Het oorspronkelijke Justus Lipsiuscollege ontstond op initiatief van kanunnik Lupus, onderwijsinspecteur van het bisdom Luik. Hij kon de bisschoppen ervan overtuigen dat een pedagogische opleiding op universitair niveau wenselijk was voor jonge geestelijken die voor het middelbaar onderwijs bestemd waren. Tevoren was men ervan uit gegaan dat priesterleraren voldoende voorbereid waren voor het onder-wijs na zes jaar seminarie. Het nieuwe instituut kende een schitterende start maar al gauw ging het kwijnen. In 1877-1879 werd het huidige college opgetrokken volgens de plannen van professor J. Helleputte, een voortrekker van de neogotiek. Het kreeg een nieuwe functie; het moest nu dienen als pedagogie voor de (leken)studenten in de geneeskunde en in de wetenschappen, omdat de oude gebouwen elders in Leuven voor hen te klein waren. Het bouwen van het college verliep niet zonder slag of stoot. Het stadsbestuur zag de studenten liever bij burgers ondergebracht en verzette zich zoveel mogelijk tegen de verwezenlijking van het ontwerp, maar tevergeefs.