Mama zit gezellig in de leefruimte, babbelend met een medebewoonster. Nu ze vandaag niet opgesloten is in dé zetel lijkt ze een stuk gelukkiger. Ze zwaait meteen naar mij, gaat rechtstaan: Ons Ellen is hier! We gaan naar haar kamer, ze maakt uitbundige vreugdepasjes, haar armen en benen gaan alle kanten op. Denise komt ook toe en met zijn drieën gaan we naar de cafetaria. Mama is enorm goed gezind en is vandaag een echte spraakwaterval. Terwijl we een drankje drinken zegt ze plots, wijzend op haar nieuw bloesje: Mooi hé? Het is gesneeuwd. Ik kijk, en Denise ook, haar een beetje onbegrijpend aan. Mama blijft op het bloesje kijken, maar vraagt toch wat onzeker: Ja, hé
ik zeg het toch juist? Het is gesneeuwd? Denise antwoordt meteen: Ja hoor, dat is goed. Ik zag deze week op televisie dat het is nu in is om nieuwe woorden te gebruiken. Dus jij mag dat dan ook doen. Mama glundert. Na onze gezellige babbel keert ze tevreden terug naar de afdeling.
Een schoolvoorbeeld hoe Denise met Alzheimerpatiënten omgaat. Je hoeft hen niet steeds te verbeteren of hen voortdurend op hun fouten te wijzen. Laat hen maar gelukkig zijn met hun eigen taaltje!
|