6 dingen die je goed kunt schoonmaken met een tandenborstel
Gooi jij je tandenborstel om de paar maanden in de vuilnisbak? Dat is eigenlijk geen goed idee, want het is een perfect hulpmiddel om heel wat huishoudelijke taakjes mee op te lossen. Hier vind je 6 handige tips om te gaan schoonmaken met een tandenborstel!
Je vraagt je bijna af waarom fabrikanten van schoonmaakartikelen niet zelf zo’n miniborstel op de markt brengen, zo handig is een ‘schoonmaaktandenborstel’.
1. HAARDROGER
Werkt je haardroger niet meer naar behoren? Grote kans dat er veel pluis in zit, waardoor de motor niet meer goed zijn werk kan doen. Met een tandenborstel pluk je de pluisjes gemakkelijk uit het rooster.
2. KLITTENBAND
Klittenband is handig, bijvoorbeeld om de kinderen hun schoenen mee te sluiten. Maar de haakjes in het materiaal die de plakkracht bepalen, zijn ook magneten voor uitgevallen haar, onbestemde stukjes vuil, kruimels enz. Met je tandenborstel erover is die viezigheid snel verleden tijd.
3. PITTEN VAN HET GASFORNUIS
Je kunt ze bijna helemaal ontleden, wat het schoonmaken al
een stuk simpeler maakt. Toch blijven er kleine hoekjes aan de gaspitten zitten waar je eigenlijk alleen met een kleine borstel goed bij kunt. Je kunt het al raden, pak je tandenborstel erbij!
4. TEGELVOEGSEL
Doe een scheutje bleekwater bij je water, laat het een p
aar minuten intrekken op het voegsel en borstel de viezigheid eraf met de tandenborstel.
5. KUSSENS VAN AUTOSTOELEN
Zeker wanneer je kinderen hebt, is dit een herkenbare ergernis. Al die koekkruimels en broodstukjes die achter de achterbank verdwijnen… Met een tandenborstel veeg je de eetresten makkelijk uit de naden.
6. KRANEN
Wederom geldt: lastige hoekjes en kleine ruimtes die het best worden bereikt met een klein schrobbertje. Boen ze regelmatig en je voorkomt kalkvorming.
Last van vergeetachtigheid? Train je brein om meer te onthouden!
Hoe heette hij ook alweer? En hadden we écht een afspraak? Vervelend, die vergeetachtigheid. Gelukkig kun je leren om meer te onthouden!
ONS GEHEUGEN IN EEN NOTENDOP Ons geheugen bestaat uit een korte- en langetermijngeheugen: zaken die enkele seconden worden opgeslagen versus info die lange tijd wordt ‘gestockeerd’. Onthouden gaat niet vanzelf, je moet je eerst en vooral focussen. Pas dan verwerk je de info, sla je ze in je brein op in het juiste vakje, om ze daarna weer naar boven te halen op het moment dat dat nodig is.
Hoe vaker je info ophaalt, hoe meer je je geheugen traint. Vanaf je 36ste neemt je geheugen af: het wordt kleiner en gaat trager info verwerken en ophalen. Dankzij extra training hou je het in vorm. VERGEETACHTIG? ZO DOE JE ER WAT AAN Voor de een werkt luidop herhalen, een ander heeft meer aan associaties of dingen opschrijven. Manieren genoeg om je geheugen een handje te helpen!
Psychologe Marijke Miatton, verbonden aan de Dienst Neurologie van het UZ Gent: “Je kunt je geheugen op verschillende manieren trainen. Het is wel belangrijk om eerst even te kijken naar wat het probleem juist is, zodat je het specifiek kunt gaan aanpakken.
Je kunt in grote lijnen twee zaken doen:
Ofwel probeer je het geheugen te verbeteren door interne geheugenstrategieën te leren, bijvoorbeeld een naam associëren met iets visueels (Wim Kok stel je je voor met een koksmuts).
Ofwel gebruik je een externe geheugenstrategie: een agenda bijhouden, een lijstje maken, werken met kleurtjes, enzovoort.
1. IK VERGEET MAKKELIJK NAMEN Dat heeft meestal te maken met te weinig aandacht geven wanneer de naam genoemd wordt, daar kun je dus al op letten. Daarnaast kan je mnemotechnische middeltjes gebruiken.
Zo kun je iemands naam associëren met een visueel kenmerk bijvoorbeeld, al vraagt dat enige creativiteit. Bijvoorbeeld: Pascale heeft een slank figuur, ‘past al’, daarvan maak je Pascale. Ben je niet visueel ingesteld, herhaal dan de naam voor jezelf een paar keer in je hoofd en doe dat de volgende dag opnieuw.
2. IK KAN NIET OP WOORDEN KOMEN Het ‘tip of the tongue-fenomeen’: je wéét dat je het juiste woord kent, maar je kunt er niet op komen. In plaats van hardnekkig te focussen op de zoektocht naar dat ene woord, of die ene acteur, die ene titel, kun je beter even graven in je associatieve geheugen. Waarmee associeer je dat woord, met welke sfeer, welke omgeving, welke gebeurtenis, welke beelden? Doe dat een minuut of vijf en laat dan los. De kans is groot dat je onderbewustzijn naarstig verder zoekt en jij een paar uur later uitroept: ‘dát woord zocht ik!’
