't Is zover, morgen "vette dinsdag". Onze voorouders koppelden het begin van de vasten aan een aswoensdagviering. . In de kerkelijke context kreeg men vanuit de Bijbelse symboliek een askruisje. In zak en as was de vastenterminologie, het tenue van de boete en vasten.
Zak en as was rouw- en bekeringskostuum. As en stof waren vanuit de oude culturen reststoffen (niet helemaal nutteloos, cf. ook genoteerd bij erfenissen enz.) De offers werden verbrand tot er maar dat meer overbleef. De onderdanigheid aan Schepper, Bevrijder en Ultieme Baas resulteerden in opbranden. Niet de huidige burn out, maar toewijding, ervoor gaan, leven en nieuw leven 'boeten, herstellen'.. We hebben daar spijtig genoeg teveel de detail-ideeën rond "het versterven van het vlees" en het "kastijden van het lichaam" uit onthouden en niet de gang naar "verrijzenis", "nieuwe hemel en nieuwe aarde", "roate caeli et nuaes pluant justum", de "dauw uit de hemel en de buien van gerechtigheid".
In de symboliek noemde de mens zijn waardeloosheid tegenover de godheid "ik weet," zegt Abraham, "dat ik stof en as ben."
In de kerk las men op de asdag "gedenk o mens dat je stof en as bent en dat je tot stof en as zult terugkeren".
|