Yvonne, Lydia en Greta waren vorige zondag trouw op de afspraak om mamas verjaardag te vieren. Het was precies een jaar geleden dat mama hen nog zag en ze herkende geen één van deze drie mensen nog. Maar wij, Arsène, Denise, Karoline en ik, die mama van zo dichtbij kennen, vonden haar die 14de februari in zeer goeden doen.
Deze morgen had ik Yvonne, de ma van mijn vriendin Lydia, aan de telefoon. Zij vertelde mij: Kind, als ik naar je ma keek dan kon ik de Marcella van vroeger niet meer terugvinden. Ik ben zondag enorm geschrokken om haar zo te zien en ze kende ons niet meer hé?... Vaak heb ik haar zitten aankijken. Ik hoopte dat er toch nog eens een lichtje zou gaan branden en ze plots zou weten wie ik was. Maar nee je ma keek ook wel naar mij, maar het was alsof ze mij niet zag. Net alsof ze dwars door mij heen keek haar ogen zijn zo leeg ja, ik ben enorm geschrokken. Ik denk dat het voor Yvonne, die mama vooral gezond en wel gekend heeft, moeilijk te begrijpen is dat ik vind dat het goed gaat met mama.
Lydia en Greta waren ook onder de indruk van mamas toestand. Toen Lydia stiekem mama gade sloeg, zei ik tegen haar: We hebben al een lange weg afgelegd hé? Ze antwoordde mij stilletjes: En jullie hebben nog een lange weg te gaan! Dat besef ik maar al te goed.
Deze namiddag gaan Denise en ik voor het eerst na het lange koude winterweer even naar buiten met mama, warm ingeduffeld, arm in arm tussen ons in. We zoeken het zonnigste plekje van het park uit. Bezorgd zoals we zijn, vragen Denise en ik haar om beurt of ze het niet koud heeft en of ze niet moe wordt. Of ze die vragen nog echt begrijpt, weet ik niet, maar ze antwoordt steevast: Neen, neen!. Mama is goed en geniet ervan om even een frisse neus te halen. Denise en ik hebben er allebei deugd van om haar zo te zien.
Na onze korte wandeling in het park gaan we met zijn drieën naar de cafetaria. Van zulke momenten moet je echt genieten zegt Denise gemeend. Daar kan ik alleen maar mee akkoord gaan. We bestellen Normandische pannenkoeken en koffie. Dat ik de pannenkoeken voor mama moet snijden en haar af en toe moet helpen bij het eten, dat is nu voor mij doodnormaal geworden. Zelfs als er door mamas onhandigheid enkele stukjes pannenkoek op de grond belanden, vinden Denise en ik dat helemaal niet erg.
Soms is het naar familie en personeel toe zo moeilijk om onder woorden te brengen wat mensen met dementie voelen. Leen Persijn slaagt erin dit te doen. Zij vertelt op een sobere manier het verhaal van de dementie van haar moeder. Een verhaal, mooi in zijn eenvoud, met een lach en een traan, leerrijk en zo herkenbaar.