Op een middag zaten we met z'n allen bijeen in de refter, mijn collega's en ik. Of liever: wat er nog overbleef van mijn collega's. Er waren er die de pijp aan Maarten gegeven hadden, geveld door de stress. Conflicten en intriges maakten hen kapot. De ene bezweek aan longkanker, de andere aan darmkanker, er waren ook nog een paar hartinfarcten, en de overlevers vochten zo nu en dan met het spanningssyndroom. Er bestond een onomstotelijk verband tussen hun lichamelijke kwalen en de werkdruk opgelegd door baas Horbert!
Terug naar de refter waar we samen aan de koffie slurpten. Horbert was getraind in gemoedsrustverstorende gesprekken, als geen ander kon hij mensen in verwarring brengen en zijn toehoorders overrompelen. Zo ook die middag in de refter toen hij verheugd meedeelde dat er een nieuwe collega ging komen: een Turkse tolk! Hij vroeg onze mening over "de aanwezigheid van een Turkse tolk in school". Al gauw bleek dat ik de enige tegenstander was. Mijn argumenten werden weggevaagd toen ik opmerkte dat een tolk een rem zou zetten op Nederlandse taalkennis en integratie van migranten.
Aan tafel zat een piepjong en naiëf collegaatje dat zich geroepen voelde om mij te overtuigen van de noodzaak van een Turkse tolk. Al kwekkend en ratelend somde ze alle voordelen op van de aanwezigheid van een Turkse tolk bij leerling- en oudergesprekken...
Wacht eens, ik zal haar een lesje leren. Mijn zilverpapiertje waarin mijn boterhammetjes zaten, rolde ik op tot een mooi rond bolletje en knikkerde het weg met grote precisie, en oeps... regelrecht in het koffiekopje van het jonge betwetertje! Plons!... De koffie spetterde in het rond en besmeurde haar mooie bloesje, jammer toch... Knikkeren om te overleven!
|