Examentijd. Dat herinnert ons aan die hete zomers en dat extra STOFferig dorstig gedoe. Heer, wees de slachtoffers genadig!
Ons KENNISCENTRUM - ja laten we voor een keer maar dat woord gebruiken - werd er weer eens herinnerd dat we indedaad ook deze maatschappelijke functie op ons hebben genomen: het zachte juk.
We doen het in feite graag en we hebben gelukkig onze leveranciers over de gehele wereld. René, een zeelander prikkelde ons met zijn vraag over Cornelius. En Daniël - niet die uit de leeuwenkuil - schotelde ons indirect een moeilijk op te lossen probleem voor.
In de week van de begraafplaatsen trokken we met hem naar Cerf's hommelhof. Voor de niet poperingenaar de begraafplaats aan de bariere. Die openbare begraafplaats - nu gesloten bij zonsondergang - werd door Jozef II, de keizer koster, per decreet verplicht medio achtiende eeuw. De familie Decerf huurde het hoppelveld maar moest er scherfkisten laten binnenbrengen. De scherven - het lichaam - de gebroken vaas - moest er de laatste rustplaats krijgen...
Op bepaalde graven vindt men een viooltje. Bij het graf van de pionnier van Lyssenthoek, de hoeder van the Cimetery, Walter Sutherland, is het in de huidige contekst en met het flashy verhaal van de WO I makkelijk te verklaren dat men in deze print een papaver of poppy ziet. Al is de gangbare symboliek wellicht op een ander spoor gerangeerd.
Bij dit graf is de omheining eveneens sterk naar het viooltje wijzend. Al zouden we moeten kunnen de ambachtslui, de ijzergieter, de smeder van deze constructie ondervragen. Is hier een papaver (de hypnotisch esoterische bloem) inspirator of gaat het om wat we op de bidprentjes cf. infra terugvinden - la pensée. Het penseetje is in ons dialect van aan de frontieren nog altijd een violetje.
Vormelijk is de papver niet direct overlappend in zijn bloemblaadjes. Maar we mogen gerust toegeven dat de gestylleerde afbeeldingen niet altijd zo natuurgetrouw willen zijn.
De vraag blijft dus voer voor kenniscentra.
Onze tweede examenvraag kregen we van René uit Zeeland. Hij wilde weten waarom zoveel mensen uit onze streek - en hij vermelde Poperinge - de voornaam Cornelius meekregen als tweede of derde item.
Dat was nu niet onmiddellijk een moeilijke vraag. Cornu het Latijnse woord Cornelius ligt aan de oorsprong van de naam Cornelius. Hij was zeker de patroon van het hoornvee. Antnonius zorgde voor de varkens en het varkensvuur. Maar Cornelius blijkt een bijberoep te hebben uitgeoefend. Hij was ook de patroon tegen de Corneliuskinderziekten: stuipen, kinkhoest . en andere.
De H. Cornelius - Feestdag: 14 september. - Houten beeld gehouwen door Loosberg uit Ieper, 1876. De piek in de verering zal hebben meegbracht dat er toen een beeld kon worden aangeschaft. Onze vraagsteller wou weten wanneer die verering ontstond. De duidelijkste verwijzing naar een parcours is wellicht het beeld in de Onze Lieve vrouwekerk. Een vroeger confrerie of broederschap hebben we totnogtoe in de stad niet ontdekt. Het is wel zo dat iedereeen weet dat Cornelius in die kerk werd vereerd.
En dan de iconografie van het viooltje: de pensée
Het is duidelijk dat de gedachte als begrip wordt verbonden aan de ziel, de persoon, het overleven in de gedachte van de mensen. Denk aan Mij. Denk aan wat ik tegenkom. We denken spontaan aan hodie mihi. Cras tibi. Vandaag ben ik vertrokken. Morgen kan het U zijn. In de christelijke geloofsovertuiging verbindt men het met de gang naar de hemel. Tegen de overledene zeggen we Ik bid opdat U thuis zou komen en mag ik meegaan in de gedachte dat we via de dood verrijzen. Het viooltje verbindt ons met het idee. Eens sterven ook wij. We blijven aan U denken we memoreren U. Met U gaan we de weg van de mensen naar God.. en in die tijd was dat nog een pluspunt, genade, aflaat, enz.
|