Om de erfgoeddag voor te bereiden hadden we vandaag MAZEL....
Op de rug van een oud boek uit 1589 toen we de geuzen aan het opsporen waren troffen we deze teksten.
Parce mihi Domine: nihil enim sunt dies mei. Quid est homo, quia magnificas eum: aut quid apponis erga eum cor tuum? Visitas eum diluculo, et subito probas illum. Usquequo non parcis mihi, nec dimittis me, ut glutiam salivam meam? Peccavi. Quid faciam tibi, o custos hominum; Quare me posuisti contrarium tibi, et factus sum mihimetipsi gravis; Cur non tolles peccatum meum; Et quare non aufers iniquitatem meam? Ecce nunc in pulvere dormiam, et si mane me quaesieris, non subsistam.
Zo luidt de tekst van Job 7 in het Latijn. Bij de begrafenis zong met getijden zoals in het klooster. De Metten ter gelegenheid van een begrafenis lazen uit dat boek Job. De aflijvige zong in de geest van de liturgie mee: God waarom zou je mijn foute dingen niet verdragen, God. Zie, hoe ik nu in stof slaap. Als je me zoekt dan zal ik U niet weerstaan....
Dat is de eerste tekst op de afbeelding.
Het onderlijnde einde van de zin: Incipiendum est matutinum geeft aan hoe het kleine officie begon met de klassieke zin:
Domine, labia mea aperies, et os meum annuntiabit laudem tuam. R. Domine ad adiuvandum me festina. Gloria Patri et filio et Spiritu Sancti. Sicut erat in principio et nunc et semper.
En dan volgt het Wees Gegroet:
Ave Maria, gratia plena, Dominus tecum. Benedicta tu in mulieribus, et benedictus fructus ventris tui, Iesus. Sancta Maria, Mater Dei, ora pro nobis peccatoribus, nunc, et in hora mortis nostrae. Amen.
Let wel: in het Latijn heb je heel veel afkortingen.
De heilige Job (toch een van die figuren uit het eerste Verbond die bij de nederdaling ter hellen meegesmokkeld werd ?) is niet onbedeeld in onze contreien. Hij wordt o.a. vereerd in Vlamertinge.
|