Juli nu, zon die schijnt, en denkende aan wat kon zijn, ergens eens ver weg van hier, steeds niet altijd weer in diezelfde sleur van koken, eten, afwas het is net of elke dag is dezelfde wat in feite ook zo is. Waarom konden wij niet aan een strand of ergens in een ander land zijn, al was het maar voor een paar weken. Elke dag diezelfde sleur aan die maaltijd, de bereiding, aan tafel, de afwas en wat gaan we dan doen...? Het is dan al 14 à 15 uur intussen en wat doe je dan nog, niets, wachten op de avond en op 's anderendaags voor weer eenzelfde dag. Waarom konden (verleden tijd) wij er eens geen twee- à drietal weken op uit trekken, een hotelletje zoekend en ergens etende wanneer of waar we graag wilden. Verleden tijd nu, de gezondheid laat het niet meer toe, toch nog veel peinzend aan wat had kunnen zijn en de zielepijn verbijtend aan wat nooit meer zal komen, nooit meer zal zijn.
|