Heiny
Zondagmiddags komen Tante Hermien en oom Sjoerd met Gerke, Heiny en Carin vaak bij ons, ook tante Riek met oom Jaap en Johan en Jaapje. Carin is naar de tantes genoemd: de c van Coba, de a van Aartje, de r van Rika en de in van Dien. Alle zussen vernoemd in één naam: Carin. Het altijd heel gezellig en we zitten in de grote keuken, die alleen op zondag, bij visite en feestdagen gebruikt wordt. Johan is de oudste zoon van oom Jaap en tante Riek. Hij is geestelijk gehandicapt. De hele dag zijn ze met hem bezig. Op een keer is er bij ons paniek. Johan heeft zitten sabbelen op een inktpotlood. Dat is heel giftig, volgens opoe en hij moet veel melk van haar drinken. Op zon middag laat tante Hermien wat pukkeltjes op het hoofdje van Heiny zien.Daor moj mee naor de dokter, zegt opoe. En zo beginnen de onderzoeken en komt aan het licht dat Heiny leukemie heeft, een toen ongeneeslijke bloedziekte. Opoe zet ons gelijk aan het bramen plukken, want die zijn zo bloedzuiverend, weet ze! We hebben er die zomer héééél veel geplukt! Janneke is ondertussen ook al geboren in het gezin van oom Sjoerd en tante Hermien. Ik zie Heiny nog zitten in haar bedje op de veranda met een inwit gezichtje. Ze redde het niet, ondanks de bramen. Wat een verdriet. Ik denk dat ze ongeveer 3,5 jaar oud is als ze overlijdt.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Intussen zitten Gerke en ik op de Bewaarschool, zoals de kleuterschool ook wel genoemd wordt. Ik wil alles vreselijk goed doen en vind het verschrikkelijk dat ik mn vliegtuigje niet in elkaar kan vouwen. Ik heb er geloof ik niets van overgehouden, maar leuk vond ik het niet in zon volle klas. Echt spelen kan ik me ook niet herinneren, wel stilzitten met de armen over elkaar èn werkjes doen.
|