Het feest van de kruisverheffing doet in Mesen terugdenken
op Adela, het klooster, der ouderen fierheid.
Het typisch ortodox uitziende kerkje herbergt voor de
gelegenheid een keur aan iconen. Sint Niklaas bracht de sympathieke (kleine)
stad heel wat mooi materiaal.. De Sint doet zijn patroonschap eer aan en de
kleintjes zijn altijd zijn oogappel geweest.
Heel wat meer mensen dan oorspronkelijk ingeschat stelden
hun kunstschatten ter beschikking.
Zelfs een iconenschilderes deed haar best om
nieuwe exemplaren uit te lenen Een
gouden idee, een zee van licht en kleur. Ook de fotograaf had last van
overdreven licht zoals je ziet.
Heel wat bekende modellen passeerden de revue: de
Mandillion, de Pantokrater de tronende madonna .
De show werd gestolen door Sint Joris met de draak.
En toch zijn iconen de volkscatechismus van de oosterse<
kerk, eenvoud en directe simpele herkenbaar taferelen.. op de gouden goddelijke
drager. Vaak in een gecompartimenteerde reeks: de boodschap, de geboorte, het
bezoek aan de kribbe, de herders en de koningen bij het kind .gevoelig en toch
beschouwend.
Als je een bezoek brengt groet dan de geduldige suppoost, groet Sint
Antonius 'met zijn zwijntje' en zoek het uit wie die Heilige is in de crypte met
zijn nagels in zijn schedel.
Mesen en .. het probleem van de heilige in de crypte
Quintinius werd geboren in de derde eeuw, waarschijnlijk in
Rome. Hij was de zoon van een Romeinse senator. Reeds vanaf zijn geboorte was
hij christen en hij vond het zijn plicht om het evangelie te verkondigen in de
noordelijke streken. Hij kwam als diaken terecht in Amiens (in het toenmalige
Galia) waar hij zich aansloot bij de heilige Lucianus van Beauvais.
Tijdens de christenvervolging onder keizer Maximiaan
(Maximianus Hercules Romeinse keizer 286-305 en 306-308 na.J.C) werd Quintinus,
samen met twee andere diakens, gevangen genomen en vreselijk gefolterd. Hij
werd met spijkers doorboord en daarna met gloeiende pek overgoten. Tenslotte
werd hij aan het einde van de derde eeuw in het begin van zijn keizerschap
onthoofd en in de Somme geworpen. Veertig jaren daarna vond een weduwe het
ontstelde lichaam van Quintinus, en begroef hem. Op de plaats waar hij werd
begraven bouwde ze een kleine kapel. Saint-Quentin, werd aanvankelijk Augusta
Viromanduorum genoemd (27 voor J.C.) en lag aan de Somme.
De Zalige Adela van Mesen, geschiedkundig bekend als Adela van
Frankrijk, (1009 of 1014 - Mesen, 8 januari 1079) was een dochter van
koning Robert II van Frankrijk en van Constance Taillefer d'Arles. Dit
verklaart de eventuele aanwezigheid van een Franse heilige in het klooster. De
Franse lelie is trouwens in het schild van Mesen en aan bepaalde huizen terug
te vinden