.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De Inca-trail,
maar dan zonder toeristen
Vier dagen
stappen, in totaal 48 kilometer, dwars door het Andesgebergte. De
Lares-trekking is een waardig alternatief voor de Inca-trail.
Wie Péru zegt,
denkt meteen aan de Incastad Machu Picchu, die verscholen ligt tussen de toppen
van de Andes. De legendarische Incatrail heeft dit wereldwonder als
eindbestemming en is daardoor de populairste trekking van heel Zuid Amerika.
Gevolg: slechts vijfhonderd trekkers per dag zijn erop toegelaten, er gelden
strikte regels (oa geen muilezels) en het is er drummen tussen de toeristen.
Wij kozen een
alternatieve, stevige vierdaagse trektocht: de Lares-trekking (Urubamba
Cuncani Huacawasi Yanahuaras). Prachtige bergen, heldere meertjes,
Inca-overblijfselen, loslopende alpacas en
geen toeristen. Behalve onze
groep dan.
DAG 1:
Wanneer de bagage op de muilezels is geladen, zijn we klaar om te vertrekken.
Gids Sergio is bijgelovig en geeft ieder van ons drie Cocablaadjes. We mogen de
bergen groeten, een wens doen en een plek uitzoeken om de blaadjes te offeren.
Het tempo ligt
best laag, maar toch gaat het ademen soms moeilijk door de hoogte. Niet de
afstand dus, maar de inspanning op grote hoogte vormt de grote uitdaging.
Als de avond valt, komen we aan bij onze eerste slaapplek. Onze
tweepersoonstentjes zijn al opgezet tussen de rotsen. Bij kaarslicht spelen we
Uno, daarna kruipen we vroeg in onze warme slaapzak.
DAG 2:
Goedemorgen, hier is jullie morning tea. Om 6u40 wekken de gidsen Sergio en
Angel ons. De warme kruidenthee doet deugd, na een koude nacht.
Op het menu: havermoutpap met stukjes banaan, pannenkoeken met bananenpap,
brood met confituur, een omelet met paprika en Coca-thee. Dat spelen we
allemaal naar binnen. Krachtvoer is nodig op deze hoogte.
Ik hou van alternatieve routes, zegt gids Sergio. De oorspronkelijke tocht
zou zon 40 kilometer zijn, maar onze groep stapt redelijk snel, dus verkennen
we nieuwe paden en passen we de tocht aan zodat we 's avonds bij de hotsprings
in de stad Lares slapen.
We kruisen een pas op 4.817 meter, volgens de gps op de smartphone van een van
de reisgenoten. Dit is het hoogste punt (en nét hoger dan de 4.810 meter van de
Mont Blanc). Er is veel mist waardoor we niet van het uitzicht kunnen genieten.
Tijdens de afdaling begint het te regenen... Het regent nooit in de winter.
Dat is normaal het droogseizoen, zegt Sergio. Het weer staat op zijn kop.
s Middags ben ik helemaal doorweekt en heb ik het ijskoud. Droge kleren zitten
op de ezel
Ik mag de regenbroek van Sergio aandoen, en de korte droge short
van een reisgenoot. Het klaart op, maar de zon krijgen we niet meer te zien.
Net voor het donker wordt komen we aan bij de warmwaterbronnen. Vrijwel meteen
duiken we het roodbruinkleurige water in! Enig nadeel, mijn bikini is helemaal
verkleurd door de solfer...
Onder prachtige sterrenhemel relaxen we in het water, zo'n 30° tot 40°, perfect
om op te warmen. Hier zijn er nog andere toeristen, maar ook locals komen hier
zwemmen, in al dan niet doorschijnend ondergoed. We brengen de nacht door naast
het water.
DAG 3:
Toen waren we
nog maar met tien... Een van de meisjes is geveld door hoogteziekte: een
opgezwollen gezicht en barstende hoofdpijn. Ze moet dalen en keert terug naar
het hotel, samen met onze Belgische gids. Iedereen kan last hebben van de
hoogte. Sergio verwoordt het zo: Je komt dichter bij de Goden. Daarom is het
zo onvoorspelbaar.
We zetten de
tocht verder en wandelen door een prachtig landschap. Sergio noemt het the top
of the world. Zo lijkt het ook.
In de mist zien
we onze tentje opdoemen. Vooral de meisjes zijn er niet gerust op of we 's
nachts niet gaan bibberen in onze tentjes... Het zou kunnen gaan vriezen.
DAG 4:
Gelukkig heeft
het 's nachts geregend en viel de temperatuur in de tentjes al bij al nog mee.
De laatste dag steken we een pas over van 4.500 meter, onderweg passeren we
prachtige meren. Op de paden liggen veel rotsen, en mijn enkels worden op de
proef gesteld. Op een bepaald moment staan mijn voetzolen in brand omdat we in
sneltempo de berg afdalen.
Moe, vuil maar
zeer voldaan keren we terug naar het hotel. Onze gidsen, koks en ezelmannen
hebben ons in de watten gelegd. Het eten was subliem. Ik sta versteld van wat
die mannen in een tentje met gasvuren op tafel kunnen toveren.
De grote
beloning na vier dagen afzien: douchen!
|