Er was eens een Nederlandstalig schooltje in Stockem bij Arlon, voor kinderen van Vlaamse militairen. Het was een schattig schooltje met kleine klasjes, een klein speelplaatsje en slechts enkele leerkrachten. De klassen waren graadklassen, zo weinig leerlingen waren er. De directrice herinner ik me als een joviale dame met bontjas, erg spontaan en vriendelijk. Het was alsof er altijd speeltijd was, er hingen ook nergens klokken tegen de wand. Toch waren de kindjes plichtsbewust en in de klasjes hing er een serene tuchtsfeer.
Menigmaal werd Lieve op pad gestuurd naar het schooltje in Stockem. Geen meevaller in een tijd zonder gps, zonder airco, zonder stuurbekrachtiging... De weg uitstippelen tot in Arlon was het moeilijkste. En geen stemmetje op het dashboard dat me zei welke weg ik moest inslaan, of waar ik moest omkeren, niets! Overgeleverd aan de wildernis. Alleen een stuntelige landkaart lag naast me, en altijd in de verkeerde vouw. In Luik begon het gesukkel al, daar hebben ze van die rare wegwijzers die naar alle richtingen wijzen behalve naar de juiste weg. En langs de Maas rijden leverde altijd verrassingen op, meestal kwam mijn auto dan onverwacht toch op de juiste weg terecht. Eens Seraing en Marche voorbij, werd het luchtiger, en met Bastogne in zicht waren alle problemen opgelost.
Toen de weg naar Arlon bekend terrein geworden was, werden het dagen vol falderie en faldera, met onvergetelijke heen- en weerreizen die voor dag en dauw al begonnen. Om te beginnen pikte Lieve een lifter op, keus genoeg, en de knapste mocht het eerst instappen. Vroeger, dat was toen er nog lifters langs de weg stonden zonder criminele bedoelingen... Lieve heeft op alle terrasjes van Durbuy gezeten, langs de weg onder een stralend zonnetje gepicknickt, de Abbaye d'Orval bezocht, gewinkeld in Bastogne, en duistere kroegjes in Luik bezocht.
|