Zondagnamiddag even naar mama. Ze moet de twee nieuwe pulls passen, die ik voor haar kocht. Ik kies nog steeds heel bewust die dingen, die zij graag ziet. En ik heb inderdaad succes met mijn koop. Ze passen haar als gegoten en ze vindt ze heel mooi. Mama is er voor eventjes heel blij mee, seconden later zijn de nieuwe kleren al uit haar hoofd verdwenen.
We zouden niet te lang bij mama blijven, want we willen nog naar de solden. Maar ondanks de vele koortsblaren op haar lippen, is mama vandaag een stuk beter. Arsène verandert dan ook al vlug van gedacht, de solden kunnen nog even wachten: We gaan een koffie drinken hé ma? Waarop ons ma, zoals altijd als ze maar even weg mag, zeer positief reageert. Het wordt niet alleen koffie, neen, er worden ook nog pannenkoeken gegeten.
Na het zoetigheidfestijn, stappen we op. Arsène stelt voor om de auto te gaan halen, terwijl ik mama naar de afdeling terug breng. Hij laat haar arm los, waarop mama tegenpruttelt. Arsène gaat niet mee naar boven, mama leg ik haar uit. Maar dat bevalt haar helemaal niet. Als een klein verwend kind zegt ze pruilend: Dan ga ik wenen,hoor! Het is gewoon een spelletje, ik zie het aan haar deugnietengezicht. Maar blijkbaar heeft ze de gevoelige snaar van haar schoonzoon geraakt, want hij zegt meteen: Het is goed,ma, ik ga nog even mee. Haar gezichtje klaar weer op. Ze glundert, alsof ze denkt ik heb het toch maar weer mooi voor mekaar gekregen en tussen ons in stapt ze, goedgezind, naar haar kamer.
Donderdagnamiddag gaan Arsène en ik naar mama. Zoals altijd is ze heel blij dat wij er zijn. Maar het ganse gelukkig Nieuwjaar wensen gaat aan haar voorbij. Ze snapt het niet zo goed, maar hoe kan het ook anders, mama weet niet eens dat het 1 januari is.
Nu ze zo erg verkouden is, is ze weer extra verward. Als zij, terwijl ik met haar in de badkamer ben, mij vlak vóór haar ziet staan en bovendien mijn spiegelbeeld ook nog opmerkt, begrijpt mama er niets meer van. Ze wijst in de richting van de spiegel en zegt beduusd: Er staat daar nog een Ellen!
Na het toiletbezoek, gaan we met ons drieën en met Karoline en Marcel naar de cafetaria. We drinken met zijn allen er toch maar één op het nieuwe jaar, hoewel het voor mama en Marcel in hun alzheimer-wereldje allemaal niet zo veel meer uitmaakt.
Deze namiddag nog even vlug naar mama. De leefruimte lijkt wel omgetoverd in een restaurant. De met witte tafellakens en rode servetten gedekte tafels en de leuke versieringen maken dat het er allemaal heel feestelijk uitziet.
Rond vier uur wordt mama, die snipverkouden is en wat koortsig, en alle andere medebewoners uitgenodigd om aan tafel te komen voor het aperitief. Een lieve bejaardenhelpster zegt tegen mij: Schuif ookmaar bij, geen probleem! Maar ik doe het niet. Ik zeg stilletjes aan de ergotherapeut dat ik, al zijn we vanavond maar met ons tweetjes (Arsène en ik) nog een kleinigheidje wil koken. Mama heeft het toch gehoord en zegt prompt: Neen, metdrieën! Ze maakt gelukkig geen aanstalten om met mij mee te gaan en blijft wel rustig zitten. Ik wens iedereen nog een fijne oudejaarsavond en ga naar huis.