2004. De hedendaagse mens kent weinig verstilling. Overal hoor je de roep om onthaasting, terwijl diegenen die ervoor pleiten zich haasten van de ene lezing naar de andere voordracht om te zeggen dat de mens aan onthaasting toe is. Voor de hedendaagse mens moet alles snel gebeuren. Hij praat snel, eet snel. Hij is altijd met iets bezig, liefst met meerdere dingen tegelijk. Een artikel is nog niet af of hij krabbelt in zijn notitieboek een ideetje voor het volgende. Hij leest de kranten terwijl hij ontbijt en omgekeerd. Hij heeft nooit één maar altijd drie boeken tegelijk op tafel liggen. Vele daarvan leest hij slechts diagonaal, op zoek naar een gedachte die zijn eigen gedachten op dreef moet houden. De huidige mens rent
Hij rent in denken en doen en daarom is hij. Het cogito ergo sum (ik denk dus ik ben) van Descartes maakt vandaag plaats voor het curro ergo sum (ik loop dus ik besta). Altijd maar rennen
om zo in de waan te verkeren dat hij leeft! Blaise Pascal wist het al: De wereld zou gered zijn als elk mens zou leren om eens rustig op zijn stoel te zitten.
Jachten en jagen is ons lot; niet langer in de oeroude betekenis van in het bos en op de hei maar in de hedendaagse versie op de snelweg en in het kantoor. Die haast heeft van ons een jager gemaakt. Maar zijn we niet tevens het opgejaagde wild geworden, alsof we niet meer durven stilvallen! Daarom ook al die herrie. Terwijl denkers en schrijvers floreerden in de stilte en niet op de Dance Valley, zoeken velen doelbewust dance tempels en aanverwante etablissementen op. Daar betalen ze om zichzelf te laten verdoven. Oorverdoven. Maar voor wie of wat is die verdoving? Zijn we bang voor de stilte? Of is onze existentiële rust zo verstoord en ontworteld geraakt dat alle stilte ons als bedreigend overkomt? Ook dit ervaarde Pascal toen hij op een stille winternacht naar het hemelgewelf keek en uitriep: De stilte van de oneindige ruimte jaagt mij schrik aan.
(Inleiding tot een beschouwing D. Lebrun.
|