, verscholen ze zich in de catacomben in Rome. En op de muren schreven ze daar om elkaar te berichten: "Hier is een broer of een zus in de Heer"
...éen teken...van een vis. En dan wisten ze al genoeg. Want: vis is: Ichtus.
En Ichtus stond bij hen voor: Iesus Christus Theos Uios Soter. Dat is: Jezus Christus God mens Verlosser.
Alle mensen van alle tijden voelen ergens een diep verlangen een heimwee naar 'een verloren paradijs'. Dat komt hierdoor: God blies eens aan Adam, de stamvader van ons allen, de levensadem in. Wat is er nu heerlijker zaak en hoger eer dan de adem van God ingeblazen te krijgen.
Toen kwam de zondeval, eigen zonde en verleiding van de duivel en dit schitterende contact werd hopeloos verbroken. Maar elk mens verlangt er onbewust naar terug, dat het contact wordt hersteld en iedereen is op zoek naar een helper, die het voor ons herbevestigt.
En als je dan het woord 'Verlosser' hoort, dan spits je je oren.
En als je dan de naam van die verlosser hoort, Jezus Christus, dan spits je je oren nog meer. En als er gezegd wordt: Mens en God, dan weet je, dat je aan die twee- eenheid nooit en nooit mag knoeien.
K.....dan heb je het fundament van zoiets heerlijks en vragenbeantwoordends...ook van die heel erg prangende vraag. En de lessen, die volgen, maken je werkelijk tot een mens, zoals God de mens in eerste aanleg bedoeld heeft.
Je vraagt over de worsteling van Jakob aan de Jabbok bij Pniël.
Stel je dat nu zó voor. Jakob keert na een veelbewogen verblijf van twintg jaar in Mesopotamië, het tegenwoordige Irak, terug in zijn 'vaderland', het aan Abraham toegezegde 'beloofde land'. De overtocht over de Jabbok is cruciaal. Daar begint het 'land van zijn vaderen'.
Daar is ook ergens Ezau zijn broer, die nog 'een appeltje met hem te schillen heeft' vanwege het smerige bedrog, dat Jakob jegens Ezau en vader Izaäk gepleegd heeft, zo'm twintig jaar geleden.
Vóor Jakob de woedende dreiging van een wraakzuchtige broer. Achter hem de herinnering aan al dat bedriegen en bedrogen worden. De inhaligheid van Laban met daartegenover de eigen sluwheid. Allemaal zo klein en zo knoeierig. Zo helemaal geen leven 'in grote stijl', vanuit geloofsoogpunt bekeken. Wel geworsteld met mensen en 'overwonnen', maar het geeft geen echte vreugd, (v 29)
En al die heel nare herinneringen en vooruitzichten brengen hem dan in een grote crisis. Hij lig al te bed, maar zijn benauwdheid jaagt hem midden in de nacht dat bed uit. En hij wekt vrouw en kinderen en dienaren: "Vooruit jullie, de Jabbok over". "Maar midden in de nacht...met al dat vee!".
Maar Jakob is onverbiddelijk. Als Ezau morgenochtend komt, terwijl hij bezig is met het oversteken van die woeste begrgstroom...o nee, dat niet. Die fase moet dan achter de rug zijn.
Alles komt over. Maar Jakob blijft achter, nog steeds aan de overzijde van de Jabbok. Zij gezin is al in 'het beloofde land', maar híj wil nog met zichzelf in het reine komen.
En dan is er opeens....de man!!! Iemand daagt op en daagt hem uit en grijpt hem beet. En het is net of al zijn angsten en spijt en wroeging en berouw over al dat nare, klunzige, vunzige, dat achter hem ligt, hem bespringen. In dat worstelen met die geheimzinnige tegenstander worstelt hij eigenlijk tegelijkertijd met zijn verleden. Telkens , wanneer die andere hem beetpakt, is er de radeloze gedachte: "Ik mag niet verliezen in deze strijd. Ik moet vasthouden. Als ik dit opgeef, dan kom ik nooit klaar met mijn verleden. O ....daar is hij weer met die stormloop. Het lijkt wel, of God me nu alles te binnen brengt, wat ik fout heb gedaan. O....en toch wil ik die man niet loslaten. Hij is mijn redding , voel ik. Door zó met hem te worstelen, heb ik hoop".
