Mooie woorden
De dichter in
zijn huisje,
natuurlijk bij de zee,
hij spaarde mooie woorden
die hij in een doosje deed.
Het doosje raakte vol
en de dichter raakte leeg.
Hij deed het doosje open,
de dichter voortaan zweeg.
Want de woorden kregen vleugels
en ze vlogen er vandoor.
Ze vlogen in een mooie V
op zoek naar een gehoor.
In de takken van een treurwilg
of in een veld vol graan,
kun je, als je stil bent,
de woorden soms verstaan.
Ze zingen van de dichter
in zijn huisje aan de zee.
Hij spaarde mooie woorden
die hij in een doosje deed.
.
|