Chaotische werkgelegenheidspolitiek en buitensporige loonkosten
Er moet dringend werk worden gemaakt van het
concurrentiepact dat Vlaams minister-president Kris Peeters wil afdwingen.
Vorig jaar nog stelde Peeters dat Vlaanderen het Belgische
wonder financiert, maar dat die gulheid op haar grenzen stoot.
Premier Di Rupo tracht het concurrentiepact af te houden.
Hij gebruikt daartoe het door hem bestelde verslag over de arbeidskosten,
loonsubsidies, arbeidsproductiviteit en opleidingsinspanningen van ondernemingen.
Verbijsterende pagina
De auteurs van dat verslag werden weggeplukt bij de
Nationale Bank, het Planbureau, de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid. Hoewel
een consensus bestaat over een loonhandicap van ruim 5 procent, hoeden die
instellingen er zich voor dat rapport te onderschrijven. Terecht, want het gaat
om een rommelbak waarin de meningen van de experts naast elkaar werden getast
en waar elk wat wils uit haalt.
De PS gebruikt het rapport om aan te tonen dat het met die
concurrentiehandicap wel meevalt. Bedrijven lezen in het rapport dan weer heel
andere cijfers. Maar de enig bruikbare, eigenlijk verbijsterende, pagina in het
rapport is die met het totaal van de loonsubsidies, jaarlijks geschonken door
de belastingbetaler: 11,2 miljard euro. Dat bedrag, een vervijfvoudiging sinds
1999, komt neer op een feitelijke verlaging van de huidige loonkosten met 7
procent. Een sterkere illustratie van de chaotische werkgelegenheidspolitiek
van de voorbije jaren en een duidelijker erkenning van de buitensporige loonkosten
zijn niet denkbaar.
Om de resterende loonhandicap van 5 procent weg te werken is
nog eens 8 miljard euro nodig. Daarom wacht de regeringen die na mei 2014
aantreden, een kolossale opdracht. Zij moeten niet alleen een concurrentiepact
op de rails zetten, maar tegelijk een doortastende fiscale hervorming
doorvoeren. Zonder die hervormingen komt het voortbestaan van het sociale
systeem in het gedrang.
Rik Van Cauwelaert in De Tijd
|