En zo worstelen die twee: totdat de komende dag begint aan te lichten. En...Jakob houdt die 'andere' vast. Die lijkt wel weg te willen. En dan opeens...blijkt wie die andere IS....Met éen geweldige ruk maakt hij Jakobs heup onklaar. Maar....dat had hij toch de hele nacht al kunnen doen. Hij had die bovenmenselijke, onweerstaanbare kracht tóen toch ook al? En 'de Ander' vraagt hem: "Ik wil weg...laat me los...de dag komt er aan".
Maar Jakob weet; het zal voor hem 'geestelijk' geen dag worden, wanneer hij die ander laat gaan. En smekend zegt hij: "O ...zegen mij...." (want hij weet, dat God hem in mensengedaante is verschenen....dat hij met de 'Engel des Heren' heeft geworsteld). Zijn berouwvolle, ontredderde hart schreeuwt om een zegen...een nieuw begin.
De Andere vraagt: "Hoe is je naam?" En snikkend is daar het antwoord: "Jakob....hielichter....bedrieger... o...wat ben ik arm en naakt".
En de Ander weer: "Voortaan is die nare naam bij je weg. Je bent van nu aan: Israel, Vorst van God. Je hebt met God geworsteld...je hebt de strijd gewonnen door vol te houden....door vást te houden".
Nog even probeert Jakob het heerlijke moment te rekken: "Wie bent u...!?" Maar het antwoord is: "Ik heb je een nieuwe naam gegeven. Ik zegen je op dit ogenblik. Wie zou ik anders kunnen zijn dan...."
Aan de andere oever staan Jakobs beminden op hem te wachten: "Daar is pa....wat straalt hij. Het lijkt wel of hij God gezien heeft. Maar...hoe kan hij dan nog leven? Maar kijk eens, hoe vreemd hij loopt...als een kreupele. Wat zou er gebeurd zijn.".
Maar Jakob weet alleen maar te zeggen: "Deze plaats heet voortaan Pniël. Ik heb oog-in-oog gestaan met God en ik ben toch in leven gebleven...ik leef...IK LEEF!!!".
Zo Niem...zo kan er voor ons allemaal een cruciaal moment in ons leven komen. Een moment , waarop God ons ontmoet en wij geconfronteerd worden met ons armzalig leven zonder hem. Het is dan zaak om God vast te houden en hem om zijn zegen en om een nieuw perpectief te vragen.
Over 'de vrije wil'en 'het alles van te voren weten' van God.
Mag ik beginnen met Jesaja 55 v 8: "Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen- spreekt de HEER Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen.".
God is zo onbegrijpelijk hoog boven de mensen verheven. In de - voor ons ook al onbegrijpelijke- eeuwigheid maakte hij van elk mens, die ooit zou leven..... dat zijn dus allen, die ons zijn voorgegegaan, wijzelf en degenen, die ons volgen tot aan de laatste dag van het duizendjarig rijk ....een volledig ontwerp, hoe ons leven zou verlopen. Dat blijkt onder andere uit Jeremia 1 v 5, waar de Heer Jeremia als volgt toespreekt: "Voordat ik je vormde in de moederschoot, had ik je al uitrgekozen, voordat je de moederschoot verliet, had ik je al aan mij gewijd, je een profeet voor alle volken gemaakt".
Over die onmetelijke God kunnen we eigenlijk met ons beperkt menselijk verstand niets zeggen. En toch probeer ik het, want 'iets erover stamelen' is geen verboden zaak, als het maar uit liefde en diep respect gebeurt.