3. IK ONTHOUD GEEN CIJFERS, ZOALS PINCODES, TELEFOONNUMMERS OF VERJAARDAGEN
Als je visueel bent ingesteld, kun je ze het best noteren. Ben je auditief ingesteld, dan herhaal je ze. Het is in beide gevallen sowieso goed om lange cijferreeksen in te delen in kortere. 8632014, deel je in als volgt: 863 20 14. Dit moet je dan echt inoefenen: een aantal keer herhalen of bekijken en dat een aantal dagen na elkaar. Hoe vaker je de cijfers gebruikt, hoe beter je ze zult onthouden.
4. IK VERGEET WAT GISTEREN GEBEURD IS Het is ook niet nodig om alles van elke dag te onthouden. Dat zou je geheugen helemaal niet aankunnen en waarom zou je dat doen? Zijn er zaken die echt wel wilt onthouden, sla ze dan op in je smartphone met een foto, een notitie, een woord.
5. ALS IK EEN BOEK LEES, MOET IK TELKENS EEN PAAR PAGINA’S TERUGGAAN OMDAT IK DE VERHAALLIJN KWIJT BEN. ZELFS WANNEER IK DE KRANT LEES, KAN IK NIET ONTHOUDEN WAT ER IN HET ARTIKEL STAAT
Telkens als je een stuk gelezen hebt, neem je even de tijd om een soort samenvatting in te prenten. Wat was de hoofdlijn? Welke details waren belangrijk? Wat was de naam van dat nieuwe personage? Ook met een serie kun je dat doen, zodat je volgende keer de draad makkelijker oppikt. Bij een krant kun je bijvoorbeeld eerst heel goed de kop, de intro en de foto’s bekijken. En dan al even voor jezelf nagaan waarover je denkt dat het zal gaan. Zo hou je het onderwerp al vast, eventueel ook de invalshoek. Dan lees je verder en na elke alinea vat je in gedachten even samen of sla je enkele kernwoorden op, daarna lees je weer verder. Ben je visueel ingesteld, dan kun je een mindmap maken die je telkens verder uitbreidt.
6. IK BEN VOORTDUREND MIJN SLEUTELS OF GSM KWIJT Geef de dingen een vaste plek, en vooral een logische plek: autosleutels aan een haakje in de garage, de sleutels van de voordeur in de gang, je gsm op het bijzettafeltje in de salon of op je bureau. Loop er niet mee rond om ze dan zo maar ergens neer te gooien, want gegarandeerd was je net aan wat anders aan het denken of in gesprek met iemand en had je geen aandacht voor de plek waar je je sleutels legde. Of zoals oma het altijd zei: “Een plek voor elk ding en elk ding op zijn plek.”
7. MIJN PARTNER VERWIJT ME DAT IK NIET ONTHOUD WAT HIJ GEZEGD HEEFT Voorkom afleiding en luister écht. Misschien vertelt hij zaken terwijl je aan het koken bent en je dus eigenlijk maar met een half oor luistert. Of staat de radio aan en trekt je zoon net aan je mouw. Wanneer je op dat moment ook met andere zaken bezig was, zat je aandacht al niet bij wat hij aan het vertellen was. Is het echt belangrijk, prent het dan meteen in op een geordende manier: echtgenoot – werk – chef – rare opmerkingen – ongerustheid.
8. IK VERGEET TELKENS EEN PAAR DINGEN VAN MIJN BOODSCHAPPENLIJSTJE Zorg ervoor dat er een ordening in je lijstje zit. Waarschijnlijk ken je de winkel al en dus kun je indelen volgens route en afdeling: bij de groenten heb ik dat nodig, bij de zuivelafdeling dat, enzovoort. Maak desnoods eerst een kladlijstje thuis, waarbij je elke maaltijd overloopt, daarna badkamer- en poetsbenodigdheden. Die lijst orden je opnieuw, maar dan volgens de route die je loopt en de afdelingen in de winkel.
Doe de mix in een beslagkom en voeg 300 ml melk en 2 eieren toe. Mix het geheel met een mixer met garden op de laagste stand door elkaar. Klop het beslag daarna 2 minuten op de hoogste stand tot een stevig, luchtig beslag.
2
Pancakes bakken
Verhit een scheutje olie in de koekenpan.
3
Schep met de saus- of ijslepel het beslag in de koekenpan en vorm met de achterkant van de lepel tot een ronde en een ovale pancake ontstaat. Een ovale voor de kop, een cirkel voor het lijf. Maak voor de oren twee driehoekjes en voor de poten 4 streepjes.
Bak de pancake op een matig vuur aan beide zijden goudbruin ( 1 minuut per zijde).
4
Schaapjes versieren
Bestrijk oren en de poten met chocoladepasta. Leg de grote pancake op een bord bekleed deze met plakjes banaan.
5
Plaats de kop op het lijf. Leg op de kop de suikeroogjes, plakjes banaan en plak de oren vast met chocoladepasta.
6
Leg de pootjes op het lijf en onder het lijf. Maak met chocoladepasta een mondje.
Ik ben Erika, en gebruik soms ook wel de schuilnaam kaatje.
Ik ben een vrouw en woon in () en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 13/08/1957 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: pc bloggen enz.kleuren op nummer.