Benkheil Mohamed, Korkmazyigit Yavuz, Fadlaoui Khalid, Abazar Göhkan... Lezer, dit zijn geen vloeken, en ook geen kebab-afhaalrommel, en zeker geen exotische gerechten. Het zijn de namen van allochtone leerlingen van het atheneum van vroeger. Ik heb netjes opgepast om hun namen correct te schrijven, omdat het me enorm stoorde wanneer jonge collega's lettertjes oversloegen in de vreemde namen of simpelweg overgingen tot fonetische spelling. Er waren er die zelfs het alfabet niet kenden!
Toen ik opperde dat deze nonchalance het hele alfabetisch opzoeksysteem waardeloos maakte, lachten ze me uit, ze noemden me Pietje Precies, en ik mocht niet zo pietluttig doen. Directeur Blauwbaard van het atheneum vroeg me zelfs om geen racistische opmerkingen meer te maken... nadat ik wees op de moeizame schrijfwijze van allochtone namen. Boos en geërgerd broedde ik op wraakplannen, op zoete wraak die goed is voor het gemoed. Eigen gemoed eerst. Na een nachtje slapen wist ik het!
Op een vroege ochtend, toen de vogeltjes pas ontwaakten, begaf ik me naar de archiefkamer. Daar spoorde ik alle dossiers op van allochtone leerlingen. Dat was een heel pak, omdat er van één leerling soms drie, vier of zelfs vijf exemplaren bestonden. Gewoon omdat ze alfabetisch fout zaten, of omdat de vreemde namen telkens anders gespeld waren. Ik spreidde de dossiers allemaal rustig voor me uit, en selecteerde. Mijn plan moést lukken. Eén voor één kieperde ik alle overtollige dossiers door het open venster. De warme wind deed alle papieren vrolijk fladderen, en de vogeltjes wisten niet wat ze zagen. Het hele voortuintje lag bezaaid met papieren. Goed zo. Een geweldige genoegdoening!
|