Tremendum en fascinosum troef in de Poperingse opgravingen
KELKLEPELTJE
Het meest opvallende met ons gerelateerd voorwerp in de opgegraven artefacten onder de markt in Poperinge lijkt me wat men als kelklepeltje inventariseerde. Aanvankelijk hadden we niet door het om een stuk van een lepeltje ging.
Toch rest ons de vraag of het inderdaad om het kelklepeltje gaat. In de Romeinse liturgie gebruikt men naast de ampullen voor de wijn (versierd met druivenranken), de ampullen voor het water (met golfjes, vissen of schelpen). Dat laatste pleit er wel voor om dat lepeltje daar te situeren.
Het argument er tegen is dat die kelklepeltjes meestal schepvormig (pollepel) waren. Omdat ze dan makkelijk hanteerbaar waren om het beetje water dat bij de wijn moest uit de ampul te scheppen en over te gieten. Vóór de consecratie werd een druppel water vermengd met de wijn in de miskelk, waardoor de vermenging van de Godheid (wijn) en mensheid (water) van Jezus Christus verbeeld wordt. De priester zegent eerst het water en zei Deus, qui humanae substantiae dignitatem mirabiliter condidisti, et mirabilius reformasti: da nobis aquae et vini mysterium, ejus divinitatis esse consortes, qui humanitatis nostrae fieri dignatus est particeps (vertaling: God, Gij hebt de menselijke waardigheid wonderbaar geschapen en op nog meer wonderbare wijze herschapen: laat, door het mysterie van dit water met de wijn gemengd, ons deel hebben aan de godheid van Hem, die zich gewaardigd heeft deelgenoot te worden van onze mensennatuur). Totdaar de vorm.
De afbeelding van de vissen wijst dus ook naar die ampullen kontekt.
DE LEVENSBOOM
De afbeelding van wat men de levensboom noemt die op de buitenkant van het lepeltje zou staan kan ook een gestylleerde verwijzing zijn naar de druiven en de wijn. Niet eens zo zinloos. Jezus is de wijnstok, wij de dranken. Toch mogen we niet aan wishfull thinking doen. Een vens boom moet duidelijk een stam uitbeelden. Druivenbladeren ook als ze gestylleerd weergegeven zijn benaderen niet onmiddellijk de vormgeving.
We gaan niet onmiddellijk mee met de stelling dat we hier zouden te maken hebben met ICHTUS = Jèsous Christos Theou uios soter (inderdaad het Grieks woord voor vis) en het symbool - vroeg christelijk codeteken - waarin de gelovigen de verwijzing zagen naar Jezus Christus de Zoon van God, Redder.
Dit symbool was telkens één enkele vis. We zijn bijgevolg ook hier niet tenvolle terecht. Waar we wel meer mee zouden kunnen is dat het gaat om het symbool van de eucharistie (de broden en de vissen (Matt. 15:32; Marcus 6:38; Luc 9:16). We zien echter meer golven dan brood
Een andere mogelijkheid gezien de onpraktische vormgeving voor de druppel water in de kelk, is het feit dat het een lepeltje zou kunnen zijn om de communie te geven bij het sacrament der zieken (de berechting, het sacrament der stervenden). De voorschriften voor het klaar maken van de tafel bij de berechting noemen vaak het glas water en het lepeltje dat dan moest diennen voor de stervende die niet zo goed meer kon slikken .
Nog twe aandere voorwerpen brengen ons in de sfeer het omgaan met leven en dood en onze uiteindelijke bestemming (de zinvraag), het bangmakende en het fascinerende..
TEERLINGEN
Het is duidelijk dat de teerlingen gebruikt werden in de kontekst van de spelen en de voorspelling van het lot. Deze vermeende occulte praktijken werden vaak door de kerk verboden. Kerk en wet gingen hand in hand. We hoeven enkel te denken op de inquisitie en het hardnekkig optreden ook in Poperinge tegen wie onder kerkelijk diensten op zondag naar de drankgelegenheid ging of al dan niet slagfelijke arbeid verrichtte.
Zo werd de grote hoeveelheid teerlingen uit angst (voor de hand der wet) of uit bekering (om uit de magie te ontsnappen) weggegooid.
MAGIE EN RELIGIE
Ook nu nog zit het onbewuste en diepgewortelde bezweren van de dood (spijts het voeten vegen aan de graven van de kloosterlingen in de gasthuiskapel) in de harten en de zielen ook van de archeoloog. We merkten dat men gezorgd heft dat de schedel een kruisje in de achtergrond kreeg.