Ik ben
Ik ben een vrouw en woon in (Nederland) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 25/05/1947 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen, fietsen, zeilen, met kleinkinderen leuke dingen doen enzv..
Leuk dat je op mijn blog bent komen kijken. Veel plezier en misschien tot een reactie in mijn gastenboek.
Maandag 6 juli. Naar Alecias varen is 32 mijl. Ik ben inmiddelsal aardig in geslingerd en gaat het steeds beter met mij. We hadden de wind mee en konden goed zeilen en het gaat snel met 3.5 knopen stroom mee als we in de straat van Gibraltar varen. Heel apart zeilen daar. Aan stuurboordzijde Afrika en aan bakboord Spanje.
Algeciras ligt aan een grote baai waar veel vrachtschepen voor anker liggen. We moesten er kriskras doorheen varen om bij een haven te komen.
De enclave op een rots in de baai van Algeciras is een Britse kroonkolonie. Bij binnenkomst moet een paspoort worden getoond. Je bent dan officieel in Engeland.
Er zijn hier 2 Engelse havens maar die waren allebei vol. We moesten maar voor anker gaan en morgen weer vragen of er dan wel plaats is voor de Kind of Magic. Aan de westkant van de baai zijn Spaanse havens en daar kun je niet komen. Dat is verboden.
Op de ankerplek was het erg onrustig. Na een tijdje, als je merkt dat de boot goed verankerd is, kun je van boord gaan. Wat we dan ook maar gedaan hebben. Omdat er veel golven waren heb ik mijn zeilbroek aangetrokken om niet nat aan te komen. De terugweg maakt me niet zoveel uit want dan trek je aan boord wat schoons aan.
Zondag 5 Juli varen we naar Barbate, ongeveer 40 mijl. De stad is erg ver van de haven en daar loop je niet zo maar naar toe. Henk is de volgende dag op de fiets brood gaan halen en ik kon aan boord vrij internetten. Daarna zijn we verder gegaan.
Hier wordt 1 maal per jaar op tonijn gevangen met een wirwar van netten. Er was speciaal een museum bij de haven om te zien hoe dat gaat. Ze zetten 5x grote netten uit en laten het een half jaar in het water liggen. Daarna wordt de tonijn binnengesleept en dan gaat het in grote schepen naar Japan. Daar wordt het verwerkt. We hebben die netten wel zien liggen in het water
Netten veel vissen die rondzwemmen in de havens hier
We kunnen nog een eind verder de rivier op. Er staat in de pilot dat er bij bepaalde plekken met springtij het maar 2 meter diep is. Wij steken nog net geen 2 meter en het is geen springtij dus gaan wij naar San Vernando. We dachten dat we voor anker moesten maar er is een een nieuwe haven aangelegd en konden daar liggen. We moesten wel aan de zijsteiger liggen omdat het daar dieper is.
Vriendelijke mensen hier en iedereen zegt je gedag. Hola of Buenos Diaz. Onderweg werd er veel gezwaaid naar elkaar.
Er werd gezegd dat hier geen buitenlandse zeilboten kwamen omdat ze bang zijn voor de ondiepte. Het was voor ons een makkie en we hadden continu meer als 5 meter onder de kiel. We waren uniek hier en iedereen bleef staan om de Kind of Magic te bekijken. Als we de haven in en uit gingen dat werd het hek voor ons open gedaan. Toen we de fietsen op de steiger hadden staan kwam de havenmeester ons vertellen dat we ze maar op de boot moesten zetten voor het geval dat ze in het water in zouden kieperen.Er werd goed en vriendelijk opgelet maar niet vervelend. Het havengeld was maar 15 euro per nacht.
Het is een grote stad en we zijn er kriskras doorheen gefietst en hebben er bootschappen gedaan. Misschien gaan we hier nog een keer met Jan en Frida naartoe voor cultureel. Dat is Henk zijn broer en schoonzus die in Frankrijk wonen. Zij komen op 23 juli en blijven een paar dagen bij ons aan boord. We verheugen ons er nu al op.
Dinsdag 14 juli.
Klussen, schoonmaken en wassen met de hand. Vanmiddag gaan we weer verder.
