Stand-up comedy
In je eentje een zaal vermaken
Stand-up comedy
is een uit Amerika overgewaaide vorm van theater, die inmiddels niet meer uit
België en Nederland weg te denken is.
Stand-up comedy
is een kunstvorm die oorspronkelijk uit de Verenigde Staten komt. Tijdens de
voorstelling houdt de comedian een monoloog tegen het publiek. Maar toch wordt
het zo gebracht dat het net een dialoog lijkt. Dit 'gesprek' is in principe
voorbereid en wordt meestal op een spontane manier gebracht, alsof de artiest
tegen zijn vrienden praat. Timing, accenten, gelaatsuitdrukkingen, gebaren,
imitaties en geluidseffecten vormen de ingrediënten waarmee de comedian speelt.
Ontstaan
Deze kunstvorm is ontstaan aan het begin van de jaren 50 als reactie op het
bestaande amusement in Amerika. Vanaf het eind van de 19de eeuw is 'vaudeville'
een belangrijke Amerikaanse theatervorm. Goochelaars, dansers, buiksprekers en
comedians traden op in deze shows, die meer geïmproviseerd verliepen dan de
Broadwayshows.
Bezuiniging
Toen het in de jaren dertig heel slecht ging met de economie (de depressie)
werd het Vaudevilletheater te duur. Veel clubs sloten hun deuren, andere clubs
gingen over op een theatervorm waar minder personeel voor ingehuurd hoefde te
worden. Comedians moesten in hun eentje een zaal kunnen vermaken. Bovendien
moest deze show een losser karakter hebben, zodat mensen zich niet geremd
zouden voelen veel drank te bestellen. De inhoud van deze shows kwam meestal
neer op het vertellen van moppen, die vaak niet door de comedian bedacht waren.
Verandering
Mort Sahl was de eerste comedian die het helemaal anders aanpakte. Hij droeg
gewone kleren en sprak vrijuit over wat hem bezig hield. Hij wilde het publiek
niet alleen laten lachen, maar ook aan het denken zetten. Bovendien schuwde hij
het niet om openlijk zijn oordeel uit te spreken over allerlei groepen in de
samenleving. "Is there any group I haven't offended?", werd één van
zijn gevleugelde uitspraken.
Latere stand-uppers ontwikkelden het genre verder. Woody Allen sprak met zijn
literaire grappen vooral een intellectueel publiek aan, terwijl Lenny Bruce de
nieuwe generatie van 'sick-comedians' aanvoert. Hij improviseerde rond bepaalde
thema's, zoals jazz-musici met muzikale thema's improviseren. Aan de hand van
vaste blokjes laat hij zich meeslepen door zijn eigen associaties, ter plekke
filosoferend over de thema's waar hij grappen over heeft.
Vergelijking
Hoewel het Nederlandse cabaret zich grotendeels baseert op de Europese
tradities, is er oppervlakkig gezien ook een grote gelijkenis met de
Amerikaanse stand-uppers. Wim Kan en Toon Hermans verkleinden al de afstand
tussen publiek en artiest door hun huiselijke manier van spreken en hun
herkenbare onderwerpen. Freek de Jonge ging met uitsluitend wat losse
aantekeningen het podium op om de voorstelling in de try-outs te laten
ontstaan. Toch hebben deze cabaretiers veel meer de intentie een
theatervoorstelling te maken.
Nederlandse stand-up
Raoul Heertje introduceerde in 1990 stand-up comedy in Nederland. Hij wilde
experimenteren met de principes en technieken van de Amerikaanse stand-up. Zijn
gezelschap, the Comedytrain, ging op zoek naar plaatsen waar zij aan de
Nederlandse variant van stand-up konden werken. Veel jong talent deed ervaring
op in de Comedytrain, die langs cafés trok en later ook een eigen uitvalsbasis
kreeg in café Toomler in Amsterdam. Ook de huidige grote sterren van het
cabaret zoals Hans Teeuwen, Theo Maassen, Najib Amhali, Sanne Wallis de Vries
en Lennette van Dongen, deden ervaring op in de Comedytrain.
|