Nepomucenus tijdens de overstromingen van 1894 met zijn voeten in het water. Links er van de zuigtoren van de Kortrijkse Bloemmolens.
Johannes Nepomucenus (Pomuk in Bohemen rond 1350-1393) was pastoor van de Sint-Galluskerk in Praag. Zijn ouders moeten redelijk welvarend geweest zijn, want hij kon studeren aan het plaatselijke klooster, later in Praag en zelfs aan de universiteit van Padua. In 1389 werd hij benoemd tot vicaris-generaal van de aartsbisschop. In die functie raakte hij verwikkeld in een strijd met koning Wenceslaus van Bohemen om de rechten en vrijheden van de kerk te vrijwaren. De koning zon op wraak. Op 20 maart 1393 werd Johannes tijdens onderhandelingen tussen Kerk en Hof gearresteerd. Diezelfde nacht werd hij afschuwelijk gefolterd en vanaf de Karelsbrug in de Moldau gegooid en verdronken. De werkelijke redenen voor dit gruwelijke optreden blijven vaag, maar volgens de volksmond zou Wenceslaus woedend zijn geworden toen Johannes had geweigerd te verklappen of de koningin al dan niet gebiecht had dat ze er een minnaar op nahield. Hij werd in 1393 gevangen genomen en in de Moldau verdronken. Nadien zou de bisschop van Praag hierover een brief hebben geschreven naar Paus Bonifatius IX: "Nadat men zijn rechter- en linkerzij zozeer verbrand had dat hij in feite al ten dode was opgeschreven, werd doctor Johannes, mijn beste vicaris, openlijk door de straten van de stad naar de Moldau gesleept. Terwijl zijn handen op zijn rug werden vastgemaakt, bond men hem - als ware hij een wagenwiel - met zijn hoofd aan zijn voeten; in zijn mond zette men een stuk hout rechtop zodat deze wreed werd opengescheurd. Zo hebben ze hem naar beneden gegooid en verdronken". In 1729 werd hij heilig verklaard.
Vaak vindt men een beeld van de heilige Johannes van Nepomucenus op of naast een brug. in België onder andere in Brugge (Wollestraat), Antwerpen (Lange Nieuwstraat ), Kortrijk (Op de brug over de Leie, tussen beide Broeltorens), Aalst (Houtmarkt) en Malmedy (Brug over de Warche).
Hieronder het beeld. Bemerk achteraan links de vroegere Ijsfabriek. Rechts Ten Broele-instituut, inmiddels afgebroken.
Toen de heilige in de golven van de rivier was verdwenen, kwam zijn lichaam plotseling bovendrijven, omstraald door vijf helder blinkende sterren. Een hele menigte mensen kwam nieuwsgierig op het licht af dat daar midden in de nacht op die ongewone plek zo'n bijzonder schijnsel gaf.
Men vond het lijk en herkende de geliefde predikant. Ook de koningin stond vanuit haar slaapkamerraam in het paleis het drukke geloop gade te slaan. Ze vroeg haar man wat dat allemaal te betekenen kon hebben. Deze antwoordde in het geheel niet, en omdat hij voelde dat de gebeurtenissen een wending namen die ongunstig voor hem konden uitpakken.
Bij het aanbreken van de dag kwamen alle mensen uit de hele stad naar de plaats waar men de priester uit het water op de oever had gelegd. De priesters droegen het in een plechtige processie onder het rouwbeklag van het volk naar de domkerk daar niet ver vandaan.
Duizenden mensen stroomden toe. Ieder wilde nog eenmaal die mond zien die zo inspirerend gepreekt had en nog één keer de hand kussen die hen zo dikwijls gezegend had. Vooral de armen van de stad konden maar geen afscheid nemen van hem die voor hen altijd geweest was als een liefhebbende vader.
Aanvankelijk beval koning Wenceslaus nog wel het lijk op een onbekende plaats te begraven. Maar het werd heel snel ontdekt. Rond de plaats waar Johannes begraven was, hing zo'n heerlijke geur van heiligheid dat hij binnen de kortste keren werd ontdekt.
Onder plechtig vertoon werd hij nu bijgezet in de Domkerk te Praag. Daar werd hij door de gelovigen vereerd.
Hieronder het beeld in zijn huidige staat anno 2017.
|