Op zaterdagnamiddag is het bijna een vaste gewoonte geworden: Denise en ik gaan met mama koffie drinken in de cafetaria van het rusthuis en als het weer het toelaat maken we een wandeling in de tuin.
We moeten haar een beetje aanporren om mee te gaan, want door haar pijnlijke teen kan ze moeilijk stappen. Maar met het vooruitzicht op iets lekkers, - mama is en blijft een onverbeterlijke zoetekauw, - stapt ze toch nog dapper met ons mee. Denise heeft zin in de aanbieding van de week: crème brulée met een tas koffie. Dus zoals altijd, wat Denise kiest, draagt ook mamas voorkeur. Ik hou het bij een glas water. Als alles netjes is opgediend, zit mama naar haar bord te staren. Ze weet niet hoe er aan te beginnen. Denise toont haar even hoe het moet. Maar mamas bord blijft onaangeroerd. Dan doe ik het even voor, met het excuus dat ik ook wel even wil proeven van die lekkernij: Kijk, ik neem maar één schepje met de lepel, mmm, t is lekker, nu is het allemaal voor jou Ik geef haar de lepel en meteen stopt ze die in haar mond. Hij is leeg! zegt ze verwonderd. Ik leg uit dat ze eerst de crème op de lepel moet scheppen en dan pas in haar mond moet stoppen. Het wil haar maar niet lukken. Ze wil best de crème opscheppen, maar ze is zo onhandig geworden - of ziet ze haar bord meer niet staan? - dat ze er steeds naast lepelt. En het is onbegrijpelijk voor haar dat ze steeds een lege lepel in haar mond krijgt. Ze kijkt wat boos naar mij en ze wordt weer opstandig: t Is altijd leeg, dat gaat niet! Dus nog maar eens getoond hoe het moet en eindelijk lukt het. Ze vindt het overheerlijk en eet netjes alles op. Ze straalt weer: Dat wasgoed hoor! zegt ze tevreden.
Net vóór we op reis vertrokken begon mama te klagen van pijn aan haar voet. Ik dacht meteen aan de nieuwe pantoffels. Ik vroeg me toen af of ze wel zo goed pasten als dat mama beweerde.
Ook een week later blijft mama nog steeds over een pijnlijke teen zeuren. Bij elke stap die ze zet, hinkt ze. Als ik wil kijken en haar voet vast neem, roept ze het uit van de pijn. Dus er moet iets meer aan de hand zijn. Ik leg haar uit dat ik nu absoluut die teen wil bekijken. Mama gaat direct akkoord: Help mij,kindeke, t doet toch zo zeer! Ik doe heel voorzichtig haar kous uit. Verbijsterd kijk ik naar de bewuste teen. Een kalknagel is rond en over haar teen gegroeid, en hangt opzij gedeeltelijk los. Het is niet mooi om aan te zien en nu begrijp ik waarom ze zoveel pijn heeft.
Het verwondert mij dat het verplegend personeel bij het wassen en verzorgen van mama nog niets heeft opgemerkt. Gilt ze dan niet van de pijn? Moeten haar nagels niet geknipt worden? Dat zit toch in de verzorging inbegrepen? En als hen dat niet lukt, kan ik dan niet op de hoogte gebracht worden dat mama een pedicure nodig heeft?
Is het mijn schuld? Want ongeveer een jaar geleden zei ik dat de pedicure niet meer tweewekelijks moest langskomen. Zij had, op mijn aanvraag, bij mama een pijnlijk eksteroog verwijderd en dat was na enkele behandelingen opgelost. Verder bleken er geen problemen meer te zijn.
Ik kon de hoofdverpleegster nog niet te pakken krijgen om over dit probleem te spreken. Dus we hebben de zaak gelaten zoals ze was: voorlopig zijn mamas meubels nog niet terug op haar kamer.
Arsène en ik vinden het heel erg, maar voor mama is er precies niets veranderd. Ze mist haar meubeltjes niet, ze weet niet eens dat ze zijn weggehaald. Ze reageert er helemaal niet op. Wat raar toch! Jarenlang droeg ze er zorg voor. Sinds de dag dat zij de twee antieke zeteltjes kreeg van haar schoonmoeder, mijn mémé, maakten ze altijd deel uit van haar interieur. Na mémés overlijden werden ze gekoesterd als aandenken aan haar. En mama was enorm gehecht aan die twee zeteltjes. Daarom wou ze die ook zo graag mee naar het rusthuis.
We wachten nu nog even af. Deze week heb ik het zelf ook gemerkt: mama moet het moeilijk hebben om het toilet te vinden. Met alle gevolgen van dien! Het is toch zo zielig om dat te moeten aanzien.