3. Transcriptie
76 Idink, Boesveld, Honlo (1245)
komt: "Item Egkynck I waer. Pastor in Versevelt" I) 2), terwijl ook op de Lijst van kerkegoederen van pastoor Johannes van Wytenhorst uit 1439 vermeld wordt: "Item in parochia Zilvolden bona Egginc" 3). Wij kunnen overigens niet beoordeelen, of de naams-overgang van Eg-lo in Egg-ink al dan niet aanvaardbaar is.
De Eggink is een nog altijd bestaande hoeve; het tegenwoordige adres is: Egginkstraat I, Silvolde.
Dan, de vijfde mansus uit de oorkonde van 1245 is de domus Busvelde, een naam, die in een oorkonde van 1292 (zie hierna) als Buysvelde gespeld wordt. De beteekenis van het eerste lid van dit compositum is onduidelijk; misschien van buse, buysse, = vaas, beker 4): bekervormig veld. Ook de hoeve Busvelde bestaat nog; de naam wordt nu geschreven: Boesveld, en het tegenwoordig adres is: Boesvelderdijk 4, Westendorp.
Van deze hoeve Busvelde weten we, gelijk we hiervóor op blz. 73 reeds terloops opmerkten, met zekerheid, dat ze niet aan de kerk van Varsseveld toebehoorde. Immers, uit een drie-tal andere oorkonden, eveneens uit het jaar 1245 s), blijkt, dat de nobilis Konrad van Velen, samen met zn vrouw Bia van Metelen en zn zoon Herman, in dat jaar zijn aangeërfde goederen Idink, Busvelde en Honlo te Varsseveld, waarvan hij de grondheer was, aan het klooster Bethlehem verkocht, en dat het klooster daarop Bernard Idink, ridder, en ministeriaal of dienstman van den genoemden Konrad van Velen, welke Bernard Idink mede door hem aan het klooster Bethlehem was overgedragen, met deze goederen beleende. Deze drie Varsseveldsche goederen Idink, Busvelde en Honlo waren dus vóór dezen verkoop in 1245 goederen van de familie Van Velen, en nadien goederen van het klooster Bethlehem.
Naar de door ons gegeven voorstelling moet er dus op Busvelde een uitgang gerust hebben ten behoeve van de kerk van Varsseveld of van een daarin gevestigde stichting, hetzij een Van Velen, als leenheer van dit dienstmansgoed, hetzij een Idink, die dit goed in dienstleen hield, hetzij een boer, die dit goed Busvelde van Idink in erfelijk gebruiksrecht had, deze verplichting had aangegaan. Het behoeft ons, (zie voor vervolg Transcriptie 4)