Zondagnamiddag is mama in opperbeste stemming. Ze zit lachend in haar zetel en strekt de armen naar me uit. Dag mama, ga je mee met mij? vraag ik nadat we uitgebreid hebben gezoend. Oh, ja! antwoordt ze enthousiast.
Als ik met mama de lift instap, kijkt ze in de grote spiegel die aan de wand hangt. Bonjour, zegt ze lachend naar haar spiegelbeeld. Als er geen antwoord komt, kijkt ze mij verward aan. Ik begin dan maar uitbundig naar haar spiegelbeeld te zwaaien en mama wuift even uitbundig terug. We stappen de lift uit en wandelen door de gangen.
Beneden in de gangen en in de inkomhal van het rusthuis exposeren drie kunstenaars. Kunst heeft mama altijd geboeid, dus we gaan samen kijken. We blijven af en toe staan bij de tentoongestelde werken. Mama toont niet de minste interesse. Ze staart naar de fotos en bekijkt de beelden zonder ze echt te zien. Ze maakt wel een praatje met de namaakbloemen in een grote vaas, die enkel ter verfraaiing in de gang staan en niets te maken hebben met de expositie. Als ze klaar is, zegt ze de bloemen vriendelijk goedendag en gaat weer gezellig aan mijn arm hangen. We lopen verder de tentoonstelling af.
Ik laat mama op haar eigen manier genieten.
|