Mama zit zaterdagnamiddag in de leefruimte samen met andere bewoners voor het grote televisiescherm. Vandaag kunnen ze de wielerwedstrijd Parijs - Nice volgen. Ondanks de lawaaierige commentaar van de reporter is mama, in tegenstelling tot vorige week, vandaag wel ingedommeld.
Als ik haar een zoen geef, wordt ze langzaam wakker. Ze kijkt me met kille ogen aan. Ze blijft me onbeweeglijk aanstaren en doet absoluut niet de minst moeite om mijn zoen te beantwoorden. Ze gunt me zelfs geen glimlach, ze staart me onbegrijpend aan.
Ik verhuis mama met haar zetel naar haar kamer. Zelfs nu we gezellig onder ons tweetjes zijn, blijft ze heel rustig. Op de vele knuffels die ik haar geef, krijg ik nauwelijks reactie. Ze lijkt zo moeilijk bereikbaar vandaag. Tot ze dan toch eindelijk me af en toe glimlachend aankijkt. Ze neemt mijn hand in de hare en ze lacht naar me. Nu kijkt ze me ineens heel lief aan. Ze streelt mijn hand. Daagt er iets bij mama? Ben ik toch nog bekend? Ik neem haar vast en knuffel haar weer. Ze slaat haar armen om mijn nek, zoent me en lacht dan heel uitbundig. We laten elkaar los en zitten weer stil naast elkaar. Tot mama plots met ruwe kracht intens over mijn arm en schouder streelt. Ze weet van geen ophouden en ik laat haar doen. Voilà! zegt ze na een tijdje en ze houdt op met strelen. Ze legt haar handen op haar tafeltje, ze wordt heel stil. Haar ogen laten me los en dwalen de kamer rond, ze zakt weer weg in haar eigen Alzheimerwereldje.
|