Waarom God de mens geschapen heeft , wordt enigszins duidelijk gemaakt in Jesaja 43 v 7, "Ik heb allen over wie mijn naam is uitgeroepen, omwille van mijn majesteit gemaakt en gevormd"
Misschien is het niet te gewaagd om te zeggen, dat God in zijn drieënig bestaan oneindig gelukkig was. De Vader verklaarde aan de eengeboren Zoon zijn liefde. De Heilige Geest bracht die liefdesverklaring over en bracht de wederkerige liefdesverklaring van de Zoon weer terug enz enz.
God 'nam eenmaal redenen uit zichzelf' om wezens te scheppen, die zijn majesteit zouden terugkaatsen als volkomen zuivere spiegels. Maar wat ís een spiegel, die niet getest is en beproefd. De te scheppen wezens moesten een vrije wil hebben om te tonen, dat zij - niet als robots- maar uit eigen overtuiging Gods liefde wilden ontvangen en terugzenden.
Maar het ' inbouwen' van keuzemogelijkheid kon ook een verschrikkelijk gevolg hebben: dat een of meerdere van die wezens zouden besluiten om niet ' ja' te zeggen tegen God, maar ' nee'.
En ...toen de schepping eenmaal was begonnen met het 'in het aanzijn roepen' van de engelen, bleek er zo'n ' neegger' te bestaan !
Ezechiël 28 geeft ons het verhaal van een zeer hooggeplaatste engel, die dat ' Nee' uitschreeuwde en uit de hemel werd verbannen.Maar....was die engel toen vrij om te doen, wat hij wilde ?. Nee...en dan krijg je toch weer dat onverwachte van God: De - nu- satan moest binnen de perken blijven, die God hem stelde.
God zei als het ware: "Al mijn plannen zijn goed, ook jij bent goed gepland. Jij had een deel kunnen worden van de tempel, die ik ga bouwen in de onzichtbare wereld. Maar voor een bouwwerk is ook steigerwerk nodig. En jíj en allen, die naar je luisteren, zijn dat steigerwerk. Mensen en engelen, die 'Ja' tegen mij zeggen, zullen bemerken, dat ik een heerlijk positief plan met hen heb, dat uitmondt in eeuwige zaligheid. Maar mensen en engelen, die 'nee'zeggen tegen mij, zullen merken, dat mijn oorspronkelijk goede plannen met hen veranderen in 'niet positief, maar negatief de raad van God voor hun tijd vervullen, ( Hand 13 v 36). Wanneer mijn eeuwig gebouw straks klaar is, wordt het steigerwerk weggeruimd".
En zo werd satan het eerste steigerwerk en hij trok er op uit om elk mensenkind dat ooit zou leven, te verzoeken. Maar er was een grens aan zijn vergunning, zoals uit Job 2 v 6 duidelijk blijkt. En door zijn handelen deed satan uiteindelijk precies, wat God wilde: God wilde een door het vuur gelouterde mensheid van bewuste 'ja'zeggers, die uiteindelijk als even zovele spiegels zijn majesteit en liefde zouden terugkaatsen vanuit een volmaakt zielen- en geestesleven.
Probeer zo nu ook de vrije wil en Gods onveranderlijke eeuwige raad in overeenstemming te brengen.
Er blijven 'dwarsliggers'. Zo zegt Jezus zelf in Johannes 6 v 44: "Niemand kan bij mij komen, tenzij de Vader die mij gezonden heeft, hem bij mij brengt".
Ik hoor u al zeggen: "Wát.....als we dan al 'Ja'zeggen tegen Jezus zijn , dan zijn wij nog vóorgeprogrammeerd".
Maar zeg maar rustig in navolging van Mozes in Deuteronomium 29 v 29: "Wat verborgen is, behoort de Heer onze God toe. Wat openbaar is, komt ons toe".
En er is zoveel openbaar geworden, sinds Jezus riep: "Het is volbracht".
Door zijn Heilige Geest, zijn geschenk-bij-overlijden, heeft hij ons zoveel kracht gegeven om - door genade- ons 'Ja' tegen hem en zijn Vader uit te jubelen.