Zijn de Franstaligen die zich niet willen
onderwerpen aan de Vlamingen, extremisten (nationalistes francophones)?
In le Vif las ik een column die een
illustratie vormt van hoe vele Franstaligen denken over de taalperikelen en de
verhouding tussen de twee gemeenschappen in dit (on)land.
Het komt er op neer dat Franstaligen niet
kunnen aanvaarden dat zij zich zouden moeten onderwerpen aan een Vlaamse
meerderheid.
Daar kan ik inkomen. Maar wat ik niet begrijp en waarmee ik helemaal niet akkoord ga is dat blijkbaar het omgekeerde
- wat trouwens al decennia lang de realiteit is ! - blijkbaar wel moet kunnen. M.a.w.
De Vlamingen moeten zich neerleggen bij de dictatuur van een Franstalige
minderheid. Zoniet
ben je een Vlaamse extremist. Mooi zo ! Dat noemt men dan
democratie op zijn Belgisch. En dat te lezen van een politieke psycholoog
Dat blijkt uit de column van een zekere
Pascal De Sutter, politieke psycholoog (jaja, dat blijkt te bestaan!) en
sexuoloog, in het Franstalige magazine Le Vif onder de titel Les
francophones insoumis, d'affreux nationalistes ?
Hieronder enkele (vertaalde)
passages.
Er bestaan ongetwijfeld echte fanatieke
Franstaligen die haatdiscours houden tegenover de Vlamingen. Ik zou de eerste
zijn om dit aan te klagen
als ik ze zou horen. Maar ik stel verheugd vast dat
men ze zelden hoort. Indien men in een Waalse gemeente vlaggen zou ophangen met
Gembloux, où les francophones sont chez eux ("Gembloux, waar Franstaligen thuis zijn"), dan zou ik een petitie starten
om ze te laten verwijderen. Bovendien meen ik dat de echte nationalistes francophones (Franstalige nationalisten), die vijandig staat tegenover de
Vlamingen, niet de helft van de stemmen zouden halen bij verkiezingen in
Wallonië. Het gaat om een heel klein aantal zonder enig electoraal belang of
belang voor de media.
Men zal ze dus moeten uitvinden. En daarom
zal iedere Franstalige, die de Vlaamse eisen beu is en uiteindelijk vindt dat
een vredevolle scheiding beter is dan een unie met conflicten, als een nationaliste
francophone worden geklasseerd. Iedere Franstalige die durft te klagen over de
invloed van de Vlamingen bij het leger, de diplomatie en de hoge posten bij de
federale overheid krijgt het etiket van nationaliste francophone.
Charles de Gaulle zei: "Patriottisme
is houden van zijn land. Nationalisme, is dat van anderen haten. Wat mezelf
betreft, ik houd van Vlaanderen en van de Vlamingen. En ik zou ook graag op een
dag een toeristische uitstap willen doen om er even goed ontvangen te worden
als een Fransman, een Brits of een Duitser. Ik hou van België. Ik heb tranen in
de ogen gehad bij het horen van de Brabançonne.
Maar la Belgique à papa bestaat niet meer.
En het nieuwe België waar de meerderheid hoe langer hoe minder de minderheid
respecteert, staat mij niet aan. En het gaat hier niet om de paranoïa van een
francofone extremist. Maar het gaat om de vaststellingen bij het gedrag van
Vlaanderen ten opzichte van de minderheden. Vaststellingen die worden gedaan door
het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, de Europese Commissie en zelfs de
Verenigde Naties.
In deze logica zullen de Franstaligen, die
absoluut vasthouden aan een eengemaakt België, beetje bij beetje moeten wennen
aan de idee van een België dat sterk Vlaams gekleurd is. Je zal nog vrij Frans
kunnen spreken in Luik of Namen, maar je zal een Nederlandstalig CV (curriculum
vitae) moeten hebben om toegang te krijgen tot de belangrijke functies bij de
federale overheid.
Ik heb echter geen zin om te leven in een
land waar mijn kinderen niet de toegang zouden krijgen tot de beste functies in
de overheid omdat ze de pech hebben in het Frans te zijn opgevoed. Ik heb
respect voor de Vlaamse ambities, maar ik wil er mij niet aan onderwerpen. Ik
beschouw mezelf als een "insoumis francophone" (niet-onderworpen
Franstalige).
Ík heb de regionalisering of de taalgrens niet
gevraagd. Maar nu we toch zover zijn beef ik als Franstalige niet van angst
voor een eventuele scheiding. Ik ben geen nationalist maar een francofoon die
zich niet onderwerpt.
Ik verkies de uitdaging van de autonomie
boven een voortdurende onderwerping. Maar niemand verplicht u om te denken
zoals ik
|