Henk is met de waterpomp bezig gewassen De ingang van de rivier is erg ondiep.
We moeten nu maar eens gaan kijken waar we de boot in eind september kunnen achterlaten in verband met het boeken van een vlucht naar Nederland. Want hoe langer je wacht hoe duurder de vliegreis wordt. In 3 a 4 etappes (120 Mijl) besloten wij eerst naar Gibraltar te varen. Daar huren we een auto en gaan langs de kust rijden (richting Malaga) om daar een aantal havens te gaan bekijken en te informeren.
De eerste dag, zaterdag 5 juli varen we naar Chipiona. 6 Mijl. Na een tijdje weinig gevaren te hebben en voelde ik me niet zo goed. De zee was behoorlijk in beweging. Even wennen Joke!
In Chipiona zijn we 2 dagen geweest. Een gezellige drukke stad en je komt er weinig buitenlanders tegen. Er zijn veel terrasjes waar je tappas kunt eten. Dat zijn kleine gerechtjes en daar bestellen wij er dan 4 a 5 stuks van. Je kunt er dan ook van alles proberen. Niet duur maar wel lekker.
Een stranddag is ook niet mis en dat gaan we vandaag doen. Ik zeg, Henk laten we een ligstoel huren. Lekker luieren vandaag. Mooi dus niet, er waren geen ligstoelen. Iedereen had zijn eigen klapstoeltje, parasol en tas met spullen bij zich. Wij niet, maar wel hadden we een handdoek we bij ons. Dus zijn we daar maar op gaan liggen. Je merkt wel als je wat ouder wordt dat op het zand liggen je het niet zo lang meer volhoud. Gelukkig waren er genoeg terrasjes. (Aanschaffen stoelen en parasol). Langs de boulevard wandelen was ook nog een optie. We hebben wel genoten.
We hadden het na twee dagen wel gezien en zijn weer teruggevaren naar het begin van de rivier. Aan de Portugese kant ligt een mooie Marinehaven in de stad Vila Real de Santo António.
De stad is gebouwd van een ontwerp van Marquês de Pombal in 1774. Zijn praktische en politieke idealen spreken zowel uit de symmetrische aangelegde, vrij brede straten als uit de gebouwen van gelijke grootte en met dezelfde gevels.
Vanaf Ayamonte zijn we de rivier verder opgevaren. Naar Alcoutim, Portugal en Sanlúcar, Spanje is het 20 mijl varen. Het is een prachtige rivier en er zijn veel bamboe planten aan de kant. Doordat er veel bamboestokken in het water liggen en het soms als een bosje bij elkaar ligt moet je er wel eens omheen. Dat hoopt zich nogal op.
Hier moeten wij voor anker. Er zijn ook een paar steigers, maar meestal bezet. Als er een boot weggaat dan komt er gauw een andere voor in de plaats.
Er lagen hier totaal 4 Nederlandse boten en dus was het s avonds aan de kant in Alcoutim een gezellig boel met ieder zijn eigen biertje.
De volgende dag zijn we eerst met de dinky naar de ene kant van de rivier, Sanlúcar gegaan en omdat daar weinig te zien valt zijn we over gevaren naar Alcoutim. Op het terras onder de bomen hebben we verkoeling gezocht. Het was snikheet, tussen de 35 en 40 graden.
Om ook nog met die hitte cultureel te gaan doen valt niet mee, maar eind van de dag zijn we toch maar gaan wandelen. We hebben niet voor niets die 20 mijl gevaren op de rivier.
Vanaf het 14de-eeuwse kasteel had je een prachtig uitzicht op het dorp. Eind 17de-eeuw toen de politieke betekenis van het plaatsje was afgenomen, werd Alcoutim belangrijk voor de smokkel. Er is ook een aangelegd strand met waar je evt. kunt gaan zwemmen en dat is 1 kilometer lopen van het dorp vandaan. Het water komt zo vanuit een bron uit de bergen. Het zag er niet zo aantrekkelijk uit en het water was warm. Men zegt wel dat het water schoon is. Wij hebben er niet gezwommen en toen we aan boord terug waren hebben we buiten gedoucht met fris koud water. Dat was voor ons een heerlijke afkoeling.