Jaaaren buren en dan komt er door dood en ziekte een einde aan. Mensen waar je bijna een halve eeuw mee samenleeft zijn er plots niet meer. Dat raakt en voel je wel diep in je ziel, maar er was zeker ook het feit dat sommigen daar zaten op te wachten, het mensje was nog maar net op weg naar het ziekenhuis of men was dat huisje al aan het leeg halen en verdelen net of die mensjes hadden nooit bestaan of wat een beetje geld met een mens kan doen, en wat zal er nu met dat mooie pittoreske huisje te gebeuren staan.....
Ik wachtte op een bus die al lang niet meer reed en vroeg mij af of ik zelf nog wel bestond, en als dat wel zo was...waarom. Er dreven wolken naar de zon en plotseling ging het hagelen, de wolken aarzelden, losten op van schrik. De bus was wit, ik stapte haastig in, boog mij voorover naar een bank waar niemand zat en fluisterde in oren die niemand toebehoorden:' Laat mij toch in de steek! Vergeet mij toch! Neem mij toch niet altijd mee...!' (Toon Tellegen)
Wij waren het toch die bier uit emmers dronken? Of is het waar dat wij de eden zijn vergeten, die op de konten der burgers werden geschreven? (Eddy V. Vliet)
Wij wandelden en zwegen en zwegen naast elkander voort.
Een vogel zong zich ergens dood; pas als hij plots zweeg hadden wij het gehoord: er had een vogel gezongen.
Wij gingen tussen twee hagen, - er was slechts plaats voor één - hij voorop, gebogen, wees mij het kerkhof beneen. Hij was een oud ghedaghet man. Wij wandelden en zwegen heen. (P.Snoek)
Hieronder de prachtige natuur die het regenwoud te bieden heeft. Dit zijn de watervallen in de streek van Iguazu gelegen op de grens met Argentinië en Paraguay. De foto's zijn genomen begin Mei en echt de moeite waard.
Zoals je zou willen zwerven, het doet er niet toe waar, als het hier maar is. Nevel gaat net niet over het land zoals je een slapend kind net niet aanraakt, erover ademend.
En je weet: ik heb niet wat ik heb. De branding van de wind waait een zee van tijd zacht heen en weer. Het is eb.
Er is geen mens die een is, als een tafel. Er is geen bodem zonder zaad, zonder kastelen. Er is geen boom, die zonder vrucht en zonder bladluis is. Er is geen eiland zonder zee.
En nu nog maar alleen het lichaam los te laten- de liefste en de kinderen te laten gaan alleen nog maar het sterke licht het rode, zuivere van de late zon te zien, te volgen - en de eigen weg te gaan. Het werd, het was, het is gedaan.
Ik sla mijn donker dekschild op en voel een trillend snorren, dan zoem ik weg, de wijdte in, - dwars door het winters Mei-begin- gelijk de gouden torren.
Langs het hoogriet langs de laagwei schuift de kano naar zee schuift met de schuivende maan de kano naar zee Zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man Waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar de zee.
Mei springt nog even in het oog, is op de dool in regenwolken. Lees de nacht: kleur drijft van schuimende seringen af, merels openen aders van zwart- Lees dit beeld als een hand een lege hand die je voorspelt.
Het was allemaal maar om te lachen zullen we zeggen wanneer we zijn uitgehuild. Drie veren draagt de wereld een gele van hoop een rooie van liefde en een zwarte van de dood.